donderdag 8 oktober 2015

Tweede poging.

Donderdag 12 maart 2015.

Half vijf 's ochtends. De wekker speelde onbarmhartig luid, maar kwam eigenlijk te laat. Ik was al eventjes wakker. Bronchoscopie-dag. Narcose-dag.
Baaldag dus.
Mijn vriendin kon niet met me mee gaan, ze had hoorcolleges, en die kregen haar voorrang.
Mijn moeder had aangeboden om mee te gaan, wat ik in dank had afgenomen. Ik werd om acht uur op de dienst algemene heelkunde - oncologie verwacht, maar moest over Diest rijden om mijn moeder te gaan halen, dus rond half zes in de wagen zitten was de doelstelling.
Ik nam een douche, kleedde me aan, dronk een tas koffie en keek eens snel op de kamer waar mijn vriendin lag te slapen. Geen teken van leven, en geen teken van meelevendheid dus. Ze sliep vast.
Een beetje boos stapte ik in de wagen en vertrok.
De rit naar Diest verliep vlot, zonder file, en mijn moeder stond me al op te wachten. Ik moest me nuchter aanbieden, dus een tweede tas koffie liet ik aan me voorbij gaan. Om kwart voor zeven ging de rit verder naar Gasthuisberg, met de wagen van mijn ouders. Mijn moeder stond erop dat we met hun auto reden, want ze was niet vertrouwd met mijn wagen, en ikzelf rijden na een narcose was zelfs geen optie. Ik wist toen nog niet dat ik een nachtje over moest blijven, gewoon om veiligheidsredenen.
Om kwart voor acht waren we in Leuven, en we gingen op zoek naar de dienst algemene heelkunde - oncologie, waar we vriendelijk werden onthaald en ik een kamertje kreeg toegewezen. De verpleegster nam enkele bloedstalen, stelde me gerust, en om een uur of negen werd ik door het logistiek personeel met het bed opgehaald en naar de operatiekwartieren gebracht. Mijn moeder stak haar duim op, en zei me dat ze er zou zijn als ik terug wakker werd. Het was een geruststellende gedachte. Na een doolhof van gangen te zijn doorgereden kwamen we aan op de 'juiste' dienst. In een 'wachtzaal' voor bedden parkeerde de vriendelijke man me, bood me een deken aan, en ging me aanmelden.
Een beetje overmand door vermoeidheid viel ik in slaap.
Ik werd gewekt door een vriendelijke verpleger die helemaal in het groen was gekleed, en me met het bed naar de 'operatiekamer' reed. Het was een klein lokaaltje, waar het toestel om de bronchoscopie uit te voeren, rechts van me stond opgesteld en wachtte op actie.
Het ding was vijf keer zo groot als de bronchoscoop in het kliniekske in Brasschaat, en zag eruit alsof het zo uit het decor van Aliens was gehaald.
Links van me stond het toestel om me onder narcose te brengen, te houden en me tijdens de narcose te bewaken. De anesthesist, een vriendelijke man, legde me kort uit wat er stond te gebeuren, zette een masker op mijn mond, en instant ging mijn licht uit.

Ik werd wakker op recovery, en voelde me 'redelijk happy'. Alsof ik een glas teveel op had. Ik was nog al wel eens onder narcose geweest, en in tegenstelling tot de meeste mensen, die behoorlijk misselijk zijn van een narcose, voelde ik me geroepen om de lolbroek uit te hangen. Ik kon er niet aan doen, het was sterker dan mezelf, en de verhalen van de grapjes die ik daar verkocht heb achtervolgen me tot vandaag nog steeds. Om een uur of één werd ik terug gebracht naar mijn kamertje, waar ik, scheel van de honger, vroeg of ik wat mocht eten. Mijn verpleegster, een jong meiske van een jaar of 25, met natuurlijk rosse haren, vertelde me dat ik nog drie uur moest wachten, omdat de narcose nog niet helemaal was uitgewerkt. De verpleegster, ik ben de juffrouw haar naam kwijt, maar zie ze nog zo voor me, liet me tegen alle regels in stiekem wat drinken, wat ik beloonde met een knipoog en een vriendelijke lach. Ze liep vuurrood aan... Ik maakte een grapje over leeftijdsverschillen, en 'je zou mijn dochter kunnen zijn', waarop ze assertief antwoordde dat leeftijd niet relevant was in liefde en oorlog... Ik kon het nog blijkbaar...
Om een uur of half vijf kreeg ik mijn middageten, een steak met puree en gestoofd witlof, en nog nooit had een ziekenhuismaaltijd zo goed gesmaakt. Honger is echt wel de beste saus.
Intussen had ik begrepen dat ik een nachtje moest blijven omdat ze de dag erna nog een foto van mijn longen wilden maken. Kwestie van eventuele kleine bloedingen uit te sluiten, en daarna zou ik naar huis mogen. Mams maakte zich klaar om naar huis te gaan, en we spraken af dat ik zou bellen wanneer ik wist dat ik naar huis mocht komen, en paps me dan zou komen halen. Ik had mijn laptop bij me, er was televisie, en ik zou de nacht wel overleven.
Ik stuurde een bericht naar mijn vriendin dat ik een nachtje moest blijven, en dat ze, als het haar schikte, me een seintje kon geven wanneer het haar paste dat ik haar zou bellen. ik kreeg prompt een sms'je terug met 'ok'.
De avond werd gebroken door mijn nichtje Astrid, die op dag-oncologie werkte, en na haar drukke dag toch eventjes de tijd vond om bij haar 'nonkel Peter' langs te gaan. Later in dit verhaal zal blijken wat Astrid achter de schermen en stilzwijgend voor mij allemaal deed en nog steeds doet, en waarvoor ik haar altijd dankbaar zal blijven.
Na het avondmaal zapte ik wat rond op de televisie, en controleerde mij GSM af en toe, maar het bleef stil langs de kant van mijn vriendin. Een berichtje van 'Ben je belbaar?' bleef onbeantwoord door haar, en lichtjes geïrriteerd viel ik uiteindelijk toch in slaap.
De volgende ochtend was ik rond zes uur al wakker, en eigenlijk had ik best wel goed geslapen. De nog nazinderende narcose zal hier zeker zijn aandeel in gehad hebben. Ik kreeg van de ochtendverpleegster de mogelijkheid om te douchen aangereikt, die ik dankbaar aannam, werkte daarna het ontbijt naar binnen, en was om kwart voor acht paraat op radiologie voor de foto. Twee uur later kreeg ik groen licht om naar huis te vertrekken, en ik verwittigde mijn vader, die me een uurtje later oppikte.
Om een uur of twee in de namiddag vertrok ik terug richting Brasschaat. Ik verwachtte thuis te komen in een leeg huis, maar tot mijn verrassing was mijn vriendin thuis, die blijkbaar geen les had in de namiddag.
Ik vertelde kort hoe de twee laatste dagen eruit hadden gezien, verbeet de pijn die de weefselpunctie toch wel veroorzaakte, en liet de anderhalf uur uitleg over hoe weinig rekening de UA met hun studenten hield in het opmaken en ad hoc wijzigen van lessenroosters, over me heen gaan.
Het was een uitvergroting van de futiele problematiek waar mensen zoals zij drama's van maakten.
Onoverkomelijke problemen, toch voor mensen die gevangen zaten in de engheid van hun eigen bestaan.
Mijn vriendin was niet in staat enige empathie op te brengen voor mijn situatie, mijn angsten en onzekerheden die de diagnose misschien met zich meebracht.
Op mijn vraag waarom ze niet had geantwoord op mijn berichtje of ik haar kon bellen kreeg ik het antwoord dat ze gisteren geen zin had om me te bellen, omdat er zoveel tegelijk op haar af kwam, en ze dat niet kon hanteren. Of ik wel begreep wat zij moest doormaken, maar dat ik waarschijnlijk, zoals altijd trouwens, dat niet zou begrijpen, omdat ik alleen met mezelf bezig was, en niet met haar en/of haar kinderen.
Het enige antwoord dat ik daarop kon verzinnen was stilzwijgen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten