maandag 5 oktober 2015

Eindejaarsfeesten 2014

Het werd kerst, en de vermoeidheid en ritmestoornissen beterden niet. De droge kuch was geëvolueerd naar een vervelende  en nijdige prikkelhoest die telkens als ik van een warme omgeving naar een koude stapte, van binnen naar buiten dus, continu hoesten uitlokte, en praten moeilijk maakte. Ik bezocht mijn huisarts, die naar mijn longen luisterde maar niets hoorde, en er van uit ging dat ik last had van lichte, maar hardnekkige infectie van de luchtwegen. Ze schreef me een breed spectrum antibiotica voor, en een puffer om de bronchiën  wat open te zetten. Het hielp wel wat, en het hoesten was met de puffer onder controle te houden tot een draaglijk niveau.

De vader van mijn toenmalige vriendin, die tegen longkanker vocht, was opgenomen in een revalidatiecentrum waar hij herstelde van een bekkenbreuk na een val van de trap bij zijn thuis. Doordat hij eerst van de breuk moest herstellen kon de chemobehandeling niet worden verder gezet, en kreeg de kanker eigenlijk vrij spel om te woekeren. Ik zag de man dan ook langzaam wegkwijnen, en probeerde mijn vriendin voor te bereiden op het feit dat hij volgens mij niet lang meer zou onder ons zijn. Mijn vriendin sloot haar ogen voor de situatie, verschool zich achter haar studieboeken onder het mom dat ze zich moest voorbereiden voor de examens in januari. Het was een beetje een hectische periode voor mij, met regelmatig ritten van Brasschaat naar Bonheiden, waar haar vader was opgenomen, deadlines die op het werk moesten gehaald worden en waar het weer niet wilde meewerken, de feestdagen in het verschiet, en een vriendin die zich niks meer aantrok van enige huishoudelijke taak 'omdat ze moest studeren', en dat allemaal aan mij overliet.
Tegelijk hadden de kinderen van mijn vriendin, een puber en een adolescent, hun weg terug gevonden naar hun mama, en kwamen zeer regelmatig op bezoek en steeds met één handje vooruit. De kerels hadden geen kaas gegeten van 'samenleven', en maakten op tien minuten tijd van een net opgeruimde woning een waar slagveld. Mijn opmerkingen daarrond werden straal genegeerd, en ik stoorde me mateloos aan het hele dagen lamentabel voor de televisie hangen, met de iphone continu in de aanslag, zelfs aan tafel. Mijn vriendin klasseerde mijn houding tegenover haar kinderen als ouderwets, en vond dat ik wat meer moest meegaan met de tijd. Ikzelf vond dat een minimale basis van wellevendheid niks te maken had met oubollig gedachtegoed, maar wel getuigde van opvoeding. Het leidde tot stevige discussies, die verstandhouding tussen mij en mijn vriendin nog verder onder het vriespunt bracht.
Dikwijls voelde ik me 'op logement' in mijn eigen thuis, en dat uitte zich tot langere dagen op het werk, omdat er thuis alleen maar een stilzwijgende vriendin wachtte, die me eigenlijk gewoon negeerde, steeds met de neus in haar studieboeken en elke vorm van communicatie vermeed. Ik hield me wat recht aan het leuke kerstfeest dat me bij mijn ouders wachtte, en me wat gaf om naar uit te kijken. Bij mijn technical manager op het werk, die mijn rechtstreekse meerdere was, maar intussen een hele goede vriend was geworden, kon ik tussen pot en pint wel eens ventileren, en mijn frustraties uiten. Hij zei me dat ik dringend eens vakantie moest nemen, en dus boekte ik voor begin februari, na de examens van mijn vriendin een reis naar Curaçao, wat me ook wat gaf om naar uit te kijken, en waarvan ik hoopte dat dit ons terug wat korter bij elkaar zou brengen. De reis kostte een flinke cent, maar ik vond dat op dat moment het wel waard.

Kerstavond kwam eraan. Ik had die dag nog enkele uren gewerkt en tegen een uur of vijf vertrokken mijn vriendin en ik richting Diest, met wat cadeautjes voor de familie, ik met een goed humeur, mijn vriendin met een lang gezicht, en de boodschap dat ze het niet te laat wilde maken omdat haar kinderen kerstdag naar Brasschaat kwamen en ze het 'echte kerstfeest voor haar' toch wel goed wou voorbereiden. De toon was dus gezet. Ik liet het niet aan mijn hart komen.
Tijdens het kerstfeest bij mams en paps, die trouwens zalig hadden gekookt, nam mijn vriendin niet echt deel aan de gesprekken, en probeerde ze steeds weer het onderwerp op haar studies te brengen. Ik merkte dat dit de overige tafelgenoten stoorde, en rondde de avond dus wat vroeger af dan andere jaren. De rit naar huis gebeurde stilzwijgend.

Kerstdag zelf zag ik een heel andere vriendin, die bezig was met haar kinderen, het in de potten roeren aan mij over liet, en me verraste met het voor mij onaangekondigd bezoek van haar stiefbroer, die blijkbaar tijdens de feestdagen nog eens in België was, en mee aanschoof aan tafel. Het was voor mij een welkome afwisseling, omdat haar stiefbroer wel met mij praatte, en ik me toch nog een beetje 'part of the family' kon voelen. De dag ging voorbij, de gasten keerden terug huiswaarts, en de keuken bleef achter als een slagveld. Ik keek eens rond, en trok de schouders op, en dacht: die afwas staat er morgen ook nog.

De volgende ochtend was mijn vriendin voor me wakker, en zat alweer met de neus in de boeken. Ze wou nog wat studeren, en in de namiddag haar vader gaan bezoeken. De agenda was alweer gemaakt, en ik begon aan de opruim van de dag ervoor. Na een dik anderhalf uur was het slagveld verdwenen, nam ik een douche en maakte me klaar voor een bezoek aan haar vader.
We vertrokken naar Bonheiden. Haar vader was afwezig, reageerde niet echt op wat er verteld werd, en ik begon me echt zorgen te maken over hem. Op de rit terug naar Brasschaat probeerde ik nogmaals mijn vriendin duidelijk te maken dat haar vader eigenlijk stervende was, en dat ze zich best wat voorbereidde op slecht nieuws de komende dagen of weken. Ik werd afgesnauwd, kreeg de opmerking dat dit soort gesprekken haar niet hielpen te focussen op haar examens, en of ik mijn mond wilde houden. Ik zweeg wijselijk.

Op oudejaarsavond kwamen mijn technical manager en zijn vriendin bij ons thuis vieren. Ik had wat te eten gemaakt, en de avond verliep redelijk gezellig. Er werd een stevig glas gedronken, en om een uur of drie gingen onze gasten huiswaarts. Nieuwjaarsdag was een rustige dag, met weer een bezoek aan de vader van mijn vriendin, die sterk achteruit was gegaan, maar waar ik deze keer wijselijk over zweeg. Bij mij zelf begon er weer vermoeidheid de kop op te steken, wat ik toeschreef aan de drukte van de feestdagen, en eigenlijk was ik blij dat ze achter de rug waren.

Twee januari was een brugdag. Ik ruimde de kerstboom op, prutste en kluste wat in huis, en gedurende het aansluitende weekend deed ik het huishouden, de was en de plas, terwijl mijn vriendin weerom met de neus in de boeken zat. Een aangeboden aperitiefje, in een poging het toch nog een beetje gezellig te maken werd genegeerd. Of ik niet snapte dat ze duizenden en duizenden pagina's moest verwerken tegen haar examens vlak na de kerstvakantie, en dat mijn 'storen' daar niet onmiddellijk in zou helpen. Ik liet haar doen, en zette me voor de televisie om wat rond te zappen. De kerstvakantie was bijna voorbij, en maandag kon ik terug gaan werken. Ik keek er naar uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten