woensdag 28 oktober 2015

Mislukt plan.

Maandag 25 mei 2015. Half elf 's ochtends.

Ik parkeerde de wagen voor deur in Brasschaat en stapte binnen. Mijn ex zat aan het bureel in de keuken, en keek even op, met vragende blik. Een blik van 'waar kom jij vandaan?'.
Ik stak mijn autosleutels in mijn zak, negeerde haar vragende blik, en maakte me een tas koffie.
"Van waar kom jij?", klonk het vanachter het bureel.
"Vanuit de file", was mijn antwoord.
Haar gezicht betrok. Ik liet haar doen, ging naar de badkamer, en nam een uitgebreide douche, trok een jeans en een trui aan, en trok de koelkast open. Die was geplunderd.
"Van waar kom jij nu?" klonk het opnieuw.
"Uit de badkamer. Ik vraag toch ook niet waar jij van vrijdag tot al zeker zaterdagnamiddag geweest bent.", antwoordde ik.
Ze stond op, en kwam aan de andere kant van het kookeiland staan, nam een sigaret, en stak van wal.
'Omdat ik eens een avond weg ben, ga jij daar maar gelijk een heel weekend van maken. Er bij stilgestaan dat ik wel eens ongerust zou kunnen geweest zijn? Je had me tenminste kunnen laten weten dat je niet zou naar huis komen."
Ik dacht even na over het antwoord dat ik zou geven.
"Eigenlijk is het vrij eenvoudig hé. We gaan hier best een paar afspraken rond maken, anders zou het wel eens kunnen zijn dat de laatste drie maanden erg moeilijke maanden worden, en daar heeft niemand baat bij. Je hebt vorige week eigenlijk de trend al gezet, ieder voor zich. Alsof we roommate zijn, en ieder ruimt zijn eigen rommel op. Poetsen doen we elk week om week, en verder is er geen verantwoording nodig tegenover elkaar. Als er iemand anders in mijn of jouw leven komt opdagen hebben we de beleefdheid en het respect voor elkaar om niet onder dit dak te 'spelen'. Ongerustheid is in principe niet nodig. Ik denk trouwens dat het eerder curiositeit is dan wel ongerustheid. Ik had een leuk weekend, ik veronderstel jij ook. Als we verder geen vervelende vragen aan elkaar gaan stellen, blijft dat het leefbaar. Ik zie trouwens niet in waarom we nu, na een breuk, ineens wel communicatief zouden moeten worden. De kosten van samenwonen voor de laatste drie maanden worden gedeeld, dat stelde je zelf voor, en daar hou ik je aan. Verder kom ik niet op de badkamer wanneer jij er bent, en ik verwacht andersom hetzelfde. Deze relatie werkt niet, eigenlijk heeft ze nooit echt gewerkt, en dan laat je elkaar beter los."
Mijn ex trok nog eens aan haar sigaret, doofde ze en blies de laatste rook uit. Ze keek me aan, met een niet mis te verstane blik, zei niets, en ging terug achter haar bureel zitten. Ik ging naar boven, naar mijn kamer, plooide mijn laptop open, en chatte wat met Marc, een vriend. We spraken af om samen een frietje te gaan eten 's avonds, en dan een pintje te gaan drinken. Tegen een uur of vijf kwam ik terug naar beneden, en ik vroeg mijn ex of ze de helft van de kosten kon overschrijven op mijn rekening. Ze keek me aan, en vroeg me waarom ze dat wel zou doen.
Ik antwoordde haar omdat ze me dat beloofd had, we dat zo hadden afgesproken, en ik er van uit ging dat die afspraken zouden nagekomen worden. En omdat ik vond dat na meer dan drie jaar eens wat bijdragen in de gemeenschappelijke kosten niet te veel was gevraagd.
Ze keek me opnieuw aan, en zei me dat ze zich niet herinnerde dat ze me zulk een belofte had gemaakt, ze niet de intentie had ook maar één eurocent op mijn rekening over te schrijven, en ik daar ook niet op moest hopen.
Slik. Ze was op een conflict uit. Ik haalde eens diep adem, bleef betrekkelijk rustig, en vroeg haar of ze haar GSM abonnement al had omgezet naar eentje op haar eigen naam. Ze had er nog geen tijd voor gehad beweerde ze, en ze zou daar ook onmiddellijk geen tijd voor vinden.
Waarom ik daar zo op hamerde, dat stond toch niet in brand?
Ze stond me uit te lachen. Niet meer en niet minder. Ze dacht dat ze me in de tang had.
Ik draaide me om, ging naar mijn kamer, opende mijn on line Telenet account, en blokkeerde haar GSM nummer. Eigenlijk was dat mijn nummer, want het hoorde bij mijn account, en ik betaalde al drie jaar lang de torenhoge rekeningen. En ik blokkeerde haar nummer grondig. Alles eigenlijk. Data, inkomende en uitgaande sms'en, inkomende en uitgaande oproepen, surfen. Het was genoeg geweest, ze had kansen genoeg gehad, nu trok ik de stekker uit haar GSM. Punt. Ik ging naar beneden, en vertelde haar droog dat het met die GSM afgelopen was om op mijn kosten te blijven bellen en haar gang te gaan, dat ik on line alles had geblokkeerd, en ze niks meer kon met dat ding. Ze kon zelfs niet meer gebeld worden.
Ze nam haar toestel en probeerde te bellen. Niks natuurlijk. SMS ook niet.
Toen werd ze razend. Wie dacht ik wel niet dat ik was. Hier zou ik spijt van krijgen, dit was een oorlogsverklaring. Ze was een alleenstaande moeder met twee kinderen, en moest altijd bereikbaar zijn. Roepen en tieren. Ik moest die telefoon onmiddellijk terug activeren!
Ik vertelde haar dat ze met wifi nog altijd kon skypen, of via facebook chatten, maar dat bellen en berichten sturen gedaan was. Dat ik geduld genoeg had gehad. Gedaan met op mijn kosten bus - tickets te kopen, of met astrodiensten te sms'en, en voor mij gedaan met elke maand meer dan 120 € te moeten betalen alleen voor haar GSM. Dat moest ze vanaf nu dan zelf maar betalen. En als er echt dringende telefoontjes te doen waren, was er nog altijd de vaste lijn. Maar ik wou geen cent meer betalen voor haar GSM. Ik zei haar dat ze nu aantoonde dat ze niet te vertrouwen was, en dat ze geen financiële afspraken wou nakomen. Ik voegde er gelijk aan toe dat het niet meer van één kant kon blijven komen, en dat ze gelijk het gebruik van mijn auto ook kon vergeten. Als ze wou rondrijden, moest ze maar zorgen dat haar auto, die vanachter in de tuin stond te verkommeren terug rijklaar werd gemaakt, gekeurd en verzekerd zou worden. En tot zo lang ging ze maar te voet.
Ze schreeuwde dat ze daar het geld niet voor had, en ik nu mijn ware gezicht toonde, het mij alleen om geld ging, en ik een onmens was, om haar de mogelijkheid af te pakken naar haar kinderen te gaan.
Ik antwoordde haar rustig dat ik anders de indruk had dat het haar alleen om het geld te doen was, want dat ze op geen enkel vlak ooit een inspanning had geleverd om de gemeenschappelijke kosten te delen, als was het maar in een verhouding van één op honderd. Maar dat ik wel had besloten dat ik de kraan dicht draaide. Ook naar haar kinderen toe. Gedaan met het zakgeld, gedaan met de extra shopdays voor kledij. Zelfs gedaan met koelkasten vol te duwen zodat zij voor haar kinderen behoorlijke maaltijden kon maken. Daarvoor hadden de kinderen een vader om dat te betalen. Ik begon ook stilletjes aan ook boven mijn theewater te geraken.
Ze gooide het over een andere boeg.
"Hoe moet ik met 1000 € per maand vervangingsinkomen hier de helft van de kosten mee betalen? De huur, elektriciteit, water, gas en internet samen zijn al meer dan 1800 €".
Ik antwoordde droog dat ik al drie en half jaar alle kosten betaalde, alles, en ze dus eigenlijk al 36.000 € had kunnen sparen. Dat ik bij haar nooit de vraag had gehoord of ik altijd alles betaald kreeg, integendeel, dat was mijn probleem. Ik gaf haar gelijk mee dat ik op een maand echt geen 1000 € overhield om op te smossen zoals zij die wel had. Dat ik geen onnozele dingen kon kopen op van die postorderbedrijven, maar mijn centen moest tellen om samen leven, en goed samen leven te kunnen blijven betalen.
En ik de honger naar centen van haar kinderen ook altijd had ingevuld. Wat nu ook afgelopen was. Hun vader moest maar voor zakgeld zorgen. Dat ik mezelf altijd op de laatste plaats stelde, en dat ik dit nu niet meer deed. Ik zei haar dat als ze wilde bellen met haar GSM, ze zelf een abonnement moest nemen. En ik gaf haar nog tot het einde van de week tijd, daarna zou ik het nummer sluiten, en moest ze zelf een nieuw nummer aanvragen. Het einde van de week, aanstaande zondag dus. Als dan haar nummer niet uit mijn account was zou ik het afsluiten en was ze haar nummer kwijt. Nu was dat nummer slechts geblokkeerd.
Ik vertelde haar ook nog fijntjes dat ik eigenlijk nooit een handtekening had gezet onder dat GSM contract van haar, en dat ik me afvroeg hoe ze er in geslaagd was haar nummer aan mijn account te hangen zonder mijn handtekening. Of ze echt per sé wou dat ik dat eens ging uitzoeken. Ergens bij Telenet moesten ze document hebben met een handtekening, en misschien zou die wel trekken op de mijne, maar het zou zeker niet de mijne zijn. Ze vertelde me droog dat ik daar geen poot had om op te staan, want dat ik al drie jaar betaalde, en drie jaar teveel betalen uit onwetendheid zou geen enkele rechtbank pikken. En dat ik de huur en de vaste kosten ook maar moest blijven betalen, de contracten stonden op mijn naam, en ik zou daar niet onderuit kunnen.
Ze had daar een punt. Ik zou haar de gas, elektriciteit en water rekeningen nooit ten laste kunnen leggen, maar ik zou ze wel kunnen laten afsluiten. Geen gas, geen water, geen elektriciteit, en geen internet of TV. Toen werd ze pas echt kwaad. Waar ik het lef haalde om haar zonder water te durven zetten... Het enige waar ik op uit was, was haar geld. Op mijn vraag wie voor haar verlichting, haar water en haar verwarming betaalde kreeg ik als antwoord dat ik dat inderdaad betaalde, en dat ze vond dat het haar recht was om dat te eisen, want ik betaalde dat al meer dan drie jaar voor haar, en het was door mijn aandringen dat ze nu terug aan het studeren was, het was mijn schuld dat ze 'maar' een vervangingsinkomen had.
Deze keer hield ik voet bij stuk. Ik had deze discussies al talloze keren met haar gevoerd, en telkens sloeg ze er in om me met een schuldgevoelen op te zadelen, deed ze me geloven dat ik het bij het foute eind had, en betaalde braaf verder... Deze keer niet meer. Ik antwoordde haar dat ik nog altijd zelf bepaalde waar ik mijn centen aan zou uitgeven, en dat zou om te beginnen niet meer aan haar GSM abonnement zijn. Ik gaf haar mee dat ik initieel dat abonnement van 50€/maand wel wilde betalen, omdat ze dan bereikbaar was en bleef, maar dat ik gaandeweg problemen begon te krijgen met het misbruik. Bustickets werden op mijn kosten gekocht, ze sms'te naar betaaldiensten, er werd in het buitenland steevast rond gesurft, tegen onmenselijke tarieven, en telkens als ik haar vroeg die diensten uit te schakelen als we de grens over gingen (naar Nederland) kreeg ik een welgemeende dikke middenvinger van haar. Dat was nu gedaan.
Ik voelde me ijskoud, en gedroeg me ook zo. Het boek "strafrecht", een steviger klepper, dat ineens de richting van mijn hoofd uitvloog, en dat ik handig ontweek, kon aan mijn besluit niets meer veranderen.
De bel ging net op tijd. De situatie was aan het escaleren, ik trachtte wel kalm te blijven, en dat was me gelukt, maar hoe lang nog?
Marc stond aan de deur, en we vertrokken samen naar de lokale frituur. We dronken een pintje in het naastliggende café, en praatten wat. Marc liet me ventileren, Hij voelde wel dat ik het even nodig had. Marc is dan ook een gast die begreep waar ik door heen ging, Hij overwon zelf kanker na drie slopende jaren. Om een uur of elf kreeg Marc op zijn GSM een sms van een onbekend nummer, Dat mijn ex niet thuis zou zijn, maar in goede handen was, en we ons geen zorgen moesten maken. Marc begreep het in eerste instantie niet, maar toen ik het nummer invoerde in mijn GSM, wist ik wie dat berichtje gestuurd had. Mijn ex was bij een vriendin van haar, al was me de bedoeling nog niet duidelijk. We gingen terug naar de woning in Brasschaat, en stelden vast dat mijn ex inderdaad verdwenen was, en ze haar kat had meegenomen. Op de slaapkamer van mijn ex lagen wat kleren kris kras op het bed. Ik belde de vriendin in kwestie, en moest van haar vernemen dat mijn ex beweerde dat ik haar met de dood had bedreigd, ze zich niet veilig meer voelde en en ze had gevraagd aan die vriendin om haar te helpen. Ik lachte eens met die leugens, vertelde die vriendin dat ik nooit maar dan ook nooit doodsbedreigingen had geuit, tenzij je een GSM blokkeren onder doodsbedreigingen kon catalogeren, en gaf haar mee dat als mijn ex zich daar beter voelde, ze dat vooral moest doen.
Marc beleef nog en uurtje aan de keukentafel zitten, en waarschuwde me. Dat mijn ex dit niet zomaar deed, en ik me aan nog van die stunts zou kunnen verwachten. Marc en ik hadden de dingen altijd al tegen elkaar gezegd zoals we dachten dat ze waren, zonder zeveren, en dat waardeerde ik wel in mensen. Rond een uur of half twee namen we afscheid. Ik kroop in bed, en sliep vrij snel behoorlijk vast.

Dinsdag, 26 mei 2015, stipt tien uur in de ochtend.
Ik was een half uurtje wakker, zat achter de traditionele tas koffie, en ging door de post die in de brievenbus zat. Ik had geen post op mijn naam, maar voor mijn ex lagen er weer drie brieven van deurwaarders. Nog steeds opende ik haar post niet, en legde de brieven voor haar op het aanrecht van de keuken.
Om stipt tien uur ging de bel. Ik was nog in kamerjas, maar opende de deur. Twee agenten in vol ornaat stonden aan de andere kant van de deur, inclusief kogelvrij vest, en eentje stond aan het toegangspoortje. Of ze eventjes mochten binnenkomen? Ik liet de heren toe, en vroeg hun of ze er een probleem mee hadden dat ik me snel zou aankleden. Neen, dat hadden ze niet, en beleefd wachtten de spierbundels in de gang. Een paar minuten later was ik aangekleed, kwam de trap af en vroeg hen waarmee ik van dienst kon zijn.
Of ik onmiddellijk kon meekomen, en het pand wilde verlaten, want de bewoonster van het pand, Mevrouw X (mijn ex dus), had gisteren de relatie verbroken, en ik weigerde de woning te verlaten. Ik woonde niet officieel op het adres in Brasschaat, dus moest ik het pand verlaten. Als ik nu mijn persoonlijke spullen zou inpakken, zouden de heren me begeleiden tot als ik met mijn wagen weg was en zou er verder geen proces verbaal opgesteld worden.
Plots werd me alles duidelijk. Mijn ex probeerde op mijn kosten nog een aantal maanden in dit huis te wonen, zonder dat ik daar toegang toe had, maar wel alle kosten moest betalen.
Ik vertelde de heren van de politie dat ik dit niet goed begreep, want dat ik dat huis huurde, en ook betaalde, inclusief alle kosten. Het huurcontract ook op mijn naam stond, en niet begreep waarom ik deze woning zou moeten verlaten. Ik vertelde er gelijk ook bij dat ik mijn gedomicilieerd adres daar niet had gezet, omdat mijn ex dat geen goed idee vond. Ze zou dan haar statuut van alleenstaande verliezen, en de helft van haar vervangingsinkomen ook.
De heren van de politie vroegen me of ik dit ook kon bewijzen, wat ik uiteraard kon, Ik toonde hun de contracten, liet hen zien dat ik voor alles, maar dan ook alles betaalde. De agenten hun houding wijzigde, ze werden ontspannen, en vertelden me dat er nu wel een probleem lag, want mijn ex was bang om nog één seconde bij mij onder dak te leven. Ik had, gelet op de contracten en ikzelf als alles betalende partij evenveel recht om hier te verblijven. Ik speelde de bal door, en vertelde de politie dat mevrouw haar angst ongegrond was, en als ze toch angst had, zij dat probleem moest oplossen, en niet ik. De heren vertelden me ook dat ik haar met de dood zou bedreigd hebben. ik maakte de agenten duidelijk dat ik tegen een terminale longkanker aan het vechten was, onder de chemo zat, en ik door de behandeling de fysieke krachten zelfs niet had een vlieg buiten te zetten, laat slaan doodslaan. Na wat heen en weer onderhandelen met mijn ex, die blijkbaar buiten achter een hoekje stond, bij de derde agent, gaf ik toe dat mevrouw haar persoonlijke spullen kon komen halen, en ik intussen niet in de buurt zou zijn want ze was bang van me. Ik zou wel een pint gaan pakken.
Een paar uur later arriveerde mijn ex haar stiefpapa, met een vrachtwagentje, en ik maakte de man meteen duidelijk dat er geen meubelen zouden worden meegenomen, niet zolang haar gedomicilieerd adres in Brasschaat stond, en er intussen brieven van deurwaarders voor mijn ex bleven komen.
De man begreep dat, en nodigde me uit om een pint te gaan drinken terwijl mijn ex en haar moeder de auto van haar moeder en de vrachtwagen zou volstoppen met persoonlijke spullen. Ik liet het begaan, en ging die pint drinken.
Een paar uur later waren alle persoonlijke spullen van mijn ex in de wagen en vrachtwagen gepropt, inclusief mijn duurste persoonlijke kledij (wat ik pas dagen later ondervond), alle tafellinnen, ook wat ik kreeg van mijn ouders, al mijn persoonlijke hygiëne spullen zoals scheergerief en parfums, mijn nagelnieuwe tondeuse om mijn kale knikker te blijven trimmen en wat een verjaardagscadeautje was, mijn persoonlijke decoratiespullen, al mijn bed- en bad linnen, een aantal paren van mijn schoenen, dure kookspullen... Ik kwam er maar later achter. Haar meubelen waren blijven staan, en die zou ik vasthouden tot er geen deurwaarders meer aan de deur zouden komen of tot ze haar adres had gewijzigd. Ik ben die avond een nieuw slot gaan halen, en heb dat gewijzigd. Ik wou niet dat ze nog binnen kwam. Ik had haar leren kennen, echt leren kennen, en het was een vrouw die over lijken ging.
Je doet dat niet, een partner die jarenlang je door dik en dun steunt, alles betaald, met een valieske op de straatstenen proberen zetten met de politie, doodziek en onder de chemo. Haar snode plannetje had niet gewerkt, Ik kon blijven, zij moest gaan. Punt. De opzet was om me buiten te krijgen, en nog enkele maanden op mijn kosten daar te leven als God in Frankrijk.
Op mijn kosten, want alle contracten stonden op mijn naam.

Ik was totaal van mijn melk, en wou mijn verhaal kwijt. Ik belde Hanne, die me kalmeerde, en me vertelde dat ik toch maar mooi mijn slag had thuis gehaald. Ik zei dat ik zoiets niet begreep van een vrouw waar ik alles voor deed en gedaan had.
Hanne haar antwoord was droog: "Liefje, die mensen bestaan, en die mensen zullen altijd bestaan. Laat het je dag niet stukmaken. Ik bel je vanavond als ik thuis ben en dan praten we verder."
Hanne belde me ook, na haar werk, kreeg me rustig, en we spraken af dat ik haar woensdag zou zien op een event waar ik was uitgenodigd, in Antwerpen, na haar werk. Gerustgesteld kroop ik onder de wol...De sloten waren veranderd, mijn ex kon niet meer binnen. Want na deze stunt achtte ik ze tot alles in staat.
Ik sliep heel onrustig, die nacht.

maandag 26 oktober 2015

Een weekend om in te kaderen.

Zaterdag 23 mei, half negen 's ochtends.

Vrijdag was rustig voorbij gegaan. Met een zware kop, en een ex die de hele dag en avond weg was, ik had haar eigenlijk niet gezien. Ik was er niet rouwig om. Het telefoontje met Hanne had mijn dag goed gemaakt, en we hadden afgesproken dat ik haar zaterdag zou oppikken in Gent rond een uur of vier in de namiddag. Met dat leuke vooruitzicht in het achterhoofd kroop ik vroeg onder de wol. Het was al een bewogen week geweest en ik was moe. Om een uur of tien lag ik in bed, en de slaap liet niet lang op zich wachten...

Zaterdagochtend was ik om half zes wakker. Klaarwakker. Mijn ex was blijkbaar niet thuis gekomen, want het bed was onbeslapen, en in huis was alles nog zoals ik het de avond ervoor had achtergelaten. Ik zette de radio aan, met de volumeknop deze keer wat verder opengedraaid, maakte me een tas koffie, bakte me een stevige omelet met tomaat, spekblokjes en Provençaalse kruiden, en zette me met het gigantische omelet aan tafel. ik had honger als een wolf, en voelde me vrolijk. Ik werkte het omelet naar binnen, ruimde op, zette de vaatwasser aan de gang, en sprong onder de douche. Ik nam een wisseldouche, van warm naar ijskoud water, en terug naar warm. Mijn huid tintelde, ik schrobde me schoon, minutieus. Het werkte wat therapeutisch, alsof ik alle beslommeringen van de laatste weken van me af wilde schuren. Ik poetste mijn tanden, schoor de stoppels van mijn kin en mijn hoofd, en ging naar boven om mijn kleren te kiezen. De zomeropera in Alden Biesen vroeg geen onmiddellijke dress code, maar je moest er nu ook niet in je overall aankomen. Het pak dat ik graag wou dragen, een grijs fijn wollen pak, kon wel eens een stoomstoot verdragen, en in mijn onderbroek plooide ik de strijkplank open, zette het stoomstrijkijzer op, en nam broek en vest voorzichtig onder handen. Na een dik kwartier was ik tevreden met het resultaat, rommelde alles terug op, en hing het pak klaar op een kapstok. Ik sprong in een jeans, trok een gemakkelijke trui aan, en keek eens op de klok. Kwart over zeven. Ik stak de straat over, en trakteerde me op een worstenbroodje van bij de bakker aan de overkant van de straat. Terug thuis zette ik de oven aan, verwarmde hem voor op 180° C, bevochtigde het worstenbroodje en bakte het terug op. De zon begon op te komen, en ik zette me buiten op het terras, aan de tuintafel met het heerlijk ruikende worstenbroodje en een verse tas koffie. De dag lachte me toe, en ik had me vast voorgenomen om te genieten van elke seconde. Het was nog stil buiten, zo vroeg op de ochtend, en ik genoot van het waterige zonnetje, en de stilte. En ik keek nog eens op mijn polshorloge. De Rolex vertelde me dat het intussen al kwart over acht was. Nog zes uur te vullen voor ik de auto richting Gent kon zetten. MIJN  AUTO! In paniek spurtte ik naar het raam in de woonkamer, trok het gordijn opzij en stelde vast de mijn auto nog geparkeerd stond waar ik hem donderdagavond had neergezet. Oef, mijn ex was er niet mee weg. Voor alle zekerheid nam ik de sleutels en stak ze in mijn broekzak. Er was geen reservesleutel, die krijg je nooit bij een bedrijfswagen. Het was meer een symbolische daad, eerder dan voorkomen dat iemand mijn auto zou gebruiken. Ik ging terug buiten zitten, met mijn laptop, en las de krant on line... De tijd kroop voorbij. Ik hield me ledig met een hemd te kiezen om onder het pak te dragen, en koos uiteindelijk voor een wollen truitje, poetste mijn schoenen, koos mijn sokken zorgvuldig, zapte wat rond voor de televisie, en keek alle twintig seconden op mijn horloge of het nog geen tijd was om te vertrekken richting Gent. Om twee uur in de namiddag kleedde ik me om, deed de horloge van Armani om die ik voor mijn verjaardag van mijn ouders en zus met haar familie had gekregen, controleerde nog eens voor de spiegel in de badkamer of ik mezelf netjes genoeg vond om naar de opera te gaan, en vertrok. De rit naar Gent verliep vlot, en in de wagen belde ik Hanne. Ik kreeg haar onmiddellijk aan de lijn, en ik vroeg of het een probleem was als ik iets vroeger zou zijn. Ze maalde er niet om, en zei me dat ze klaar was, en ik gerust wat vroeger kon aanbellen. In Gent zocht en vond ik snel een parkeerplaats in de buurt van haar flatje, stapte uit, zette mijn hoed op mijn kale knikker, en wandelde naar haar appartementje.
Hanne onthaalde me hartelijk, en ze zag er beeldig uit. Ik kreeg een welgemeende knuffel, en een lieve zoen, en ze troonde me mee naar haar keuken. We babbelden wat, dronken een glaasje rosé wijn, en rond een uur of vijf vertrokken we richting Alden Biesen. Ik gaf de sleutels van mijn auto aan Hanne, en vroeg haar om te rijden. Ze keek me verrast aan, maar nam de sleutels aan. Mijn auto was een BMW 318 met automatische transmissie, waar ze nog nog nooit mee gereden had. Na een korte uitleg over hoe de wagen werkte, reden we weg. Ze was er van de eerste meter mee weg, reed alsof ze al heel haar leven met een automaat had gereden, en ik zag haar in stilte glunderen. Vooral de kick down fascineerde haar, en ze bij elk inhaalmanoeuvre gebruikte ze die ook. De wagen schakelde dan twee versnellingen terug en accelereerde fors. Hanne genoot ervan, en ik voelde me comfortabel , iets wat voor mij niet echt voor de hand liggend was. Na een rit van bijna anderhalf uur kwamen we toe in de Commanderie Alden Biesen. De conciërgewoning was omgetoverd tot een restaurantje, en we zette ons op het terras, beseffend dat we eigenlijk nog niet hadden gegeten. We bestelden een fles wijn, en een bord met warme hapjes. We praatten heel geanimeerd over van alles en nog wat, en ik merkte in de houding en de lichaamstaal van Hanne dat er iets veranderd was. Ze stelde zich veel meer open voor mij. Ik wist dat de breuk met mijn ex daar een belangrijke rol in speelde, en liet het gewoon over me heen komen. Rond half acht kwam mijn zus toe, met haar familie, en ik stelde Hanne voor aan hen. Astrid had Hanne al ontmoet, en ze vonden elkaar onmiddellijk in een tweespan om mij wat te plagen. Ik liet het maar al te graag gebeuren. Even later kwamen ook mijn ouders toe, en ze heetten Hanne van harte welkom. We wandelden naar de ingang van het domein, gaven onze toegangstickets af, kregen het programmaboekje, en wandelden door naar onze zitplaatsen. Er werden ons fleece dekentjes aangeboden, die we graag in ontvangt namen. Om acht uur stipt begon de opera. Carmen, in een modern kleedje gestoken, en schitterend gebracht; Hanne genoot met volle teugen, en ik was verheugd te zien hoe ze op haar toch jeugdige leeftijd een opera zo wist te waarderen. Tijdens de pauze sprak mijn zus mij aan, en zei me dat ik mijn ogen moest opentrekken, dat Hanne een schatje was die me oprecht graag zag, en ik een kieken zou zijn als ik dat aan me voorbij zou laten gaan. Ik knipoogde eens naar mijn zus, en vertelde haar dat ik die bal in het kamp van Hanne had gelegd, en een wat afwachtende houding aan had genomen, maar ik ook wel voelde waar dit naartoe kon en zou gaan.
Na de voorstelling reden we terug richting Gent, en kwamen onderweg de afslag Diest tegen. Ik stelde voor om in Diest, bij een goede vriend van me die daar een zaak had een pint te gaan drinken. Hanne was meteen akkoord, en een dik kwartier later parkeerden we de wagen in de buurt van de markt in Diest, en nog eens tien minuten mater zaten we in de Nicky's op het terras achter een drankje. Het weerzien met Marc was luidruchtig, met stompen op de schouders, en opmerkingen in mijn richting dat gangsters gemaakt uit onkruid nooit zullen vergaan, en moest ik Hanne uitgebreid voorstellen. Voor we het wisten was het vier uur in de ochtend, en met nog een rit van meer dan een uur voor de boeg, reden we terug naar Gent.
Hanne bood me een plaats in haar bed aan, ze wou me zo laat niet meer terug naar Brasschaat laten rijden, een aanbod dat ik graag aannam. Ik vertelde haar dat de zetel voor mij ook ok was, maar daar had ze geen oren naar.
Zondag werden we laat op de dag wakker, ergens rond een uur of één, half twee. Hanne toverde een laat ontbijt op tafel. We praatten veel, heel veel, open en oprecht. En we besloten elkaar een faire kans te geven. Ondanks het leeftijdsverschil, ondanks mijn ziekte en mijn beperkte tijd die me nog restte. Dit voelde te goed, zowel voor haar als voor mij. Het was me allemaal wat onwezenlijk, het voelde aan als een droom waaruit ik niet wilde ontwaken. We genoten van het moment, van samen te zijn. s' Avonds aten we wat in de Quai des arts, een leuke zaak uitgebaat door twee toffe gasten, en om een uur of tien  wandelden we terug naar haar flat. Ik keek Hanne aan, en zonder woorden antwoordde ze me dat ik nog een nacht kon blijven. Gewoon met haar blik. We kropen in bed, ik op mijn rug, Hanne met haar hoofd op mijn schouder, met mijn arm om haar heen. We voelden ons geborgen, het voelde gewoon goed, eerlijk en echt.
En zo vielen we in slaap.

Maandagochtend werden we onbarmhartig gewekt door de wekker. Half zeven. Onzalig uur. We namen samen een douche, en een half uurtje later namen we afscheid. Hanne vertrok naar haar werk, ik terug richting Brasschaat. Ik voelde me koning te rijk, en de file waarin ik zat kon mijn goed humeur niet deren. Rond half elf parkeerde ik de wagen voor de deur in Brasschaat. Als ik toen had geweten wat me te wachten stond was ik de deur gewoon voorbij gereden...

CT Scan en echt goed nieuws.

Donderdag 21 mei, half vijf in de ochtend.

Vandaag stond er een CT scan op de planning, rond de middag, met aansluitend een consultatie bij prof Knäckebröd. Ik had mijn moeder beloofd dat ze mee kon gaan, maar het was nog veel te vroeg om te vertrekken. Ik stond op, ging naar beneden, zette de radio aan, stilletjes, en maakte me een tas koffie, wou me een eitje bakken maar realiseerde me dat ik nuchter moest zijn voor de CT scan. Met de tas koffie ging ik naar buiten het terras op. Ik kon genieten van de ochtendlijke frisse lucht, en de stilte. Achter me in de keuken hoorde ik gestommel. Mijn ex beende naar de radio, zette het ding uit, en vroeg me of ik zot was om rond half vijf in de ochtend zoveel kabaal te maken. Of ik wel begreep dat ze een zware dag voor de boeg had. En ze voegde er meteen aan toe dat ik dat uiteraard niet begreep, want dat ik alleen met mezelf bezig was. De radio speelde stilletjes op de achtergrond, dus ik begreep het inderdaad niet wat het probleem was. Ik liet haar doen, antwoordde niet, hoorde haar de trap terug op stampen, en de slaapkamerdeur dicht slaan.
Er speelde een glimlachje op mijn gezicht, het was eventjes sterker dan mezelf. Als ze zich zo bleef opstellen zouden het nog drie hele lastige maanden voor haar worden. Mij liet het allemaal ijskoud, ik had de knop omgedraaid. Elkaar pesten deed ik niet aan mee, dat zette geen zoden aan de dijk, maar het was me wel duidelijk dat mijn ex daar anders over dacht.
Het was dan ook, volgens mij toch, haar eigen houding die me had doen besluiten dat ik er een punt achter wou. In eerste instantie had ik zo iets van: "Och Peter, je hebt nog een paar maanden te leven, laat het." Maar het nieuws van vorige week, dat me een pak meer gaf dan een paar maanden, misschien zelfs een jaar en half, had me aan het nadenken gezet. Die laatste tijd van mijn leven wou ik wel gelukkig doorbrengen, en dat lukte duidelijk niet met haar. Haar totale afwezigheid van empathie voor mijn gezondheidssituatie en het etaleren van haar eigenbelangen hadden voor mij de deur dicht gedaan. Ik had veel oprechte vrienden, en ik had Hanne, die er wel voor me was. Ik had geen relatie met haar, er was geen engagement, maar de betrokkenheid bij elkaar was er wel, en dat was wat we beiden gemist hadden. Ik zou dat een kans willen geven. Ik ging liever de single de pijp uit, maar omringd met warme mensen, dan dood eenzaam binnen een relatie. Na de derde tas koffie, en na de mijmerende ochtend bedenkingen was het wel tijd om me klaar te gaan maken. Ik nam een douche, koos leuke, makkelijke kleren, keek eens op de klok, zag dat het bijna half negen was en mijn ex zich had overslapen voor haar les, grinnikte eens, en vertrok richting Diest.
Om half twaalf was ik op de dienst radiologie, de CT scan werd gemaakt, en om half twee zaten we bij de prof in zijn onderzoekskamertje. Knäckebröd zelf was er niet, maar zijn collega ontving me. Een rijzige vrouw van een jaar of veertig, van wie ze bij de geboorte het gevoel voor humor met de nageboorte hadden weggesmeten. Was me dat een zuurpruim. Ze zette zich formeel achter het bureeltje, en wist me te vertellen dat de CT scan de RX thorax had bevestigd, en de krimp van de tumor in mijn linker long zich zelfs nog verder had doorgezet. De uitzaaiing in mijn lever was weg, dat letsel was verdwenen. Mijn moeder haar ogen werden vochtig, en ikzelf probeerde me bij elkaar te houden, maar de emoties gierden door mijn lichaam. Ik bedankte de prof voor het goede nieuws, en kreeg droog het antwoord dat ik vooral mezelf moest bedanken, omdat mijn ingesteldheid de helft van deze resultaten teweeg gebracht had. En eventjes kon er een glimlach af. Het kon blijkbaar lachen, al was het een fractie van een seconde. We namen afscheid, en keerden terug naar Diest. Mijn mams probeerde mijn vader tevergeefs te bereiken. Ik stuurde Hanne een berichtje, met het goede nieuws, en kreeg prompt een bericht terug, dat we dat zaterdag samen zouden vieren. Intussen had mams mijn vader ook aan de lijn gekregen, en die was uiteraard heel opgetogen met de boodschap die de prof ons gaf. We zouden over een kwartiertje thuis zijn. Mama haakte in.
In Diest toegekomen had mijn vader enkele toastjes gemaakt met wat hij in kasten en frigo vond, en een fles champagne klaargezet. Ik werd begroet met een schouderklop die aankwam, de kurk knalde, de toastjes rukten aan, en de stemming kon niet stuk. Er werd wat gepraat over van alles, mijn ex kwam even ter sprake, en ik parkeerde dat onderwerp door te zeggen dat het allemaal 'onder controle' was. Wat later kwam mijn zus ook toe, na haar werk, met mijn schoonbroer, de tweede kurk knalde, en het was echt gezellig. Tegen een uur of zeven reed ik terug naar Brasschaat, waar de tegenstelling niet groter kon zijn. Ik vertelde mijn ex wat ik van de prof te horen had gekregen, en ze mompelde iets van 'het zijn altijd de klootzakken die geluk hebben', maar negeerde me verder. Ik belde Werner op, vroeg of hij zin had om een pint te pakken, sprak af in de Ben's in Brasschaat over een half uur, belde Jerry, ook een goede vriend van me, hij zou ook komen, en vertrok terug.
Om half twee in de ochtend was ik terug thuis.
Bezopen, maar gelukkig. Het was een dag voor me geweest om in te kaderen...
Ik ging in bed liggen, en kreeg er nog een free ride sinksenfoor boven op. Heel de kamer draaide. Dat zou morgen pijn doen aan het hoofdje, maar dat waren zorgen voor morgen. Ik viel in een vaste slaap.

Onverwacht bezoek, weekend en terug naar huis.

Weekend van 16 en 17 mei 2015, en de volgende dagen terug thuis.

Op donderdag had ik een vriendschapsverzoek gestuurd naar de stiefmama van Hanne, omdat die vrouw aan Hanne een kaartje had meegegeven voor me, met hele mooie woorden, en in naam van Hanne haar papa, haar broer en een haar stiefmama. Ik wou Hanne haar stiefmama bedanken, en heb eerst aan Hanne gevraagd of dat ok was voor haar. Hanne zag er geen probleem in, en dus stuurde ik een vriendschapsverzoekje, wat prompt werd geaccepteerd, en waar ik Chris (zo heet haar stiefmama) een chatberichtje stuurde met een dankwoordje. Het werd die vrijdag een lange chatsessie met Chris, een openhartig gesprek, over van alles en nog wat, mijn ziekte, mijn net beëindigde relatie met mijn ex - vriendin, het leven in het algemeen. Rond een uur of elf rondden we de babbel af, en keek ik nog wat naar televisie. Ik prikte nog eens om mijn suikerwaarden te controleren, die stonden netjes rond de 140, wat heel goed was met de cortisone die ik nog kreeg tegen misselijkheid, en viel in slaap. Om kwart over drie 's nachts pingde mijn laptop dat er een mailtje binnenkwam, en ik werd wakker van het geluidje, en het oplichtend scherm. Het mailtje kwam van mijn ex - vriendin. Ze opende het mailtje met me te bedanken, omdat ik haar had gesteund in haar studiekeuzes, en ze nooit zou vergeten dat ik haar terug in zichzelf had doen geloven. En dat ze het waardeerde dat ik ons nog drie en halve maand de tijd gaf om elk zijn weg te gaan. Vanaf dan veranderde de toon van haar mailtje, en maakte ze een opsomming waarom het inderdaad beter was dat de relatie stopgezet werd. Ze was na ons afscheid naar haar mama gereden, en die had haar gelijk gegeven. Het was mijn kanker, mijn gevecht, en dat zij daar niet op reageerde zoals iedereen verwachtte, vooral ik verwachtte, was eigenlijk niet haar probleem mat dat van de anderen, en van mezelf.
Ze had haar doelstellingen en die zou ze halen, kosten wat het kostte, en dat waren haar studies. Ze had al met haar mama besproken dat ze haar studies in Leuven zou verder zetten, in de buurt van Leuven zo gaan wonen. Ze hoopte dat de maanden tot het definitief uit elkaar gaan een beetje zonder ruzie zouden kunnen verlopen. En ze vond het spijtig dat ik nu pas mijn fouten had ingezien, dat ik me drie jaar lang als een eikel had gedragen, en ondanks onze vele gesprekken, waar ze me wou duidelijk maken wat ik allemaal fout deed, eigenlijk niet luisterde. Dat ik me dominant opstelde, tegenover haar een haar kinderen, en die niet meer wilden komen omwille van mij, en mijn oubollige ingesteldheid. Dat er er altijd alleen voor had gestaan. Dat ze verwachtte dat er duidelijke afspraken konden gemaakt worden voor die laatste drie maanden, want dat ze haar ding wilde doen, en geen opmerkingen van mij verwachtte. Het ging zo nog een tijdje door, om dan te eindigen met dat ze me alle geluk toewenste, en een vrouw die me wel gelukkig kon maken, maar dat dit niet gemakkelijk zou zijn, want ik was een moeilijke man om mee samen te leven, en ik zou me moeten haasten, want met die kanker die ik pretendeerde te hebben, had ik niet veel tijd meer.
Mijn ogen werden groter en groter toen ik dat allemaal las, en ik was ineens terug klaar wakker.Ik klikte op de beantwoorden knop, haalde eens diep adem, keek door haar poging heen om een conflict los te weken, en schreef haar dat het inderdaad zo het beste was, en de afspraken om de laatste drie maanden leefbaar te houden er eigenlijk al lagen, Ze had zelf voorgesteld om de kosten voor die laatste drie maanden te dragen, en we verder aan elkaar geen verantwoording moest afleggen. Communicatief waren we al niet echt meer geweest, en ik besloot mijn mailtje dat ik wel begrepen had dat het aan mij lag, dat mijn houding ervoor gezorgd dat het nu zo ver was gekomen de de brokken niet meer te lijmen waren, en mijn dictatoriaal gedrag en mijn egoïstische houding al die jaren er nu toe geleid hadden dat elkaar terugvinden onmogelijk was geworden. Ik schreef wat ze wou horen en lezen. Als ik er maar vanaf geraakte. Ik liet haar weten dat ik maandag in de namiddag wel in Brasschaat zou zijn, en we dan de praktische kant zouden bekijken. Ik vroeg haar om eventueel tegen maandag haar GSM abonnement weg te halen op mijn Telenet account, en zelf een operator te kiezen op haar naam. Prompt kreeg ik het antwoord per mail terug dat dit nu de reden was waarom ik een dictator was, en weeral aan het zeggen was wat zij moest doen. Ze zou dat GSM abonnement wel veranderen wanneer haar dat schikte, dat moest ik voor haar niet beslissen. Ze vond dat een mooi voorbeeldje over hoe ik was. Ze vergat wel dat ik intussen al drie jaar dat abonnement betaalde, een Kong, en met al haar bustickets die ze ermee kocht, de betaal sms'jes die ze deed, en in al die jaren nooit een factuur had gehad voor  haar GSM alleen die lager lag dan 130€/maand. De uitschieter was geweest toen ze op mijn kosten met haar oudste zoon een weekje naar Sardinië was geweest en daar met dataroaming alleen al 256 € bij elkaar had gesurft. Ik wou nijdig antwoorden, maar heb het zo gelaten. Een vrouw, waar ik alles voor deed, alles voor betaalde, en in alles steunde, haar kinderen alles gunde, haar nooit om een cent had gevraagd, wel, als die me zo zag, de boom in ermee. Ik dronk een glas water, ging terug op mijn bed liggen, en viel terug in slaap. onrustig.

Op zaterdagnamiddag stond ineens Chris in de kamer, de stiefmama van Hanne. Zomaar. Omdat ze de man wel eens wilde ontmoeten waar Hanne best al wel wat over gepraat. Het verbaasde me een beetje, maar was wel aangenaam verrast. We gingen naar het cafetaria, en dronken een koffietje. Na een uurtje rondden we het gesprek af, en ik moest Chris beloven dat Hanne en ik eens langs zouden komen, want Bart, haar vader, wou mij ook graag leren kennen. Ik vertelde Chris dat ik dat aan Hanne zou overlaten, het niet aan mij was om die afspraken te maken. Chris begreep dat, en ik wandelde terug naar mijn kamer, en kwam onderweg ernaartoe mijn zus en schoonbroer tegen die me nog eens kwamen bezoeken. We praatten wat over de gebeurtenissen van de avond ervoor, en mijn zus vroeg zich af of die drie maanden wel te overbruggen waren. Ze vreesde ervoor dat mijn ex vriendin me het moeilijk zou maken, door nu totaal geen rekening meer te houden. Ik zei dat elkaar nog meer negeren moeilijk zou worden, glimlachte eens en zei dat ik me opgelucht voelde dat het voorbij was. Ik vroeg aan zus of ze er bezwaar tegen zou hebben dat ik Hanne mee zou brengen naar de zomeropera, omdat mijn ex vriendin had laten weten dat ze mijn ouders nooit meer wilde zien, en zus lachte eens. " Breng Hanne gerust mee, Astrid gaat dat ook leuk vinden. Iedereen gaat dat leuk vinden."
Rond een uur of vijf vertrok mijn zus weer, en ik rustte wat. De chemo kwam aan, en het waren bewogen dagen geweest.
Zondag kwamen mijn ouders langs, en mijn nicht Annik met haar oudste zoon en zijn vriendinnetje, en aan het einde van de dag was ik toch wel moe. De chemo, de hospitalisatie en de normale bloedsuikerwaarden en de aandacht voor mijn bezoekers maakten dat ik me redelijk "leeg voelde". Ik probeerde wel altijd sterk te zijn en assertief te blijven, maar eerlijk, de chemo's begonnen me flink te ondergraven. Ik viel dan ook in rond een uur of negen in slaap, na een telefoontje met Hanne.

Ik moet vast geslapen hebben, want de ochtendverpleegster wekte me maandagochtend om half zeven. De RX van de thorax was om acht uur gepland, en het zou het beste zijn als ik daar op tijd was. Om tien uur zou prof. Knäckebröd langskomen met de resultaten van de foto's, en me de ontslagbrieven uit het ziekenhuis meegeven, met gelijk de afspraken voor de CT scan, en aansluitend een consultatie. De voormiddag verliep vlot, en toen ik de ontslagbrieven had gekregen, en een afdruk van mijn foto's voor de behandeling startte, en na die daarnet waren genomen, toonde hij me dat de tumormarkers niet hadden gelogen, en ik inderdaad heel goed reageerde. De tumor was met dik 70 % gekrompen. Ik mocht de foto's houden.
Ik ging naar het cafetaria, en belde mijn vader dat ik daar op hem zou wachten. Hij pikte me op aan de kiss and ride, en we reden naar Diest.
In de vroege namiddag vertrok ik naar Brasschaat, en verwachtte alleen thuis te zijn. Mijn ex zat achter haar boeken toen ik binnenkwam, en keek even op. Ik vroeg haar of ze geen lessen had, en ze zei me dat de lessen in de namiddag waren "afgeschaft". Ze zei me ook dat ze haar was had gedaan, en de mijne opzij had gelegd zodat ik die samen met de was van het ziekenhuis zelf kon doen. Ik haalde de schouder op, en toonde haar fier de foto's van mijn longen die ik mee had gekregen. Ze keek eens van ver, haalde op haar beurt haar schouders op en negeerde me verder. Ik liet het voor wat het was, pakte mijn spullen uit, deed mijn was en strijk, en stapte over haar strijk heen. Ik zag rond een uur of zes dat ze voor haar een maaltijd kookte, zich aan tafel zette en begon te eten. Ze liet de tafel on - afgeruimd staan, en kroop terug achter haar laptop en boeken. Dat was dan blijkbaar haar manier om de laatste drie maanden met elkaar om te gaan. Ik trok een jas aan en ging een vol au vent eten in een restaurantje in de buurt, kwam thuis, trok een fles wijn open, een goede fles wijn, zette me voor de televisie, koos een goede film, en ging op middernacht slapen.

Ik werd dinsdagochtend rond een uur of tien wakker, en maakte me klaar om boodschappen te gaan doen. Er was zo goed als niks meer in huis. De afwas van de dag ervoor stond er nog, de niet afgeruimde tafel ook, maar mijn auto niet. Er lag een briefje dat ze naar haar stiefmama was, met mijn auto, ze eerst haar zoon ging oppikken in Sint-Truiden, dan naar Bonheiden zou rijden, dan terug naar Sint Truiden, om haar oudste zoon terug te brengen, en dan naar huis zou komen, en dat dat wel eens laat kon worden. Ik werd instant boos, en zou haar straks vertellen dat ze mijn auto kon gebruiken, maar me dat eerst moest vragen. Ik kon zelfs de woning niet uit, want ze had mijn sleutels mee, en de hare. Ik zocht de reservesleutel maar die lag ook niet op zijn gebruikelijke plaats. Ik ging langs de achterdeur en de poort in de tuin buiten, wandelde het blokje om, opende de brievenbus die uitpuilde, wandelde terug het blokje rond en ging langs de tuin terug binnen. Op enkele brieven na, rekeningen van water, en gas, elektriciteit en Telenet, waren de de overige brieven voor haar. Ik ging eens door de briefhoofden, en drie ervan waren van een gerechtsdeurwaarder, de rest rekeningen en herinneringen van postorderbedrijven. Ik legde haar post ostentatief op de laptop die ze van mij mocht gebruiken. De reclame wou ik in de papierkast opbergen, maar die puilde uit van de lege kartonnen dozen allerhande, en ik besloot dan maar eens te poetsen. Er was op die week duidelijk niks gedaan in het huishouden. Ik ging naar boven, en zag onmiddellijk dat haar kinderen in het weekend waren geweest. Het toilet was besmeurd, en geen van de bedden waren opgemaakt, kleren slingerden rond. Na een half uurtje waren de bedden gemaakt, en had ik de kamers aan de kant, de kleren terug op hun plaats. Ook mijn ex had een berg kleren op de stoelen hangen, die ik opvouwde, of op kapstokken hing en terug op hun plaats in de kleerkasten opbergde. Ik nam de stofzuiger, een emmertje en een zeem, nam het stof af, stofzuigde de bovenverdieping poetste het toilet boven, en ging naar beneden. Ik ruimde de keuken op, deed de afwas, waste de koelkasten eens uit, reinigde de oven, nam overal stof af, stofzuigde beneden, maakte de kattenbak proper, poetste de badkamer waar de zeepresten in het bad  en de lavabo waren aangekoekt, en nam de vloer op de benedenverdieping op met een schuurborstel een een dweil. Rond een uur of zeven 's avonds was ik klaar, en na een douche maakte ik mezelf een pastaatje met wat ik nog vond, ruimde dat na het eten ook op, stak wat kaarsjes aan en een wierrookstokje, en genoot van het zuivere huisje. Ik was doodmoe, maar wel blij dat het allemaal weer netjes was. Ik nam mijn laptop, zette me aan de keukentafel en chatte wat met vrienden, met een lekker glas wijn. Een proper en opgeruimd huis was zalig, en ik kon daar echt van genieten. De strijk van mijn ex had ik netjes in de wasmand geplooid, zodat ze niet te veel strijken zou hebben. Om half elf morrelde de deur, en mijn ex kwam binnen. Ze plofte haar handtas op het keuken aanrecht, zei niks tegen me en kroop achter haar bureel. De sleutels van mijn wagen verdwenen ook in haar handtas. Ik vroeg haar de sleutels terug. Ze antwoordde me dat ze de dag erna die terug nodig had, want ze moest naar de bank in Bonheide, voor de erfenis van haar vader. Ik antwoordde haar dat dit wel kon zijn, maar dat ik mijn wagen nodig had, en ze mijn auto niet kon hebben. Nijdig vroeg ze me waar ik de auto dan wel voor nodig had. Ze begon me boven mijn theewater te krijgen. Ik vond dat ik haar daar geen uitleg over moest geven, en zei haar terug dat ik mijn wagen zelf nodig had. Het was per slot van rekening mijn wagen, niet de hare, en ik had een paar dingen op de agenda waar ik me niet te voet voor wilde verplaatsen. Wanneer ik mijn wagen niet nodig had kon ze die gebruiken, met duidelijk afgesproken uren. Morgen niet. Het dictator verhaal kwam weer boven, ik zou gaan bepalen hoe en wanneer zij haar afspraken kon maken. Ik zei dat dit niet zo was, dat ze kon afspreken wat ze wou, maar als ze mijn auto daar voor nodig had ik dit wilde weten, op voorhand, zodat ik eventueel mijn agenda zou kunnen aanpassen, en indien ik mijn agenda niet kon aanpassen, ze dan zelf vervoer oplossingen moest zoeken.
Ik zei haar ook dat ik er niet blij mee was dat ze me een hele dag eigenlijk had opgesloten in de woning, omdat ze mijn hele sleutelbos mee had genomen, en de hare ook, en de reservesleutel verdwenen was. Ze nam de telefoon, belde haar moeder, en vroeg of die met haar kon rijden, want dat ze van mij de auto niet meer kreeg. Dat had ik niet gezegd, maar ik liet het zo. Ze nam mijn autosleutels, en smeet die welgemikt mijn richting uit. Ik wees haar erop dat ze misschien morgen wel eens de tijd kon vinden om haar GSM abonnement op haar naam te nemen, dat duurde maar een half uurtje. Ik moest mijn dictatoriale kop houden, had aan haar niks te zeggen wat ze moest doen of niet, en onder haar ogen uit verdwijnen. ik nam mijn laptop, ging naar mijn slaapkamer, dokte de laptop in het station, en chatte verder met mijn vrienden. Rond een uur of twee ging ik slapen, en ik werd de dag nadien wakker rond half elf. Ik ging naar beneden, en merkte dat mijn ex weg was. Ik kleedde me aan, ging naar het sleutelmandje en merkte dat de autosleutel weer verdwenen was. Ik stuurde haar een bericht met het boodschappenlijstje, en vertelde haar die boodschappen mee te brengen, omdat ze weer met mijn auto weg was, en ik die boodschappen niet allemaal vier kilometer te voet ging slepen. Ik kreeg geen antwoord. Om half zeven was ze terug thuis, smeet de autosleutels in het mandje, die ik er prompt uithaalde en in mijn broekzak stak. Op mijn vraag of ik de boodschappen uit de auto moest halen zei ze me dat de Carrefour tot acht uur open was, en ik de boodschappen zelf kon doen. Ik stapte in de wagen, en ging om boodschappen, want er was echt niks meer in huis. Voor ik vertrok vroeg ze me wat we gingen eten. Ik antwoordde haar dat ik niet wist wat zij ging eten, en vertrok. ik at een snelle hap in de Lunch Garden, reed terug naar huis, laadde de boodschappen uit, borg ze op, trok een fles cava voor me open, en negeerde deze keer zelf mijn ex.
De week kabbelde zo verder met bitsige opmerkingen aan mijn adres,en ik hield me vast aan een leuk weekend dat er stond aan te komen.  Ik keek uit naar zaterdag. Ik zou met Hanne naar Alden Biesen gaan, naar de zomer opera. Een leuk moment in wat toch al hectische weken waren geweest.
Om half twaalf ging ik slapen.

Op insuline...

Donderdag 14 mei, iets na twaalf 's nachts.

De nachtverpleegster kwam mijn kamer in, om mijn bloedsuikerwaarden te meten, en de insuline pomp eventueel bij te stellen. Ik had intussen de tijd gehad om uit te zoeken hoe die insulinepomp werkte, maar ik had nog geen eigen glucose meter. Ik zou daar de dag erna via de diabetenliga eens werk van maken. Met een eigen glucose meter, liefst een accu check, en de nodige kennis van de pomp zou ik mijn suikerwaarden redelijk snel goed hebben. Ik had wel wat ervaring met insuline, zowel Lantus als Novorapid, en dat wisten ze op deze dienst niet. De nachtverpleegster prikte en de waarden zaten nog 'way to high', na twee bijstellingen. Het was duidelijk dat ze op oncologie hospitalisatie niet echt ervaren waren met insuline, ook de joekel van een glucosemeter was een opdracht voor de lieve nachtverpleegster. Ze wou weer met één eenheid per uur bijstellen. Ik was er intussen achter dat ze om de twee uren kwam controleren, en dat zou zo de nacht doorgaan, en concludeerde dat er nog niet werd gewerkt met de basis insuline, Lantus, de langwerkende, maar ze aan het proberen waren om met snelwerkende insuline, Novorapid die op een half uur piekte en dan nog anderhalf uur degressief doorwerkte, mijn spiegel goed te krijgen. Aan dit tempo lag ik hier over drie weken nog aan die pomp. Ik gaf mezelf 22 uur de tijd om mijn spiegel op 90 tot 110 te krijgen, dan zou ik van die pomp verlost zijn, en op pennen gezet worden. Freedom!!!!
Ik zocht de werkingscurve van de Novorapid op met mijn laptop, weerom met dank aan Astrid die me een log on code had gegeven voor een jaar die op heel de campus werkte. Volgens de curve stelde ik de pomp bij en gaf me vier eenheden bij over twee uren. Vlak voor de verpleegster terug kwam stelde ik de pomp terug naar één eenheid, en toen ze binnen kwam voor controle stond ik volgens haar verbazing goed, op 93. Ze zette de pomp naar een halve eenheid over twee uur, en ging buiten. Ik wist dat mijn lever aan de slag zou gaan, en stelde bij naar een halve eenheid op een uur, zette mijn wekker tien minuten voor de volgende controle en ging maffen... Het hele verhaal vertellen zou dit bericht veel te lang maken, maar ik was ze telkens een stapje voor en hield mijn spiegel rond de negentig. De nachtverpleegster was heel opgetogen over de resultaten, die ze niet begreep, en ook de prof de dag erna duidelijk niet begreep en me indringend aankeek. Hij vroeg me op de man af of ik wist hoe de pomp werkte, en zo ja, of ik de werkelijke toegediende waarden en het tijdframe wilde meegeven, kwestie van over de juiste informatie te beschikken. Hij keek naar de plunjer die in de pomp zat, telde de eenheden die ik volgens het elektronisch dossier zou gehad hebben, en keek toen naar de werkelijk ingespoten waarden. Er zat een opmerkelijke discrepantie op beide waarden. Met andere woorden, de inventaris klopte niet. Hij besloot om me van de pomp te halen, en me op pennen te zetten. Nog gemakkelijker voor me, die kon ik zelf inspuiten. Mission accomplished, ik was van die fucking pomp af op minder dan tien uren.Maar in mijn dossier kreeg ik weer een kanttekening. "well informed, and inventive".
Ik kreeg mijn eigen glucose meter, een prehistorisch ding dat ik na wat zeuren vervangen kreeg door een hypermodern geval.  Hier kon ik tenminste mee aan de slag.
Om half twaalf kreeg ik mijn pretedicatie tegen misselijkheid voor de komende chemo, twee flinke dosissen cortisone, onder de naam Emend en Medrol, en ik wist dat deze mijn glucosespiegel zouden beïnvloeden, maar ik had er geen idee van hoe. Ik zocht dus de tabellen op het net op, stak ze in een Excel, maakte er een draaitabel van, en na wat sukkelen had ik vrij nauwkeurig de dosissen insuline voor mezelf bepaald. Ik wou weten wat mijn eigen pancreas nog leverde, dus at een zoete koek, en zonder insuline, maar wel onder de cortisone, en keek wat mijn pancreas nog deed. De mediale curves van de beide cortisone preparaten mbt de suikerspiegels had ik ook al van het net geplukt en na een meting voor de insulinetoediening wist ik wat mijn eigen pancreas nog klaarkreeg. Even extrapoleren naar eenheden per lichaamsgewicht, bij in de draaitabel, en zie, daar lagen de juiste dosissen .Dat tabelleke zou me later, in de tweede lijn behandeling nog helpen... Maar dat wist ik toen nog niet. Ik wou het niet te hard laten opvallen, en zette mijn spiegel rond de 150, wat een geweldig resultaat was onder de cortisonen. De dag - verpleegster had me door, maar liet me samenzweerderig mijn gang gaan. Na anderhalve dag was mijn suikerspiegel onder controle. De endocrino prof kwam nog eens langs, feliciteerde mij met de 'opmerkelijke' resultaten, zo snel was er nog niemand op peil geweest, en als deze resultaten zouden handhaven mocht ik maandagochtend, na de RX thorax beschikken.
De resultaten handhaafden...
Ik was maandag 18 mei om tien uur in de ochtend de pist in. Nadat Knäkebröd me meedeelde dat hij me in het vizier had en zou houden. Hij deed maar. Mijn lijf, mijn leven, and in love and war there are no rules... Fighting cancer is a war, ook de bloedsuikerspiegels waren daar onderdeel van geworden, dus voor mij telde geen regels... Eat it Knäckebröd...

Die donderdag de veertiende mei is mijn vriendin inderdaad met de trein naar Diest gegaan, niet in de ochtend, zoals eigenlijk was afgesproken, maar tegen de middag. Ze pikte mijn wagen op bij mijn ouders, en reed eerst naar haar moeder, die in de buurt van Leuven woonde, en kwam tegen vijf uur in de namiddag toe op mijn kamer, vergezeld van haar moeder. Ik had op dat moment bezoek van mijn zus en schoonbroer.
Haar moeder had een cadeautje bij, en ik maakte de ludieke opmerking: 'leuk, een uitgesteld verjaardagscadeau'. Nogal kort van stof werd me uitgelegd dat dit niet voor mij was, maar voor een hele goede vriendin van haar moeder, ook gehospitaliseerd in het UZ, en die ze om half zes samen gingen bezoeken. Mijn vriendin gaf me twee onderbroeken en mijn pyjama af in een carrefourzak samen met mijn tandenborstel, tandpasta, mijn aftershave en scheergerief. Ik kreeg geen zoen, er werd me niet gevraagd hoe ik me voelde, en na 25 minuten vertrokken ze, mijn zus en schoonbroer totaal gechoqueerd achterlatend. Zus stak van wal, en vroeg me hoe lang ik dit nog zou blijven nemen. Ik haalde de schouders op. Eerlijk gezegd had ik andere katten te geselen. Om zeven uur vertrokken zus en schoonbroer, met de belofte zaterdag te komen. Mama en papa zouden komen op vrijdag, kort na de middag.
Ik belde Hanne om half acht, en deed haar kort het relaas dat je hierboven kon lezen. Ze was gecharmeerd over mijn aanpak met de bloedsuikers, en mateloos boos over de houding van mijn vriendin. Of ik nu es eindelijk mijn ogen wilde openen. Mijn ogen waren intussen open, en na het belletje met Hanne belde ik mijn vriendin, rond een uur of acht. Of ik haar nog terug mocht verwachten. Neen dus, want ze was intussen bij haar moeder, en zat daar aan tafel te aperitieven. Ineens begon het bij mij over te koken. Ik vroeg haar wanneer ik haar zou terugzien, en ze antwoordde me dat ze maandag, na haar lessen die eindigden om zeventien uur, me wel wilde komen
halen. Vrijdag had ik al bezoek van mijn ouders, zaterdag van mijn zus terug, en zondag van mijn ouders, dus waarom zou zij moeten komen? Ze had in het weekend op zaterdag afgesproken met haar kinderen, en dus geen tijd, en zondag was blokdag... Studeren dus. Ik vertelde haar droog dat twee onderbroeken wel heel erg weinig was om het van donderdag tot maandag te trekken... Geen antwoord... Ze haakte in.
Ik fietste wat rond op de televisie, vond een leuke film, en viel in slaap. Deze nacht geen controle om de twee uren, en ik sliep vast tot half zeven,  wanneer de ochtendverpleegster me wekte om de bloedsuikerwaarden op te nemen.
Het was intussen vrijdag 15 mei...
Ik hield me bezig met wat te surfen, en om een uur of twee kwamen mijn ouders toe. Papa keek eens rond in de kamer, en vroeg waar mijn vriendin was. Ik vertelde hem het relaas van de dag ervoor, en hij kreeg alle kleuren van de regenboog. Ik zweeg wijselijk. Om een uur of vier gingen mams en paps naar huis, en ik was terug alleen. Om half zes kreeg ik telefoon van mijn vriendin. Ze was helemaal overstuur. Ze had een hele harde telefoon gehad van mijn vader, dat ze mijn auto was mogen komen halen om er voor mij te zijn, en dat haar dat duidelijk was gemaakt maar ze dat vierkant aan haar laars lapte. Dat hij niet begreep dat ze me pas maandag, na twintig uur zou kunnen komen halen, terwijl ik in de voormiddag naar huis zou mogen. Dat ze mijn wagen zaterdagochtend voor tien uur terug bij mijn vader op de oprit moest zetten, en zo niet, mijn vader aangifte zou doen van diefstal van mijn wagen. Dat ze die niet had meegekregen om met haar kinderen rond te rijden, maar om er voor één keer voor mij te zijn. En ze riep in de telefoon wie mijn vader wel dacht dat hij was, om haar zo aan te gaan. Ik heb haar droog geadviseerd mijn wagen voor tien uur af te leveren want dat om één minuut na tien de klacht zou liggen, mijn vader kennende. Ze wou erover praten, maar ik was toen koud in mijn hart, ijskoud. Ik gebood haar naar Leuven te komen, direct, voor zeven uur, en ik zou met haar praten. Ze is gekomen... Om half acht kwam ze toe. Ik voelde niks meer, het was koud in mijn hart... Ze stak van wal. Wat ik en mijn familie wel niet dacht, haar zo te vernederen. Ze deed niks fout, ze had haar eigen leven, en mijn kanker was mijn gevecht. Als ik haar nodig had was ze er toch, ze was de dag voordien toch ondergoed komen brengen. Het was me discussie niet waard, dus gaf ik haar gelijk, en deze had zij nu es niet zien komen. Ik gaf toe dat ik mijn fouten en haar perfectie inzag, en dat deze impasse volledig aan mezelf lag. maar dat ik ook wel begreep dat het kalf verdronken was, en dat ik door mijn houding alle bruggen had opgeblazen, en begreep dat door mijn houding de relatie was stukgelopen. Dat ik haar drie jaar lang onheus had behandeld, en veel meer had moeten doen dan alleen maar de rekeningen van de samenwoning kosten volledig voor mijn rekening te nemen. Dat ik begreep dat ik haar de middelen had moeten gunnen om zichzelf te ontplooien, en nooit had mogen verlangen dat ze van haar inkomen af en toe wat zou spenderen in de samenleving. Dat ik haar die 1000 € per maand had moeten gunnen om haar leven te leiden. Plots werd ze rustig, keek me aan en zei me dat ze blij was dat ik dit uiteindelijk wilde inzien, dat alle schuld bij mij lag, en dat ik haar onheus had behandeld. Dat ik tevreden had moeten zijn met haar inspanningen, een zak tomaten en twee kroppen salade per maand, want dat ze niet meer kon. Ze had haar geld nodig om voor zichzelf en haar kinderen te zorgen... Mijn antwoord dat ik voor de rekeningen van haar kinderen ook opdraaide werd afgestraft met een intense blik, en het antwoord dat ze hoopte dat ik het geheel zag... Ik zweeg, alles was goed om haar vandaag te doen aanvaarden dat het genoeg was geweest. Als dat betekende dat ik in haar ogen alle schuld op mij moest nemen, dat ik volgens haar niet genoeg had gedaan, dan was dat maar zo. Ik wou van haar af en wel direct. Ik bood haar aan dat ze tot einde augustus de tijd kreeg, dan kon ze nog in alle rust studeren, haar examens en tweede zit afleggen. Ze bood toen zelf aan om die laatste maanden huur van de woning te betalen, want ze zag wel dat ik tot dan alles had betaald, en ze wou niet als profiteuse afgeschilderd worden. Ik aanvaardde haar aanbod... Het ging hem om nog drie maanden, geen drieduizend euro... Toen ik haar vroeg of ze dat geld had, zei ze me fijntjes dat ze haar studiebeurs daaraan zou besteedden, in de hoop me met een schuldgevoelen op te zadelen. Ik liet het niet aan mijn hart komen, rondde het gesprek af, begeleidde haar naar mijn auto, drukte haar op het hart die bij mijn ouders af te leveren de dag nadien, en we namen afscheid. Ze gaf me een knuffel, zei me nogmaals dat ze blij was dat ik eindelijk inzag dat ik en ik alleen hier schuld aan had, en dat de kanker me God zij dank milder had gemaakt, en tot inzichten had gebracht. Het was me allemaal eender... Ik was van haar af. Dacht ik...

donderdag 22 oktober 2015

Goed nieuws.

We tekenen 13 mei, de dag na mijn verjaardag.

De twee weken ervoor had ik regelmatig op de chat gehangen met Hanne, een collega met wie ik al een hele tijd goed kon opschieten, en die zich mateloos stoorde aan de houding van mijn vriendin. Hanne was een heel aantal jaren jonger dan mij, 24 om correct te zijn, maar dat liet zich niet voelen. Ze was redelijk direct in haar communicatie, zonder doekjes er rond, en zo had ik het graag. Vooral het feit dat mijn vriendin tot nog toe geen enkele keer was mee geweest om een chemo vond ze niet kunnen. Hanne ramde dan ook door mijn strot dat ze bij de eerst volgende chemo me zou bezoeken, of ik dat nu wilde of niet. "Er zijn nu eenmaal dingen waar je niet alleen doorgaat", was haar achterliggende gedachte.

Intussen stond mijn vijftigste verjaardag voor de deur, en mijn vriendin wou een feestje geven. Een tuinfeest. Ik had haar drie jaar geleden haar 45e verjaardag ook niet ongemerkt voorbij laten gaan, dus wou ze me dat feest terug gunnen. Ook een beetje door de strot geramd, want de tuin zag er niet uit, en moest van wintermodus nog naar lente gebracht worden.Na de tweede chemokuur begon het me wat aan fut te ontbreken.

Begin mei begon ik aan de tuin opkuis, en 10 mei, de dag van het feestje, in de voormiddag was de tuin klaar. En al zeg ik het zelf, de tuin mocht gezien worden. Een aantal heesters waren in de bloei, de tuin was gezellig aangekleed, en dank zij de hulp van mijn ouders, en mijn goede vrienden Werner en Sabine was alles klaar tegen dat de eerste gasten kwamen. Het feest was een succes, en heel wat mensen die ik al heel lang niet meer had gezien waren aanwezig. Mijn vriendin deed haar uiterste best om iedereen van hapjes en drankjes te blijven voorzien. Ze deed ook haar uiterste best om enige vorm van contact met mij te mijden, wat blijkbaar door nog een aantal mensen werd opgemerkt, en me later, nadat ik een punt zette achter de relatie, ook werd gezegd. Haar aandacht ging vooral uit naar haar eigen familie en vrienden. Ik stoorde me er niet aan, en was haar dankbaar dat ze dit feestje mee op poten had gezet.

Dinsdag 12 mei was mijn eigenlijke verjaardag, en ik was weer alleen thuis. Mijn vriendin was naar de les, en was vertrokken zonder me te feliciteren.
Hanne had ik al een paar dagen niet gehoord, ze was met een goede vriend een citytrip aan het maken, maar we hadden in de namiddag afgesproken om samen een glas te drinken op mijn verjaardag. Ik keek er naar uit om haar terug te zien. De laatste keer dat we elkaar hadden ontmoet lag al weer een paar maanden achter ons.

We hadden om drie uur in de namiddag afgesproken in een zaak in Antwerpen. Ik was veel te vroeg daar, en zette me in het zonnetje, op het terras, met een glaasje witte wijn.
Een sms'je liet me weten dat Hanne onderweg was, maar een beetje later zou zijn. File. Rond half vier arriveerde ze. Ze strompelde uit haar auto, en toen ik vroeg waarom ze 'zo raar liep', kreeg ik een typische beteuterde snoet van haar, met de uitleg dat Rome doorkruisen op ballerina's niet onmiddellijk het meest briljante idee bleek te zijn. Haar voeten waren rauw, ze zagen eruit alsof iemand er met een slijpschijf op los was gelaten.
Het kon niet missen... Zo kende ik haar ten voeten uit. Zo typisch Hanne. We dronken een glas wijn, en ik kreeg een veelzeggend cadeautje van haar, uit Rome, en voor mijn verjaardag. Een koelkastmagneet, met de afbeelding van Julius Caesar, en zijn gevleugelde woorden 'veni, vidi, vici'. De achterliggende symboliek ontging me niet, en de dubbele bodem ook niet. Rond een half zes namen we afscheid, en pikte ik mijn vriendin op aan de Paardenmarkt, na haar lessen. Ze stelde voor om wat te gaan eten. Ik had er niet zoveel zin in, maar zelf achter de potten gaan staan was ook niet onmiddellijk een aanlokkelijk idee. We trokken naar de Colmar, een soort veredelde Lunch Garden. Ik bestelde een entrecote, seignant, met bearnaise, slaatje en frietjes. Het smaakte me, en om een uur of acht maakte mijn vriendin aanstalten om naar huis te gaan. De rekening werd aan mij overgelaten, en rond kwart na acht zat ik in de zetel, en zij achter haar boeken. De dag erna zou ik de derde reeks chemo starten, en Hanne zou me bezoeken. Ik keek er naar uit.
Ze zou als eerste getuige zijn van prettig nieuws.

Woensdag 13 mei 2015.

Mijn vader had me, zoals gewoonlijk, naar Leuven gebracht, en zou me, ook zoals gewoonlijk, komen ophalen als ik klaar was. Mijn ouders hadden al een aantal keer aangeboden ook op woensdag bij me te blijven, maar woensdag was steevast een lange dag, en dat wou ik hun niet aandoen. Het aanzicht van Peter die een Carbo - platina kreeg toegediend was dan ook niet meteen het meest prettige zicht. Bij Hanne pakte dat geen verf. Ze veegde mijn argumenten van tafel, vakkundig, en ik zweeg wijselijk.
Ik verwachtte haar ergens ergens rond de middag.
Glenn was mijn verpleger die dag, en na de klassieke bloedafname, was het wachten op de uitslag. Rond een uur of tien kwam prof. Knäckebröd mijn kamertje binnengestapt, en viel meteen met de deur in huis.
"Meneer Schodts, ik heb goed nieuws voor u, en slecht nieuws? Waarmee zal ik beginnen?"
Ik koos voor het slechte nieuws eerst.
"Knäckebröd ging verder.
"Uw glycemiewaarden staan veel te hoog. We zouden u graag opnemen, om u op insuline te zetten. Omdat er een verlengd weekend voor de deur staat zal u dan waarschijnlijk tot maandag moeten blijven. Indien u akkoord gaat, regel ik zo dadelijk een kamer voor u, hier op de vijfde verdieping.". Deze had ik niet zien komen. Ik vroeg of dat het slechte nieuws was. Knäckebröd antwoordde bevestigend. "Wat mag het goede nieuws dan wel zijn?", vroeg ik.
Knäckebröd stak opnieuw van wal.
"Principieel vinden wij de glycemiewaarden bij kleincellige longkankerpatiënten niet relevant, maar uw tumormarkers zijn zo drastisch gedaald, dat deze waarden voor u wel relevant worden. Met andere woorden, u reageert uitstekend op de chemo, en als de tumor lineair gekrompen is met de tumormarkers, dan moet er ongeveer 75% krimp te noteren zijn. We willen dan ook graag een RX thorax maken, iets eerder dan voorzien. Deze gunstige reactie determineert uw levensverwachting in de positieve zin. Met andere woorden, bij een doorzetting van deze reactie zit u aan de gunstige zijde van de statistieken.".
Ik liet het nieuws doordringen. Ik kreeg meer tijd. Behoorlijk wat meer tijd, als ik de boodschap goed begrepen had. Ik zou nog niet dadelijk 'tot as terugkeren'.
Ik bedankte de professor, nam mijn mobieltje, en probeerde mijn vriendin te bereiken. Ik wist dat ze thuis was, omdat ze in de namiddag een presentatie moest geven, als proefopdracht, en ze was die aan het voorbereiden.
Ze nam de telefoon aan. Best wel opgewonden met het goede nieuws vertelde ik haar wat de prof me net gezegd had. Ze antwoordde koel dat ze blij was voor mij, maar dat ze nu geen tijd had, omdat ze die presentatie aan het voorbereiden was, en ze me om twee uur namiddag, na haar proef zou terugbellen. Ik wou haar nog vragen om na de proef de trein te nemen naar Leuven, en me wat zuiver ondergoed en een pyjama mee te brengen, maar ze had al ingehaakt. Ik belde mijn ouders, en bracht hun het leuke nieuws dat ik net had gekregen. Ze waren zo gelukkig voor me, en vroegen me hun verder op de hoogte te houden, en of ze iets voor me moesten meebrengen.

Een uurtje later kwam Hanne toe. Ik vertelde haar het leuke nieuws, en kreeg prompt een dikke, innige knuffel. "Ik ben zo blij voor je", zei ze me, en ik zag ze een traantje wegpinken. Het raakte me, behoorlijk diep.
We babbelden wat, wachtend op de laatste bloedresultaten en het groene licht voor de chemo te mogen krijgen. Astrid was intussen al eens op de kamer geweest, en monsterde Hanne van kop tot teen. Zuiver om haar 'nonkel Peter' te beschermen. Later op de namiddag zouden Hanne en Astrid even met elkaar praten, en werd Hanne 'goedgekeurd'.
De chemo mocht gegeven worden, en om iets na twee kreeg ik een smsje. Van mijn vriendin.
"Joepie, ik ben geslaagd op de presentatie. Ik bel je over een uur". Ik vroeg me af waarom ze pas over een uur kon bellen. Ik vertelde Hanne van haar bizar berichtje, en instant betrok haar gezicht, en nogal onomwonden gaf ze haar mening. "Zeg wat is't? Is die trut ontgoocheld omdat je nog niet direct de hoek om bent of wat?".
Rang, boenk erop.
Om een uur of vijf was mijn kamer op 't vijfde klaar, en kwamen mijn ouders toe met wat ondergoed, toiletgerief en een pyjama van paps. Ze keken eens naar Hanne, en om paps zijn mond speelde een glimlach. Op de vraag of ik intussen al wat van mijn vriendin had gehoord moest ik ontkennend antwoorden. Pas om half negen 's avonds, na herhaalde pogingen, zou ik haar aan de lijn krijgen. Haar uitleg: Het was mooi weer, en ze was een terraske gaan doen met haar medestudenten, want ze verdiende ook wel een moment van ontspanning. Ze zou de dag nadien wel met de trein naar Diest gaan om mijn auto op te halen, en zou me dan komen bezoeken
Slik.
Rond zes uur vertrok Hanne. Ik wist toen niet dat ik haar snel terug zou zien.
Ik wist toen ook niet dat de ware aard van mijn vriendin de bovenhand zou krijgen. Er lagen stormachtige dagen in het verschiet.
De boodschap van vanochtend, met name mijn langere levensverwachting, zouden me ingrijpende beslissingen doen nemen.

Plezante momenten: "terraske bouwen".

Ergens in maart 2015.

De datum ontgaat me juist, maar ergens in maart van dit jaar uitte mijn zus en schoonbroer hun frustraties over hun terras. Om eerlijk te zijn heb ik die frustraties een beetje 'geforceerd'. Het terras was eigen te krap bemeten om comfortabel een tuinsetje op te zetten, en ik zag mijn kans schoon om dit eens aan te kaarten. Het terras her - aanleggen in een tropisch hardhout zou de mogelijkheid bieden het ook uit te breiden.
Ik kreeg mijn schoonbroer Paul warm voor het idee, hij maakte een schets van zijn huidige terras, met de juiste maatvoeringen, en na wat rekenwerk kon het hout besteld worden. Er werd voor Tali gekozen, een beenharde tropische houtsoort, de meest duurzame soort, maar ook de duurste soort. Een paar dagen later werd het hout geleverd, en mijn zus en haar wederhelft hebben een zaterdag gespendeerd aan het 'naar de tuin dragen' van de stapel planken, balken en onder - regels. De bedoeling was om bij het eerste goede weer het terras aan te pakken.
Op zaterdag 18 april was het zo ver. De weersvoorspellingen lagen goed, meer dan goed zelfs, de eerste chemo lag intussen twee weken achter me, en ik voelde me redelijk ok, dus om acht uur 's ochtends was ik paraat, met het nodige gereedschap.
Het ontwerp van het terras zat in mijn hoofd, de koffie was klaar, en de 'project' kick - off werd gegeven. Ik moest van mijn zus op een stoel gaan zitten, en instructies geven aan Paul en Diether, die de aanleg zouden 'uitvoeren'. Ik zei mijn zus dat ik vanuit de regisseursstoel zou toekijken, en dacht bij mezelf: "Als je dit gelooft, dan geloof je ook nog in de Sint." Bibi van aan de zijlijn toekijken en instructies geven? Ik dacht het niet.
Enfin, fotootjes zeggen meer dan duizend woorden, dus laat me eens proberen er hier een foto tussen te foefelen.


  
Gelukt! Door op de foto's te klikken kan je uitzoomen.
Ik had mezelf drie dagen gegeven om het terras aan te leggen, wat krap was, maar haalbaar. Om half tien was de dragende onderbouw voor de uitbreiding klaar. Paul nat in't zweet, maar wel voldaan.

 


We begonnen aan de onder - regels, Tali balkjes die de planken zouden dragen, en ervoor zorgden dat regenwater vlot weg kon. Zus had me intussen al een paar keer 'terug op mijn stoel gezet', zonder blijvend resultaat. Vier uur later was de onderbouw volledig klaar, en begon ik aan het uitwerken van de trap. Om de monolithische stijl van het terras geen geweld aan te doen, had ik gekozen voor een geïntegreerde trap, in plaats van hem tegen het terras aan te bouwen. Het was wat meet- en puzzelwerk, maar nog eens twee uur later was de trap zo goed als klaar.
Aanschouw zelf...






De eerste plank was intussen ook gelegd, en voorzien van led - verlichting, als barrière tussen het terras en de 60 cm dieper liggende tuin. Gewoon om te voorkomen dat iemand in het duister, en met een stuk in de kraag languit in het gras zou terecht komen.

Om een uur of zeven 's avonds hielden we het voor bekeken. We waren 'on schedule', eigenlijk zelfs een beetje voor op de planning. Voor een belangrijk stuk dank zij Diether, die liet zien dat jonge kerels best wel poten aan hun lijf hebben, en zichzelf meer dan gesmeten had. We rommelden het gereedschap op, en we spraken af dat we de dag nadien om half acht terug op het appel zouden zijn.
Moe maar voldaan reed ik terug naar Brasschaat.

De volgende dag, zondag 19 april dus, verwelkomde een stralende zon ons. Om half acht was ik terug bij Paul en Dominique, en in had er zin in. Diether zou ons ook komen helpen vanaf een uur of tien, en na het koffietje vlogen we erin. We begonnen met de beplanking van het overdekte gedeelte van hun terras, en rond de middag was dat deel klaar. Het gaf een mooi beeld van hoe het afgewerkte terras er zou gaan uit zien,





Het was een gepruts geweest, dat overdekte gedeelte, met veel hoekjes die moesten uitgewerkt worden, maar het resultaat mocht gezien worden. We werkten verder, en tegen een uur of acht 's avonds was het zo goed als klaar. Er moesten nog een paar planken 'aangewerkt' worden, en alle houtoverschotten moesten nog opgeruimd worden, maar een professioneel aannemer deed ons dit niet na op twee dagen.
Kijk en oordeel zelf...










Zus kon niet wachten, er zouden stoelen op dat terras moeten staan, en ze sleepte haar oudste stoeltjes uit het tuinhuis. De "echte set" moest eerst afgewassen worden. Nadat zus het terras had gestofzuigd. ja, je leest het goed, "gestofzuigd", mochten we met een welverdiende Leffe genieten van ons werk.


We spraken weer af om de dag nadien rond een uur of tien verder te werken, en het terras af te werken.

Maandag 20 april was ik om tien uur paraat, met stijve spieren. Paul was ook niet onmiddellijk van de meeste fitte, maar dat kon ons niet tegenhouden.
We werkten de laatste planken af, dichtten het front van het terras, ruimden alles op en beklonken de goede afloop en het resultaat met een flinke Leffe.
Zus ging aan de slag met stofzuiger, daarna met de keerborstel en daarna met emmer, water en schuurborstel. Paul, die alles in de tuin aan het opruimen was, wou het terras op komen, en kreeg gigantisch tegen zijn voeten van mijn zus. Of hij wel eens onmiddellijk zijn schoenen wilde uitdoen om het terras op te komen!
Ik kwam niet meer bij van het lachen... Enfin, na drie dagen was het terras klaar, en al zeg ik het zelf, het resultaat mocht gezien worden.
De 'echte tuinset', vakkundig onder handen genomen door mijn zus, mocht geplaatst worden, en de gebruikelijke Leffe werd meer dan ééns geproefd. Ook de led - verlichting was geslaagd. 











Doodmoe, maar twee heel gelukkige mensen achterlatend, reed ik terug naar Brasschaat.
Mission accomplished...
Terras klaar. 
A piece of my legacy.

Dag twee, drie en het weekend van de eerste chemokuur.

Donderdag, 2 april 2015, Half negen in de ochtend.

Ik werd wakker in de zetel, met een stijve hals, een droge mond en hoofdpijn om gek van te worden. Ik had het gevoel alsof ik de avond ervoor gewoon veel te veel had gezopen, een typisch katergevoel. Ik zette me recht in de zetel, gunde mezelf even de tijd om 'wakker' te worden, en stond op. Mijn vriendin was blijkbaar al weg, haar fiets was verdwenen, en ik moest gewoon door haar ochtend gestommel heen geslapen hebben.Niet dat ik het erg vond. ik maakte me de gebruikelijke tas koffie, en nam een douche, zo goed en zo kwaad als het ging. De katheter die ze de dag ervoor in mijn arm hadden geprikt, hadden ze laten zitten, en zou blijven zitten tot morgen, na de baxter. omdat chemo de aderen aantast, probeerden ze, tot ik een poortkatheter had ingeplant gekregen, de naald te laten zitten.
Het douche verliep een beetje stuntelig, maar na een minuutje of tien was ik gewassen en voelde me al een stuk beter. Ik zou rond een uur of elf naar Diest rijden, mijn moeder oppikken, en dan door rijden naar Leuven. Het was intussen half tien, ik had nog anderhalf uur tijd. ik begon met de premeditatie te nemen, een halve Medrol en een Emend, tegen misselijkheid, en magnesium tegen mogelijke spierkrampen. De hoofdpijn was draaglijk, dus ik bleef van de pijnstillers af.
Ik las de gebruikelijke krant on line, maakte de brievenbus leeg, zette een wasmachine op, en vertrok op naar Diest.
Het begon stilaan een routine te worden, en in Diest stond mijn moeder al te wachten. samen reden we naar Leuven, en ik werd weer erg vriendelijk onthaald. na de inschrijving mocht ik even wachten in de 'wachtzaal', die meer weg had van een gezellig salon, en na een minuut of vijf kwam Astrid me ophalen. Ze begeleidde me naar een kamertje met een bed, en met vaardige handen nam ze wat bloed af en hing de chemo aan. Het flauwe griepgevoel kwam weer op. Na een uurtje of twee was het achter de rug en reden we terug richting Diest. Ik voelde me een beetje slapjes, en wat beverig, maar al bij al vond ik het meevallen. De horrorverhalen over doodziek zijn, en je darmen uitkotsen bleven voorlopig uit. In Diest dronk ik, onder redelijk pertinente dwang van mijn moeder een liter water uit, en vatte om een uur of vijf de rit naar Brasschaat aan. Rond half zeven was ik terug thuis, en ik was weer alleen. Mijn vriendin stuurde me om iets voor zeven een bericht, of ik het zag zitten om haar te komen halen, dan konden we samen ergens een snack eten. Ik stapte terug in de wagen, reed naar Antwerpen centrum, pikte mijn vriendin op, die me eerst nog een minuut of tien liet wachten omdat ze in een geanimeerd gesprek was met een medestudent, en bolde terug naar Brasschaat. We aten wat bij de Egyptenaar, en toen we terug thuis kwamen was mijn kaars uit. Ik voelde me alsof ik onder een trein had gelegen, ik had overal spierpijn, en de hoofdpijn kwam weer opzetten. Met nog een liter water in de aanslag zette ik me voor de televisie, en probeerde een film te volgen. Ik ben op de zetel in slaap gevallen, en werd daar de volgende ochtend ook wakker.

Vrijdag, 3 april 2015, Half vier 's ochtends.

Ik werd wakker in de zetel. Er lag een fleece deken over me, en ik kon me niet herinneren dat ik deze zelf genomen had, dus ik veronderstelde dat mijn vriendin me had toegedekt. Ik zette me recht, en meteen was de hoofdpijn terug. Bonkend deze keer. Ik stond op en ging naar buiten, het terras op. De koele lucht deed me goed, het was koud buiten, het weerstation vertelde me een graad of vier. Ik ademde eens diep in, wat meteen een hoestbui veroorzaakte, maar wel de hoofdpijn deed afnemen. Wat helderder in het hoofd ging ik terug binnen. In de kast boven het aanrecht greep ik een tas, vulde deze met water, en zette die in de microgolfoven. Eigenlijk had ik zin in een tas koffie, maar de espressomachine was nu niet bepaald 'stil' te noemen, dus koos ik voor een thee. Veel minder kabaal.
Ik wou mijn vriendin niet wekken, ik had geen zin in een discussie over een machine die teveel kabaal maakte om vier uur in de ochtend.
Vandaag zou ik de laatste chemo van deze eerste kuur krijgen, en eerlijk gezegd was ik blij dat het de laatste zou zijn, en dan bijna drie weken 'rust' zou krijgen. Het deed toch wel wat me, al probeerde ik me sterk te houden. De chemo ondergroef mijn algeheel gevoel van welzijn, en mijn assertiviteit. Ik had moeite met me te concentreren, en soms gingen dingen gewoon aan me voorbij zonder echt door te dringen. De bijwerkingen vielen voorlopig nog mee, maar ik was dan ook pas gestart. Eigenlijk was ik allang blij dat ik niet misselijk was, en het beetje dat ik kon eten ook binnenhield.
Eten... Ik kreeg ineens zin in worstenbroodjes, maar de bakker aan de overkant van de straat was uiteraard nog gesloten. Ik keek op de klok, en zag dat het half vijf was. Ik zou nog twee uren geduld moeten hebben. Klaarwakker zette ik me terug voor de televisie, en koos een film, een no brains, Piranha II, en nipte nu en dan van de thee. Om Half zeven hoorde ik de wekker afgaan op de kamer van mijn vriendin, en nog eens een kwartier later verscheen ze in de keuken. Ze negeerde me, en mijn goedemorgen werd onthaald met een blik van 'laat me eerst wakker worden'. De espressomachine kwam tot leven, de dampkap ook, en de eerste sigaret van de dag was een feit. Voor mijn vriendin dan toch. Lurkend aan haar sigaret, en nippend van haar koffie, ging haar vinger druk heen en weer over het scherm van de GSM die ik haar een tijd geleden cadeau deed. Ze keek me aan, en vroeg of ik het zag zitten om haar naar de faculteit te brengen, daar ik toch wakker was. Ik knikte ok, en ging naar de badkamer om me te douchen. De katheter zat nog steeds in mijn arm, en de douche verliep als de dag ervoor een beetje stuntelig. Na tien minuten was ik klaar, en aangekleed. mijn Vriendin was aan haar tweede sigaret begonnen, en maakte niet onmiddellijk aanstalten om zich klaar te maken. Ik liet haar doen, en nam me voor ook geen haast meer te hebben. Om kwart voor acht was ze klaar, en kreeg ik een blik van 'hoe zit het kerel, is het nog voor vandaag?'. Ik stond op, greep de sleutels van mijn wagen, en bracht haar naar de Paardenmarkt in Antwerpen. Ze stapte uit de wagen, wenste me succes voor de laatste baxter, en sloeg de deur net iets te hard dicht. "Ook een prettige dag", dacht ik, en reed terug richting Brasschaat. Ik parkeerde de wagen voor de deur, stapte uit, en liep bij de bakker binnen om een worstenbroodje. Hij vroeg of ik verlof had, en na even twijfelen antwoordde ik ja. Eigenlijk had ik niet gelogen. Het was ziekteverlof weliswaar, maar dat was ook verlof, niet? Ik had geen zin in de medelijdende blikken van bakker en buren, of van eender wie. Terug thuis warmde ik het worstenbroodje op, maakte me een tas koffie en werkte het worstenbroodje naar binnen. Het lag als spanbeton op mijn maag, maar het smaakte me, en de opwerpingen nadien nam ik er voor lief bij. Ik deed een beetje van de strijk die zich begon op te stapelen, en tegen een uur of half elf vertrok de rit weer naar Diest. Deze keer kreeg ik in Leuven een zetel toegewezen, onder honderdduizend verontschuldigingen. Normaal kregen 'respiratoire patiënten' altijd een bed, maar het was zo pokkedruk. Ik verteld hun dat ik allang blij was dat ik kon zitten, en ze het verder niet in hun hoofd moesten steken. De chemo werd toegediend, en weeral een uurtje of twee later zaten mijn moeder en ik in de wagen richting Diest. Ik voelde me redelijk ok, op de vermoeidheid en de beverige benen en armen na.
Rond een uur of zes reed ik terug naar Brasschaat, en de vrijdagavond spits maakte de rit er niet makkelijker op. Ik merkte dat mijn zicht veranderde, de bril om ver te zien hielp niet echt meer, en zonder bril zag ik beter, maar eigenlijk niet genoeg. Blij dat ik heelhuids toekwam parkeerde ik de wagen anderhalf uur later voor de deur. Mijn vriendin zat weeral achter haar bureel, en keek eens op vanboven haar boeken. Ze vroeg me hoe het met me ging, en probeerde een dialoog te starten. Een beetje verrast, maar wel aangenaam verrast ging ik op de uitnodiging in. Na eventjes naar mijn relaas geluisterd te hebben, onderbrak ze me, en vertelde me dat ze morgen naar haar kinderen ging. Ze vond het geen goed idee dat ik in de drukte zou zitten, het weekend na de eerste chemo, en ze vond het een beter idee dat zij naar haar kinderen zou gaan. Me alleen laten na de eerste chemokuur was blijkbaar geen probleem... Ik maalde er niet om, en zei dat ze vooral moest doen waarvan ze dacht dat het juist was. Ze vroeg of ik zin had in een pak frieten, en of ik dat dan gelijk kon gaan halen. Ik had niet echt honger, zei haar dat ze voor mijn part frieten kon gaan halen, maar dat ik in de zetel kroop. Mijn vriendin stond op, trok haar jas aan, sloeg de deur met een smak achter zich dicht, en beende richting frituur, die net om de hoek was. Ik ging op de zetel liggen, en viel vrijwel dadelijk in slaap.

Zaterdag, 4 april kwart voor zeven 's ochtends.

Ik werd weeral wakker in de zetel. De hoofdpijn bleef deze keer uit, maar ik had een wee gevoel, en totaal geen fut. Mijn vriendin was blijkbaar al wakker, want het licht in de keuken brandde, en ik hoorde gestommel op de badkamer. Ik stond op, ging naar de keuken, en zag op tafel het aangebroken pak frieten en een halve fles wijn staan. Ik negeerde de rommel, maakte me een tas koffie, en ging naar buiten, op het terras. De ochtendkoude verdreef de laatste slaap, maar niet de vermoeidheid. Ik dronk mijn tas koffie op, en toen ik terug binnen kwam was mijn vriendin al klaar en aangekleed. ze vroeg achter de sleutels van mijn wagen, en zonder verdere uitleg vertrok ze. Ik veronderstelde naar haar kinderen. Ik begon zo langzamerhand genoeg te krijgen van haar houding, en ik besloot dat ik eens bij mezelf te rade zou gaan of ik dit allemaal wel wilde blijven nemen. Het was vroeg in de ochtend, en ik zocht iets om me wat bezig te houden. Ik deed de rest van de strijk, waste een paar wasmachines,  nam de stofzuiger en probeerde een beetje te poetsen, en tegen een uur of twee in de namiddag was het op. De vermoeidheid sloeg keihard toe, en ik legde me terug in de zetel. Geen twee minuten later viel ik in slaap.
Om een uur of zeven werd ik wakker, en had een hongerig gevoel. ik keek eens in de kasten, maakte me een Provençaalse omelet met wat brood erbij, dronk een glas water, want een glaasje wijn was pas voor de dag nadien toegestaan, trok een jas aan, en mijn schoenen, en wandelde het blokje rond. De frisse lucht deed me goed, maar echt doorstappen zat er niet in. De chemo vermoeide me toch wel behoorlijk, en na het blokje rond lonkte de zetel terug. Om half elf werd ik wakker van de voordeur die open ging. Mijn vriendin was terug thuis, en ze kwam even bij me zitten in de zetel. Ze vroeg hoe ik me voelde, en of het met me ging. Ik vond het een beetje hypocriet, na me de hele dag alleen te laten en zelfs geen sms'je te sturen, dus ik vertelde haar dat ik vooral geslapen had. Ik kreeg als antwoord dat ze 's anderdaags met haar oudste zoon en zijn vriendinnetje naar haar stiefmama ging, om één en ander rond de erfenis te regelen. ik had wel door dat het weer een excuus was om weg te zijn, maar maakte me er niet druk om.

De zondag verliep rustig. Ik joeg de rest van de strijk erdoor, verschoonde de bedden, ruimde een beetje op, en keek wat televisie. Mijn vriendin, die rond een uur of elf was vertrokken, was rond half negen 's avonds terug thuis, zuchtte, zie dat ze nog heel wat lessen had voor te bereiden, en kroop weer achter haar boeken. Ik ging de trap op, naar 'mijn kamer', en kroop onder de wol...