dinsdag 10 november 2015

Leuk weekend.

Vrijdag, 5 juni, negen uur 's ochtends.

Ik werd wakker, stond op, en ging meteen tegen de vlakte. Niet van de chemo, wel van de rommel die door heel mijn kamer verspreid lag. Ik was gestruikeld over de defecte microgolfoven die ik in de kast bewaarde, omdat de verhuurster van de woning dat ding per sé wilde bijhouden, zelfs nadat ik het brandgevaarlijke ding had vervangen door een inbouw combinatieoven, op mijn eigen kosten. Na recht gekrabbeld te zijn keek ik eens rond. De puinhoop was onvoorstelbaar. Kledij en spullen waren uit de kasten gerukt, alsof een inbreker op zoek was geweest naar één specifiek iets, en dat niet gevonden had. Opruimen zou voor morgen zijn, ik voelde me redelijk belabberd, as usual in de chemo week.
Ik stapte over de rommel heen, en ging naar de keuken.
Koffie. Ik had zin in een tas koffie. Na een druk op de knop kwam mijn espresso machine tot leven, en twee minuten later drukte ik op een andere knop, en ging het ding aan de slag om mij een short coffee te bereiden. Instant geurde de keuken naar gezelligheid. Ik had het koud, ondanks het mooie weer, en zette de verwarming aan. Nog zo 'n nevenwerking van de chemo. Nu ijskoud, en daarna bakkend heet hebben. Ik ging naar de badkamer, en vond de deur op slot. Realiserend dat ik die de avond ervoor had afgesloten om te voorkomen dat die voor de tweede keer werd geplunderd door mijn ex, viste ik de sleutel uit de lade in het kookeiland, stapte terug naar de badkamer en draaide de deur los. Ik keek eens in de spiegel, en zag er, vond ik zelf en gelet op de omstandigheden, redelijk ok uit. De wallen onder mijn ogen vielen redelijk mee. Het badkamertje was vrij koud, dus ik sloot het raam, voelde eens aan de radiator die aan het opwarmen was, en deed de deur van de badkamer achter me dicht. De dagelijkse douche parkeerde ik even, nam de koffie, nipte er even van, opende mijn laptop en las de krant on line. Ik keek even op Facebook, en zag dat ik een privé bericht had van Hanne. Of ik plannen had in het weekend, en of ik haar even kon contacteren. Ik antwoordde haar dat ik niks speciaals gepland had.
Hanne liet me weten dat ze wel zin had om afgezakt te komen naar Brasschaat, zaterdag in de vroege namiddag. Ze had eigenlijk enkel wat studieplannen, en dat kon, als ik dat zag zitten, ook in Brasschaat. Of ik dat zag zitten! Instant had ik energie!
We spraken af op zaterdag in de vroege namiddag, als ze wou kon ze op het terras in het zonnetje wat studeren, Ik zou wel wat te eten maken.
Ik keek eens rond, en realiseerde me dat ik eigenlijk nog een pak werk had als ik Hanne een beetje fatsoenlijk wilde ontvangen. De laatste chemo van deze reeks kwam me nu eigenlijk erg ongelegen, maar skippen was geen optie, snelheid maken wel. Ik ging naar boven, ruimde 'mijn' kamer op, borg de spullen die in het rond slingerden op, trok het bedlinnen van mijn bed, opende de kast om zuiver bedlinnen te nemen en stelde vast dat ik geen bedlinnen meer had. 
GODVERDOMME, trut. 
Mijn ex  had al mijn bedlinnen gepikt. Dan maar het ene setje wat ik nog had instant de wasmachine in. Hanne bleef overnachten, twee keer zelfs, en ik wou dat ze in zuivere lakens kon slapen. Ik stak een wasmachine in, stopte er gelijk het badlinnen wat ik nog over had erbij, Ik keek eens naar de tuin, zag dat het gras terug een maaibeurt kon gebruiken, nam mij GSM en stelde de wekker voor de dag erna om vijf uur 's ochtends. Ik zag ook dat ik niks, maar niks van 'vrouwelijke badkamertoestanden' meer had, en besloot om zaterdagvoormiddag bij de lokale parfumeriezaak wat 'aangepaste zeepjes, lotions, deo's, dagcrèmes en eau de toilette' te gaan kopen. Inclusief een tandenborstel. Ik wou dat Hanne zich thuis zou voelen...
Om een uur of elf nam ik een douche, en vertrok richting Diest om mijn mama op te pikken, en dan naar Leuven door te rijden voor de laatste chemo.
Om half zeven 's avonds was ik terug in Brasschaat, gaar van de chemo, maar ik parkeerde het misselijke gevoel. Ik nam een kookboek, snuisterde er wat in, legde het boek terug aan de kant, en dacht even na over een leuk gerecht dat ik op zaterdag zou maken. Voor zondagavond had ik gereserveerd in een restaurant in Brasschaat, waarvan ik wist dat het eten lekker was. Maar zaterdag???? Ik wou er voor Hanne zijn, en niet continu in de potten moeten roeren. Als een donderslag bij heldere hemel wist ik plots wat ik zou maken. Risotto frutti di mare. Eenvoudig, lekker en alles vers. Ik maakte snel een boodschappenlijstje, sprong om kwart voor acht in de wagen, reed naar de hypermarkt in Schoten, werkte in een ijltempo mijn boodschappenlijstje af, en stond om kwart voor negen netjes aan de kassa aan te schuiven. Om half tien zat alles in de koelkast en kasten, en kroop ik doodmoe maar met een glimlach om mijn mond onder de dons zonder bedlinnen. Het kon me niet schelen op dat moment. Hanne zou morgen komen, ik kon mijn planning aanhouden, en zou haar kunnen ontvangen zoals ik haar wou ontvangen. In een zuiver en opgeruimd huisje, met een toonbare tuin. Het zou een krappe worden, maar hey, ik was een senior project manager, Ik was deadlines gewoon, en er was niks wat ik niet aankon. Ik deed het nachtlampje uit, en viel meteen in een diepe slaap.

Zaterdag, vijf uur 's ochtends.

De wekker van mijn GSM, ondersteund door mijn wekkerradio maakten me onbarmhartig wakker. Gewoonlijk resulteerde wakker worden op zo'n barbaars uur in een grumpy Peter. Vandaag niet. Ik was onmiddellijk klaar wakker, en realiseerde me dat Hanne vandaag kwam, en mijn agenda geen ruimte liet om te 'taffelen'. Ik sprong uit bed, trok het rolluik op, opende het raam om de kamer te verluchten, ging naar de grote slaapkamer, en werd meteen geconfronteerd met de ravage die mijn ex achterliet. Mijn kleren lagen op een hoop in het midden van de kamer, vermengd met de enkele kledingstukken van mijn ex haar kledij die ze niet meer mee had kunnen of willen nemen. Ik ging naar de keuken, viste vanonder het aanrecht een rol met grote zwarte vuilniszakken, ging terug naar boven, en propte de kledij die ze nog had achtergelaten in die zakken en zette deze in een keerkast. Ik ruimde mijn eigen kledij op, stelde vast dat ze weer lelijk had huisgehouden in mijn kledij en een hoop dure hemden, broeken en truien had gepikt, zag dat zij of haar zoon mijn tamahagane, een Japans samoerai zwaard dat ik al meer dan twintig jaar had, had gestolen, vloekte eens, en sprak de stille wens uit dat ze zich zouden verwondden aan het vlijmscherpe lemmet van mijn gestolen zwaard.
Om half zeven was de kamer terug toonbaar, opgeruimd, en netjes.
Tijd voor een koffie. De zon was aan het opkomen, en het beloofde een schitterende dag te worden. Het was nog iets te vroeg om de grasmachine te starten, dus plantte ik me in een tuinstoel met mijn koffie, en genoot van de opkomende dag. Na de koffie ruimde ik beneden wat op, stofzuigde en nam de vloer op en controleerde voor de tweehonderdzeventwintigste keer de kasten of ik effectief alles in huis had.
Om een uur of negen was het 'interieur' goed genoeg bevonden, en keek ik eens naar het exterieur. De klimop van voordeur tot poortje was behoorlijk enthousiast geweest door het mooie weer, en moest nodig geschoren worden. Het gras in de tuin was even enthousiast geweest. Ik ging naar het tuinhuis, haalde de hegschaar, snoeide de klimop, rommelde alles op, kleedde me snel aan en reed naar Brasschaat dorp, om de nodige 'badkamerspullen' voor Hanne te kopen. Chanel leek me wel wat, en met een flinke zak vol keerde ik terug. Ik stalde alle spullen uit op de tafel in de woonkamer, trok de tuin in en na een uurtje of twee was de tuin en het terras klaar om Hanne te ontvangen. Alles spic en span, zo had ik het graag. Na een verkwikkende douche streek ik het bed- en badlinnen, maakte het bed op, en bracht de badkamer in orde, en rond half twee was alles, maar dan ook alles aan de kant. Hanne mocht komen.
Wat ze ook deed. Een half uurtje later, ergens rond een uur of drie.
De bel ging. Deze keer verwachtte ik wel iemand, Hanne. Die dan ook voor de deur stond. En ze zag er stralend uit.
Ze pakte mijn geschenkjes uit, keek eens boos van 'ik vind dit veel te duur maar toch dank je wel', installeerde 'haar' spulletjes in de badkamer, en zette zich neer op het terras, in het zonnetje. Na een glas champagne liet ze me weten dat ze echt wel eerst wat wilde studeren. Geen probleem, dat was iets wat ik intussen wel kende. Om een uur of zeven 's avonds begon ik aan de risotto, die volgens Hanne uitstekend was, dronken we nog een glas wijn op het terras, praatten honderduit, en gingen slapen rond middernacht. Ik bood haar mijn slaapkamer aan, en wou zelf op de grote slaapkamer gaan maffen, wat ze met een blik die boekdelen sprak counterde.
Met Hanne haar hoofd op mijn schouder vielen we in slaap. Hanne als eerste, zwaar ademend, snurken wil ik het niet noemen. Zo lief... Als ik haar vandaag niet hoor 'zwaar ademen' wordt ik ongerust en kan ik de slaap niet vatten...

Zondag half tien 's ochtends.

Ik werd wakker, met Hanne haar arm om me heen geslagen. Ik had geslapen als een roosje, en los van de chemo die me een grieperig gevoel gaf, had ik goed geslapen en was ik uitgerust. Ik stond stilletjes op, ging naar beneden, en begon aan een 'zondags' ontbijt. Hanne sliep nog vast.
Ik nam een douche, trok gemakkelijke kleren aan, stak de straat over en kocht bij de bakker veel te veel voor het ontbijt. Ik maakte een 'ontbijtbuffetje', en rond half elf wekte ik Hanne met een lief zoentje. Ik trok het rolluik op de kamer deels op, opende een venster, en nodigde haar uit voor een ontbijtje, met de boodschap dat er niks in brand stond, en ze haar tijd kon nemen. Tien minuutjes later verdween Hanne in de badkamer, en kwam er nog eens een kwartiertje later geurend naar Change van Chanel weer uit. Ze had de zeepjes, lotions en eau de toilette die ik haar cadeau deed, gebruikt. Mijn hart maakte een sprongetje. Na een uitgebreide brunch installeerden we ons op het terras, en praatten honderduit. Na al die jaren stilzwijgen en genegeerd worden was dit weekend een relevatie voor mij. Hanne stopte haar neus nog enkele uren in de boeken, en tegen een uur of zeven s' ovonds gingen we uit eten. In de Roode Leeuw in Brasschaat. Hanne had zich opgezet, en zag er adembenemend uit. Het werd een zalige avond, met lekker eten, een goede wijn en fijne gesprekken. Om een uur of half elf waren we terug thuis. En het voelde als 'thuis' aan. Op het terras dronken we nog een glas champagne, en tegen middernacht kropen we onder de wol. Hanne moest de dag erna vroeg op, om tijdig en voor de files op haar werk te zijn. Rond middernacht gingen we naar de slaapkamer. 
Hanne ademde zwaar, met haar hoofd op mijn schouder, haar arm om me heen geslagen, één been over mijn benen. Ik was de gelukkigste mens onder de zon. En ben dat nog steeds. Zelfs met een kanker die mijn tijd hier beperkt.
Het klopte allemaal. Heel het plaatje... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten