woensdag 27 januari 2016

De studie

Maandag 17 augustus 2015. 8 uur 's ochtends.

Ik was uitgenodigd door de prof oncologie, omdat een er een onmiddellijke voortgezette behandeling noodzakelijk was, en en er toch wel een penibel probleem lag, met een mogelijke zware financiële impact.
Ik werd om half elf verwacht voor een 'studie intake gesprek', wat misschien voor velen Chinees kon lijken, ik had ervaring met 'intake' gesprekken, alleen zat ik dan aan de juiste kant van de tafel. Vandaag zou ik aan de 'verkeerde kant' zitten.
Ik was op tijd daar. Samen met mijn moeder, die me in die lastige momenten echt wou bijstaan, daar was geen speld tussen te krijgen, en eerlijk gezegd wou ik dat ook niet. Ik was allang blij dat ik niet alleen moest slikken wat me te wachten zou staan.
Ik werd opgevangen door Stephanie, een jongedame van achteraan de twintig, die zich voorstelde als studieverpleegkundige. Het eerste wat ik deed was polsen naar haar opleiding, en ze antwoordde redelijk overrompeld door mijn vraag eerlijk. Master Biomedische Wetenschappen. Dat lag in de lijn van mijn traject, en ik gaf haar mijn vertrouwen.
Haar verhaal stelde me gerust, maar maakte me ook boos. Er lagen twee behandelingen klaar. Eigenlijk drie. Maar de meest voor de hand liggende behandeling was niet terug betaald door het riziv, en zou me 9800 € per week kosten, drie weken op de vier. Geen haalbare kaart dus. Deze behandeling zou wel terugbetaald zijn na een 'rustperiode' van tenminste zes maanden, tijd die ik niet had. Dan zou ik zonder behandeling dood zijn. Zonder behandeling lagen er voor mij nog drie maximaal vier maanden. Dan was het op, en zou de kanker winnen. Vaststaand feit. De wel terug betaalde behandeling bood maar 15% kans op succes. Een waterkans, maar wel een kans. Eén kans op zes en half dat ik na vier maanden nog zou leven, maar wel terugbetaald door de ziekteverzekering. Schoon vooruitzicht, niet?
De derde mogelijkheid was in een studie stappen, die gebaseerd was op de eerste, niet terugbetaalde behandeling, aangevuld met experimentele pillen, en volledig bekostigd door 'de sponsor'. Deze studie bestond uit het boosten en ondersteunen van een bestaande behandeling. Het protocol was vrij streng, je lag er even rap uit dan dat je werd opgenomen, maar ik had niet echt veel keuze. Ik schreef me in voor deze experimentele behandeling, en ging akkoord met het protocol. Dat protocol zei onder andere dat de behandeling werd voortgezet zolang ik ze zou verdragen, ze zinvol was, en dit voor de rest van mijn leven, of de duur van de 'zinvolle' behandeling, op kosten van de sponsor. Het zou me dus, op een paar honderd euro per maand, financieel geen pijn doen. Ze vertelde me er toen wel niet bij dat er geen enkele lotgenoot het langer dan zes maanden had uitgezongen. Er werden wat parameters genomen, om zeker te zijn dat ik aan de voorwaarden voldeed, en om half twaalf, terwijl ik een sanitaire stop hield, kwam de assistent van de prof me opzoeken. Nicolas heette de jongen.
Hij beloofde mijn moeder dat hij na vijf minuten zou terugkeren. Die vijf minuten werden twee uren. En dat heeft Nicolas geweten. De jongen kon er niet aan doen, het was de prof (Knäckebröd) die hem had opgehouden, maar daar had ik toen geen oren naar. Als je worst case nog maar vier maanden hebt laat je je geen twee uren ongestraft afpakken.
Nicolas kwam me nog maar eens vertellen wat ik van Stephanie al wist, ik luisterde, en vroeg toen of twee uur altijd zijn interpretatie was van vijf minuten. Het werd in mijn dossier genoteerd. Handle with caution... In het vet gedrukt. Ik stelde een paar vragen, hoe het zat met de placebo zuil die ze in elke studie opzetten en waarschuwde hem dat ik daar niet in wou zitten.Geen placebo toestanden voor mij. Later zou blijken dat ik de enige was die nog in de studie voor Leuven zou participeren, en heb de prof Knäckebröd tot de uitspraak gebracht dat ik wel de enige mocht zijn die nog overbleef, maar wel telde voor tien... Ik heb dat als een compliment opgenomen, maar daarover later meer.
Mijn keuze was snel gemaakt. De studie zou de meeste kans op een bescheiden succes bieden, kocht me met 30 tot 35% kans op aanslaan ongeveer vier tot zes maanden meer tijd. Dat was het dubbel van wat ik nog zou hebben zonder die studie. Als de honger naar leven zo groot is als ik die toen beleefde kies je daar voor. Punt.
En ze zouden snel starten. De dinsdag erop al... Dat was snel, heel snel. Dat was eigenlijk zonder rustperiode in van de ene behandeling in de andere stappen. De reis naar Curaçao die ik met Hanne wou ondernemen kwam op losse schroeven te staan. Maar liever een paar maanden langer leven, dan te streven naar een snoepreisje... En het was nog niet zeker dat ik die echt moest laten varen.
Er werd me wel meegegeven dat de behandeling zwaar zou zijn, veel zwaarder dan de eerste, en die was al aangekomen. Ik zou continu alert moeten zijn voor infecties, omdat mijn witte bloedcellen onder vuur zouden komen te liggen, mijn haren, maar dan ook al mijn haren zouden uitvallen, inclusief wimpers en alle andere haren. Er zou geen enkele blijven staan, de vermoeidheid zou toeslaan, mijn mond zou ontsteken met zware aften, en de zenuwschade naar mijn handen en voeten zou veel erger worden. Het kon me allemaal niet schelen. Ik wou leven, punt. Dus ik tekende dat contract. De sponsor is intussen blij, en niet blij, want ik hou het veel langer vol dan verwacht, en kost hem intussen als unicum pakken geld. Maar hey, er ligt een contract hé! en dat is bindend...
De rest van die studie, en mijn eigen studie met markante resultaten, breng ik jullie in de volgende update. Punt is, ik leef nog, na zes maanden behandeling, als enige wereldwijd, en daar hadden ze niet op gerekend. Letterlijk dan. Ik ben van plan hun nog veel geld te kosten. ik ben niet van plan kortelings te overlijden. Uit koppigheid, en uit liefde voor de mensen die echt om me geven...
Mijn mindset laat dat niet toe, ik ben nog lang niet klaar hier. Mijn overlijden was voorspeld ergens in augustus van vorig jaar. We noteren half februari van 2016, en ik ben nog steeds alive and kicking. Bijna zeven maanden over vervaldatum...
En ik ga nog even door... Een paar jaar. Omdat ik de goesting heb, en omdat ik het onderste uit dat contract wil halen. En omdat ik mijn eigen studie doe... Met markante resultaten. Maar daarover later meer... Ik heb altijd als laatste gelachen. Story of my life. Maar wel als hardste...
Wie laatst lacht, best lacht. Klopt echt wel...

zondag 24 januari 2016

Ontsnapt.

Donderdag, 13 augustus 2015.

Ergens in de voormiddag om een uur of tien.
Ik zit te wachten in het wachtzaaltje van één van de zovele scanners, voor het onderzoek naar de resultaten van de eerste lijn chemo kuur, die ik netjes afwerkte, met één week vertraging. Mijn moeder is bij me.
Op deze dagen wil ze er absoluut bij zijn.
Om half twee heb ik een afspraak met de prof, en eerlijk gezegd ben ik redelijk benieuwd of het goede nieuws van drie maanden en half geleden zich heeft doorgezet.
Na een minuut of tien wachten, wordt ik uitgenodigd om binnen te komen. De contrastvloeistof wordt ingespoten, en en ik voel me weer instant 'warm' worden. Zo'n wee gevoel, dat razendsnel opkomt, en ook weer even snel verdwijnt. Een minuut of tien later zijn de scans gemaakt, en keer ik terug naar de dagzaal van oncologie. Ik laat de naald in mijn poortkatheter verwijderen, en ga met mijn moeder een koffie drinken in het cafetaria. Een Humo verzet mijn gedachten een beetje en ik wacht tot half twee, om me aan te melden voor de raadpleging bij mijn oncoloog. Nog eens twee uur later krijgt ik het verdict.
Niet goed.
Het letsel in de lever, dat eerder verdwenen was, is weggebleven, maar er heeft zich een nieuw letsel gevormd.
De tumor in mijn longen is 'ontsnapt' aan de chemo, zoals ze dat noemen, resistent geworden dus, en is terug beginnen groeien. Hij is terug gegroeid tot ongeveer 65% van zijn oorspronkelijke omvang, wat een flinke groei betekent.
De oncoloog draait er geen doekjes rond, dat deed Knäckebröd nooit met me, en legt me gelijk de tweedelijnsbehandeling voor. Onomwonden. Zonder zwachteltjes. Zo heb ik het graag.
Een studie, experimentele medicijnen, die een bestaande behandeling boosten en uitvergroten. De kans op aanslaan ligt rond de 30%. Een kleine één op drie dus.
Ook niet direct nieuws waar je vrolijk van wordt.
Mijn moeder zit compleet uit haar lood geslagen naast me, ik laat het to me doordringen, en heb zoiets van foert, ik zie wel wat er gebeurt.
Om dan instant mijn oncoloog te bestoken met gerichte vragen. Op zulk een momenten denk ik het snelst. Elke neuron in mijn hoofd wordt actief, drie miljard drie miljoen neuronen gaan in overdrive dan.
Of mijn oncoloog eens had gekeken welke parameters er gewijzigd waren in mijn hematologie en bloedchemie.
"Geen enkele." was zijn antwoord.
Ik gaf hem lik op stuk en zei: "Oh jawel, mijn glycemie".
Die was niet relevant volgens hem. Ik vroeg me uit te leggen waarom die niet relevant was, maar hij kon daar geen antwoord op geven. Er was nooit enige reden geweest om te kijken naar de verbanden tussen de glycemie en de reactie van tumoren en cytostatica op de wijzigingen in de bloed glycemie en de daarbij behorende glycolyse.
Ik voelde meteen dat er verbanden moesten liggen, al zag ik ze niet op dat moment. Maar ik wist gewoon dat er verbanden moesten zijn, en de aarzelde houding in de antwoorden van mijn oncoloog versterkten dat gevoel alleen maar.
Dus nam ik een besluit. Door mijn diabetes kon ik de glycemie in mijn bloed naar mijn hand zetten. Met insuline. En ik besloot mijn eigen experiment te doen, met mezelf als proefkonijn.
Ik had niet veel te verliezen.
Eigenlijk niks. ik kon, als mijn intuïtie juist zat, alleen maar wat winnen. Vooral tijd.
Als de behandeling niet zou aanslaan, zou de kanker lang winnen voor de diabetes. Met jaren voorsprong.
Mijn experiment heeft, op zijn zachts uitgedrukt, tot markante resultaten geleid. maar daarover later meer.
En het feit dat ik hier nog zit te schrijven betekent dat de tweede lijn chemo wel zijn werk doet.
En mijn experiment ook. Maar weerom daarover later meer.
Eigenlijk zat ik daar met slecht nieuws.
Er lag een behandeling, maar als die niet zou aanslaan was het over een maand of drie over en out.
En de kans dat die aansloeg was nog geen één op drie.
Dat doet iets met een mens.Then you see the gaze of the Great Reaper...
Veel keus heb je niet hé.
Lach eens terug naar magere Hein, steek je middenvinger op, en zeg hem zijn moeder te gaan neuken, en over een paar jaar terug te komen.
That's it. Meer heb je niet in handen op dat moment.
De rit naar mijn ouderlijk huis was, ondanks het mooie weer, geen rit in een leuke stemming.
Wat wil je?
Mijn moeder vroeg me wat benepen of ik nu zo iets had van 'foert'. Ze was eigenlijk bang dat ik de handdoek zou gooien.
Ik vertelde haar dat ik ergens wel die 'fuck it all' voelde, maar dat ik niet toegaf. Dat ik een missie had gezien. In een fractie van een seconde.
Ik mijn toegevoegde waarde zag, en waarom ze me met die kanker hadden opgezadeld. The best motivation to find a cure or a solution for a disease is to have the disease, and limited time left.
Mijn moeder was niet mee, was te zeer uit het lood geslagen en belde intussen mijn vader om haar relaas te doen.
Bij mijn ouders hun thuis toegekomen wachtte mijn vader op ons in het deurgat. Hij was diep aangeslagen, gaf een een omhelzing die langer duurde dan de gewoonlijke tik op mijn schouders, ging me voor naar de woonkamer, schonk me een stevige borrel in, en zette me die zwijgzaam voor.
Vaders kennen hun zoon. Mijn vader zeker. Dat was wat ik even nodig had.
Er moest even niks verteld worden.
Maar hij zag de strijdlust in mijn ogen. Hij zag dat mijn 'war modus' op scherp stond. Dat bracht wat rust bij hem, maar ook wat ongerustheid. Ik was kwaad, dat zag hij goed genoeg. Alleen wist hij het draagvlak niet goed in te schatten, en zag het te breed. Als ik boos ben ken ik geen genade.
Zeker niet met mijn pen. En mijn pen is een krachtig wapen.
Ik zag zijn ongerustheid, en stelde hem gerust. Ik zou me richten tot de medisch - academische wereld, niet aanvallend maar ondersteunend. A wise man picks his enemies carefull.
Ik wou geen vijanden.
Ik had er al één.
Die heette kleincellig uitgezaaide longkanker. Ronde één was voor mij geweest. Ronde twee was voor hem.
Ronde drie stond in de steigers, en die zou terug voor mij zijn. Deze keer niet met acht seconden sterren zien, ik zou die winnen met een knock out. De revange match waren mijn zorgen nu nog niet. Daar had ik nog tijd voor als die zich zou aankondigen. De genadeslag had ik nog niet gehad.
Ting. 
De bel ging. 
Ronde drie. 
Ik was er klaar voor.
Strijdlustig reed ik naar Gent, naar Hanne.
Met slecht nieuws.
En met mijn rudimentair strategisch plan.
Het was geen prettig gesprek.
Ik zag Hanne haar verdriet, haar 'waarom moet dat nu, Ik ben eindelijk gelukkig, peter ook, we willen dat niet kwijt'.
Toen we gingen slapen, uren later, had ze begrepen dat ik zou vechten. En wat wou bewijzen.
Voor haar, voor mijn familie en vrienden, voor mijn lotgenoten, en voor me zelf.
Ze voelde zich wat rustiger. Ik gaf haar de geborgenheid die ze op dat moment nodig had. met haar hoofd op mijn schouder viel ze na uren uiteindelijk in slaap.
Mijn hart bloedde. Ik kon haar alleen maar vast houden, over haar hoofd en hals strelen, en intussen mijn brein tegen tweehonderd in het uur laten werken om ergens het concept te zien van wat ik intuïtief voelde. Toen het buiten klaar werd, werd het me ook klaar. 
In grote lijnen.
Mijn strijdplan lag ook klaar.
Hanne sliep nog steeds op mijn schouder.
Ik had een liedje in mijn hoofd... 
Rage against the machine. Killing in the name. Rebellie pure sang. Ik ging rebelleren. 
Tegen de kanker.
Tegen magere Hein.
En voor iedereen die me graag zag of liefhad. Ik had duizend redenen om te knokken...
Ronde drie.
Ting. 
Ik ging de ring in. Met de vuisten in de aanslag, de benen soepel.
Tactiek: "De eerste terug incasseren, om de zwakke plekken te zien bij de tegenstander."
Om dan langzaam maar zeker murw te slaan. Ik moest eerst labo resultaten hebben van mijn bloed. Dus nog eentje laten aankomen. Nog één mot incasseren.
Ik heb gewonnen. Ik ben nog steeds aan het schrijven.
Ting.
Einde ronde drie.
Links de kanker, in het midden de scheidsrechter, ik rechts.
Twee armen in de lucht.
De rechter van de kanker, mijn linker. De ref trekt de arm van de kanker naar beneden.
Mijn linkse blijft als enige in de lucht.
You lose cancer.
I win.
This match.
My left one was always a knock out. More than one opponent had to experience that. I'm lefthanded.
And I think out of the box.
De kanker zal ooit winnen. maar nu nog niet.
Te snel, te gemakkelijk.
Gemakkelijk ben ik nooit geweest. En bang ook niet.
Ik heb één vijand. Die kanker.
Het gaat hem spijten dat hij mij eruit pikte.

Het verhaal van de match krijgen jullie in de komende dagen.

maandag 18 januari 2016

Leuke avond.

Donderdag 30 juli 2015, 14 uur.

Een flinke sprong in de tijd. Eén maand later. Hanne en ikzelf waren intussen twee maanden een stelletje, en ik verbleef meer in Gent bij haar dan in Diest. Enkel op vrijdagavond reed ik wel eens naar Diest, omdat ze dan haar girls night had, met wat vriendinnen, en waar mannen alleen maar in de weg liepen.
Op donderdag 30 juli waren we exact twee maanden een stelletje en kenden we elkaar ongeveer twee jaar. Hanne was werken, en had een baaldag. Af en toe ventileerde ze wat frustraties op de chat op Facebook, en gedurende de dag rijpte er een ideetje bij me. Twee maanden een stelletje, en twee jaar elkaar kennen, dat wou ik nu niet ongemerkt voorbij laten gaan. Ik zou na een baaldag proberen haar een onvergetelijke avond te bezorgen.
Ik vroeg haar om hoe laat ze thuis zou zijn, en ze antwoordde dat ze ergens rond half zes zou kunnen vertrekken op haar werk, dus tegen te zessen thuis zou zijn. Ik maakte haar wijs dat ik moe was, van de chemo, en me wat ging neerleggen om te rusten, maar begon eigenlijk aan mijn plannetje.
Als eerste reserveerde in een tafeltje voor twee in een leuk restaurantje in Gent, waar we al eens wat waren gaan eten, en waarvan ik wist dat ze de keuken echt wel waardeerde.
En ik begon kaartjes te schrijven. Kaartjes met opdrachten. Waarbij op elk kaartje een instructie stond, die naar een volgend kaartje zou leiden. Daarover seffens meer...

Het plannetje in mijn hoofd concretiseerde zich wat meer, en de opdrachtjes kregen redelijk vlot vorm in mijn hoofd. Eens het hele scenario duidelijk in mijn hoofd, begon ik aan mijn kaartjes te schrijven, en de voorbereidingen in haar flatje.
Het eerste kaartje zou op de voordeur van haar flatje komen, over het sleutelgat geplakt, zodat ze het zeker zou vinden. Ik zou dan niet meer thuis zijn, maar achter een pré aperitief zitten in het restaurantje waar ik reserveerde voor ons. Ze zou niet weten dat ik niet thuis zou zijn.
Op kaartje één stond: Hanne, ga naar binnen, zet je tas neer op het tafeltje in de woonkamer, doe je jas uit en ga naar de keuken. XXX Je ventje.

In de keuken had ik op de tafel, duidelijk in het zicht, een volgend kaartje klaar gelegd. met een volgende instructie:
Hanne, in de koelkast vind je een glas wijn. Doe de koelkast open, en neem het glas wijn. XXX Je ventje.

Ik had een goed glas witte wijn voorzien in de koelkast, een petit chablis, en aan het glas een volgend kaartje geplakt met instructies.
Op kaartje drie stond de volgende instructie:
Hanne, kom eventjes tot rust, steek een sigaretje op, en geniet van je glas wijn. Neem je tijd. Als je glas wijn op is, kleed je dan volledig uit en ga naar de badkamer. XXX Je ventje.

In de badkamer wachtte het volgend kaartje met instructies dat ik op de spiegel had gekleefd, duidelijk in het gezichtsveld. Kaartje nummer vier met volgende instructies:
Hanne, neem een douche, en maak je wat op. Ik wil dat je er goed uit ziet. Neem je tijd om te douchen, je hebt de tijd. Ga na je douche naar de slaapkamer. XXX Je ventje.

In de slaapkamer had ik een leuke, gedistingeerde maar wel sexy outfit voor haar klaargelegd op het bed, met een volgend kaartje met instructies: Kaartje nummer vijf. Het kaartje lag duidelijk in het zicht op de outfit, met de volgende instructie:
Hanne, trek de outfit die ik voor je koos aan. tot en met de schoenen die ik voor je klaar zette. Als je de outfit aanhebt, ga dan baar de boeddha in de woonkamer die je van me kreeg, en kijk op zijn rug. XXX je ventje.

Op de rug van de boeddha had ik een kaartje gekleefd met de laatste instructie in haar flatje:
Hanne, je wordt verwacht tussen half acht en kwart voor acht in restaurant Multatuli, waar ik een tafeltje reserveerde voor ons op mijn naam. Vraag aan het onthaal personeel naar de reservatie op mijn naam. XXX je ventje.

Ikzelf was intussen al lang en breed in dat restaurantje, en had het onthaal personeel aangesproken en hun instructies gegeven wat ik verwachtte als er een jongedame zou vragen naar een reservatie op naam van Peter Schodts. Ik vroeg hen om aan die jongedame een kaartje af te geven... Met een instructie. Het onthaalpersoneel was meteen mee met mijn opzet, en beloofde me dat kaartje aan haar te overhandigen, droog en zonder veel commentaar.
Wat ze ook deden. Zonder veel poespas.
Op het kaartje stond volgende instructie:
Hanne, je zou me intussen beter moeten kennen. Je vroeg naar een reservatie op naam van Peter Schodts. Ik heb niet gereserveerd onder die naam. Probeer nog eens, maar op naam van 'the real mister Grey'. XXX The real mister Grey.

Hanne herhaalde haar vraag naar de reservatie op naam van de real mister Grey, en kreeg het droog antwoord van de onthaaldame, maar wel met een twinkeling in haar ogen: Juist mevrouw, ik weet nu welke tafel u bedoelt. Volgt u mij mevrouw, ik toon u de tafel...

Hanne werd naar ons tafeltje begeleid, waar ik met een pokerface zat te wachten, Opgedost in mijn beste kostuum. Haar commentaar was geweldig. 'Gij zijt nie te doen man, echt niet. Zo lief, zo romantisch. Dit deed nog nooit iemand voor me. Zo leuk....
Ik hield mijn droge rol vol, nodigde haar uit om te gaan zitten, schonk haar een glas wijn in en greep naar het laatste kaartje in mijn binnenzak, met de laatste instructie:
Hanne, na het etentje gaan we naar je flat. Bezorg me een avond die ik nooit meer vergeet. XXX Your mister Grey.

Ik ga die avond nooit meer vergeten... Mission accomplised.
Soms is het zo simpel, niet? Een beetje inventiviteit, gekruid met wat droge instructies, en een scheutje romantiek.
Ik ga haar nog wel eens zo liggen hebben... Als we een jaar een stelletje zijn...
Dan ga ik haar schaken op haar werk, In mijn officierskostuum. Ik zal wel zorgen dat ik daar tegen dan terug in pas. Al moet ik me een maand uithongeren.
Soms moet je er wat voor over hebben, voor je love of your life.
Net dat ietsje meer hé. net die ene gekke brug te ver...

De verhuis.

Donderdag 2 juli, 17 uur.

Ik was die dag al vroeg, op en was verder gegaan met een aantal dingen in te pakken. Rond de middag vertrok ik naar Leuven, om de baxter Etoposide te gaan halen. Die chemokuur was echt wel aangekomen, het was bakkensheet, en ik voelde me echt niet in staat om nog veel te verrichten. Rond 17 uur was ik klaar met de chemo, en reed terug richting Brasschaat. Hanne en ikzelf kwamen zo goed als gelijktijdig aan, en haar gestructureerde aanpak bij het inpakken van mijn spullen was zo een welkome hulp. Haar ervaringsdeskundigheid ter zake kwam echt wel bovendrijven. Het was duidelijk dat dit niet de eerste keer was dat ze dit deed. Rond een uur of elf 's avonds was alles van de woonkamer, en het overgrote deel van de keuken netjes in dozen ingepakt, met op de dozen duidelijk omschreven wat erin zat.
Hanne had voor vrijdag reeds lang afgesproken plannen met een paar vriendinnen, een afspraak die ik echt niet in de weg wilde staan. We spraken af dat ik zaterdag om een uur of half vier in de namiddag naar Gent zou komen, met wat spullen die ik haar wou geven en dat we dan samen naar mijn ouders zouden gaan, die hadden aangeboden om op de dag van de verhuis zelf voor het avondmaal zouden zorgen. De dag van de verhuis zelf had ik meer dan hulp genoeg. Hanne wou graag nog wat studeren voor haar examen statistiek in augustus, en eventjes wat tijd voor haar zelf, wat ik volkomen begreep. Rond half twaalf gingen we slapen, want het was vrijdag weer vroeg dag.

Vrijdag 3 juli, 5 uur 's ochtends.
De wekker liep af om om vijf uur 's ochtends, een onzalig uur. Ik stond op om voor Hanne een ontbijt te maken, terwijl Hanne onder de douche ging staan om de slaap wat te verdrijven. Antwerpen - Gent was echt geen cadeau om te rijden, zeker niet op een vrijdag. Tegen zes uur, na een stevig ontbijt, vertrok Hanne, en keek ik eens rond naar wat ik nog te doen had. En dat was niet niks. in de keuken waren nog wel wat spullen in te pakken, maar er waren nog een hele hoop meubels die uit elkaar moesten gehaald worden, zodat ze de dag erna maar moesten opgepakt worden om te verhuizen naar de tijdelijke opslag in mijn vaders garage. Ik ruimde eerst de ontbijttafel op, en zette me daarna met een koffie op het terras, as usual, en overliep de dag. Ik kwam tot de conclusie dat ik het alleen niet klaar kreeg, en nam me voor om aan mijn zus te vragen of haar zoon Diether het zou zien zitten om me te helpen en te blijven overnachten. Hij zou zaterdag sowieso komen helpen.
Mijn vader had tegen een uur of zes al een rit gepland naar Diest, met een lading dozen, en die zou eventueel Diether kunnen meebrengen. Langzaam concretiseerden de plannen in mijn hoofd, en zag ik terug een gat in de bijna onmogelijke opgave om tijdens een chemokuur toch nog die verhuis rond te krijgen.
Ik pakte nog wat in, en vertrok tegen een uur of twaalf naar Leuven voor de laatste chemo van die kuur. Gelukkig vlotte het die dag naar behoren, en was ik rond 17 uur terug in Brasschaat. Total loss van de chemo en de extreme zomertemperaturen, en zette me op het terras met de eerste fles van de drie liter water die ik er nog moest ingieten die avond. Rond half zeven kwam mijn vader toe, met Diether, en laadden we samen de camionette die paps had gehuurd. Mams had voor Diether en mezelf een Noorse visschotel gemaakt, die Diether en ik, om een uur of acht wegwerkten nadat we het salon en de eetkamer hadden uit elkaar gehaald zodat ze makkelijk te stapelen waren in de twee camionettes die we hadden voorzien voor de dag erna, de dag van de eigenlijke verhuis. Om half elf waren we klaar met het uit elkaar nemen van alle kleerkasten en we besloten om nog een pint te gaan drinken in Brasschaat centrum. Rond middernacht waren we terug thuis, bibi total loss van de chemo en de inspanningen. Diether kreeg de master bed room; zonder kasten, maar wel met een gemonteerd bed, ik kroop in de logeerkamer, met een uit elkaar gevezen bureel maar wel met een nog gemonteerd bed. We hadden de wekker gezet om half zeven, om de bedden nog te demonteren, en een douche te nemen voor de eerste helpers om acht uur zouden toekomen.
Ik viel onmiddellijk in een diepe slaap.

Zaterdag 4 juli, half zeven 's ochtends.
De wekker liep af, onbarmhartig. Ik werd wakker, en voelde me echt niet ok. De chemo sloeg keihard toe, maar ik parkeerde  dat gevoelen, simpelweg omdat ik er geen tijd voor had. Diether was ook al wakker, en na een douche en een kop koffie waren we beiden terug onder de 'levenden'. Ik liep bij de bakker binnen, haalde een lading ontbijt- en koffiekoeken voor al de helpers, nam met Diether een suikerrijk ontbijt, en tegen acht uur waren beide bedden gedemonteerd, alle kastpanelen naar de gelijkvloerse verdieping gehaald, en waren we klaar voor een efficiënte en georganiseerde verhuis op wat de heetste dag van het jaar beloofde te worden. Om iets na acht stroomden de helpers van de verhuis binnen. Mijn mama en papa, mijn zus en mijn schoonbroer Paul, en Marc, een goede collega van BP en intussen een vriend voor het leven. Mijn schoonbroer had de camionette van zijn werk versiert voor het weekend, en we begonnen met die te laden. In Diest had mijn vriend Nico bijstand beloofd met het lossen van de camionettes, samen met mijn nichtje en private nurse Astrid en haar vriend Dries. Mij zus en mijn moeder pakten de laatste spullen van de keuken en de berging in, en wierpen zich op het uitwassen van alle kasten, en het kuisen van de kamers die leeg waren. Paps, Marc, Paul, Diether en ikzelf hielden ons bezig met het laden van de twee camionettes, zodat de eerste rit naar Diest asap kon worden ingezet. Ronde een uur of tien waren de twee camionettes geladen, en goed geladen. Paul, Diether en mijn vader vertrokken naar Diest,
Marc, mijn zus, mijn mama en ikzelf bleven in Brasschaat en hielden ons meer dan bezig met het klaarzetten van de tweede lading transport en het poetsen van de lege ruimten.
Rond half twee waren de camionettes met hun chauffeurs en passagiers terug, en kon de tweede en laatste lading worden gestart. Tegen drie uur was alles geladen, de hele woonst grondig gekuist, en stelde mijn papa voor om zondag, de dag erna, de tuin onder handen te nemen, dat die ook perfect in orde werd achter gelaten. Hij samen met mij. Ik was kapot, maar zag de ratio wel in van zijn voorstel en stemde toe. We zouden er nog één dag aanbreien. Het tuinmateriaal zouden we dan die zondag ook laden in zijn gehuurde camionette en meenemen. We spraken om acht uur 's ochtends af in Brasschaat. Het zou weer een korte nacht worden worden voor mij. Ik had met Hanne afgesproken dat ik bij haar zou blijven slapen van zaterdag op zondag, Ze keek daar echt naar uit, en wou haar niet ontgoochelen. Dat zou dus vroeg opstaan worden om van Gent naar Brasschaat te rijden de dag erna, zodat ik er om acht uur op het appel zou zijn.
Och, die ene korte nacht zou ik er nog wel bij kunnen nemen.
Na de laatste lading reden Zus en Paul met een camionette naar Diest. Eén camionette was geladen met spullen die ik naar Gent wou brengen, en samen met Diether Vertrok ik naar Gent om die spullen bij Hanne af te zetten. Tegen kwart voor vier waren we in Gent, om vier uur was die camionette leeg, en reden Diether, Hanne en ikzelf naar Diest. Mama en papa waren met mijn wagen naar Diest gereden, zodat die ook weg was in Brasschaat. Tegen kwart over vijf waren we in Diest, en moesten er nog twee zware stukken uit de camionette van Paul worden gelost, wat op tien minuten was geklaard,
Tijd voor even ontspanning. Paps zorgde voor een aperitief en stak de barbecue aan. Het was nog steeds zwoel warm, en aangenaam op het terras van mijn ouders. Het werd een typische 'vader Schodts' barbecue, copieus dus. Hanne nam de rol van BOB op zich, en ik was blij dat ik het stuur van mijn auto aan haar mocht afgeven. Ik was piet dood...
Rond middernacht waren al de kaarsen uit, en namen we afscheid, Hanne zette de wagen richting Gent, en tegen kwart over één waren we in Gent. Ik zette de wekker om zes uur, zodat ik de tijd had om wakker te worden en tegen acht uur 's ochtends terug in Brasschaat te zijn voor de tuin opkuis. Doodmoe viel ik in slaap, naast Hanne. Maar wel o zo gelukkig.

Zondag, 5 juli, zes uur 's ochtends.
Mijn gsm liep af. ik werd dadelijk wakker, totaal niet uitgerust, maar ik repte me om op te staan, zodat Hanne nog wat kon slapen. Ik wou haar niet echt wakker maken. Ik sprong onder haar douche, nam een wisseldouche, met afwisselend warm en koud water om de vermoeidheid enigszins te verdrijven, en drukte de opkomende misselijkheid van de chemo's de kop in. Geen tijd nu om misselijk te zijn. Er wachtte me een tuin in Brasschaat die onderhanden genomen moest worden, met een hoop snoeiwerk, gras te maaien, en drie terrassen te kuisen. Blij dat paps me kwam helpen. Om zeven uur zat ik in de wagen naar Brasschaat en was iets voor mijn vader aanwezig. Ik stapte bij de bakker binnen, kocht wat ontbijtkoeken en wat water en frisdrank, Paps was stipt om acht uur op het appel. We namen wat ontbijt, rechtstaand aan het kookeiland, en begonnen aan de tuin. Tegen drie uur in de namiddag waren we klaar, was paps zijn camionette tot de nok geladen, maar zat er wel alles in. Ik reed met mijn wagen mee naar Diest, om paps te helpen met die camionette te lossen. Tegen een uur of vijf in de namiddag waren we klaar. Beiden doodmoe dronken we nog een glas wijn op het terras van mams en paps, en tegen een uur of zes vertrok in terug naar Gent.
Hanne had voor een avondmaal gezorgd, wat uitstekend was bereid  en me smaakte. Om negen uur 's avonds was mijn licht uit, en viel ik op de bank in slaap, op Hanne haar schoot. Hanne wekte me rond half elf, en we kropen in bed. Voor Hanne was het de dag erna werkdag. Ik mocht van haar in haar flat blijven zolang ik wou. Wat ik ook deed, de hele week, tot vrijdagnamiddag. Ik was uitgeput, door de chemo en de verhuis, en heb maandag tot een kot in dag geslapen. Het was pas maandagmiddag voor ik enigszins uitgerust terug boven water was....Het was donderdag voor ik de chemokuur en het zware weekend echt had verwerkt, en terug wat drive vond.
Ik ben dan maar begonnen aan het omkatten van Hanne haar binnenkoer tot een gezellig terrasje. Maar daarover later meer...

maandag 4 januari 2016

Verhuizen, de aanloop en voorbereiding.

Maandag 22 juni, half zeven 's ochtends.

 Ik was de avond ervoor om een uur of tien 's avonds teruggereden naar Brasschaat. Hanne stond voor een drukke werkweek, en wou graag vroeg onder de wol kruipen. Rond 23 uur was ik thuis, en opnieuw tot mijn grote verbazing was het huisje nog steeds onberoerd. Ik schonk me een kleine whiskey in, keek nog wat televisie en ging rond middernacht slapen.

De wekker van mijn GSM maakte me wakker met een ongenadig luid deuntje. Half zeven. De zon priemde door de ramen, en het werd al behoorlijk warm in de slaapkamer. Ik trok een kamerjas aan, en ging naar beneden, opende de terrasdeuren, nam een koffie en zette me eventjes buiten. Het was stil, Brasschaat sliep nog. Genietend van de ochtend, overliep ik in gedachten de agenda voor vandaag. De tuin vroeg weer wat aandacht, en in huis was een stofdoek wel eens welkom. Er moesten wat boodschappen worden gedaan, en ik moest door wat papierwerk van de ziekteverzekering heen.
Mijn GSM floot.
Een berichtje.
Van Hanne.
Of ik goed geslapen had, en of ik zin had om donderdag naar Gent te komen en te blijven tot zaterdag of zondag. Natuurlijk had ik daar zin in, en ik antwoordde haar dat ze me kon verwachten. We spraken af dat we op Facebook in de loop van de dag zouden chatten en één en ander zouden afspreken.
Ik ging naar binnen, trok wat werkkledij aan, en begon in de tuin met onkruid te wieden, en het gras te maaien. Tegen de middag was ik klaar. Ik maakte de brievenbus leeg, vond weer een aanmaning van een deurwaarder voor mijn ex, legde de brief op de stapel post voor haar, en nam een douche.
In de vroege namiddag ging ik eens met een stofdoek, stofzuiger en dweil rond, deed mijn inkopen, en begon aan de papierberg. Als je kanker hebt is een secretaresse eigen welkom. Te laat om de briefwisseling nog te postten legde ik deze klaar om dat als eerste de dag erna te doen, belde nog een half uurtje met Hanne, en ging rond een uur of tien slapen.

Dinsdag, 23 juni acht uur 's ochtends.

Ik had geen wekker gezet, en werd om iets voor acht wakker. Mijn GSM lag in de keuken, en ik had het goedemorgen berichtje van Hanne niet gehoord. Ik antwoordde op haar sms'je, maakte een tas koffie, en zette me naar goede gewoonte buiten. Het was al behoorlijk warm, en het beloofde een mooie zomerdag te worden.
Na  de koffie nam ik een douche, maakte een boodschappenlijstje, en ging winkelen. Rond een uur of elf was ik bepakt en gezakt terug. Ik laadde de boodschappen uit, en begon deze in de kasten te laadden toen de bel ging.
De huiseigenares stond voor de deur. Met een redelijk bedrukt gezicht.
Ik nodigde haar uit binnen te komen, en ze viel gelijk met de deur in huis.
Waarom haar sleutel niet meer paste.
Ik zei haar dat ze niet zomaar de woning mocht binnenkomen, en ze me altijd op voorhand moest verwittigen,en vroeg dus wat het probleem was.
Ze vond het niet kunnen dat ze in haar eigendom niet binnen kon.
Ik maakte haar duidelijk dat ik de woning huurde, en ze dus niet binnen moest kunnen. Dat ze altijd het recht had om, na afspraak, een controle uit te voeren of de woning naar behoren werd onderhouden, maar dat ze niet het recht had de woning te betreden wanneer er niemand thuis was.
Ze wou weten waarom ik de huurovereenkomst had opgezegd.
Ik schetste haar de situatie, en toen kwam ze met de vraag of ik voor 1 juli de woning vrij kon maken, want ze had andere potentiële huurders.
Ze overviel me wat met haar voorstel.
1 juli was niet haalbaar, midden juli zou ik misschien nog geregeld krijgen, als ik tenminste onderdak kon vinden tot eind augustus.
Ik stelde haar voor dat ik haar zou contacteren om haar een haalbare datum voor te stellen. Ze ging hier na enige aarzeling mee akkoord.
Na haar buitengewerkt te hebben, belde ik mijn vader, en vroeg zijn mening over het voorstel van de huiseigenares.
Paps vertelde me dat 1 juli inderdaad niet haalbaar was, maar dat vijf juli wel zou moeten lukken. Hij zou me helpen, de  nodige hulp optrommelen en een busje huren zodat in een paar ritten alles zou kunnen verhuisd worden. Ik kreeg de kans niet om te vragen waarheen, want hij was me voor.
"We zetten alles tijdelijk in onze garage, tot je flat vrij is. Tot zolang kan je hier terecht. Probeer jij zoveel mogelijk in te pakken, ik zorg voor verhuisdozen, en dan klaren we samen die klus wel. Het bespaart je twee maanden huur, en je hoeft niet meer alleen in Brasschaat te zitten, wat mama en ik sowieso al geen goed idee vonden, gelet op je ziekte en de behandeling ervan. ik bel je morgen terug voor verdere details en afspraken."
Rang! het door de strot rammen van je wil had ik duidelijk van geen vreemden.
Ik belde Hanne, die meteen aanbood om de woensdag  en donderdag de week erop na haar werk te komen, en me te helpen met inpakken. Een voorstel dat ik dankbaar aannam.
Ik belde de huiseigenares terug, en vertelde haar dat ik vijf juli sleutels van de wonig zou overhandigen. De enkele spullen van mijn ex zou ik laten staan. Daar zou ze zelf achter moeten komen.

Woensdag 1 juli, vijf uur 's ochtends.

De wekker liep af, zonder genade. Ik opende mijn ogen, gaf de wekker een tik, en hees me uit bed. Chemo woensdag... Te traditionele koffie werd gemaakt, en na een kop geurende troost, nam ik een douche en repte me naar de auto.
Half zes. Eerst naar Diest. Nog steeds stonden mijn ouders erop me naar Leuven te brengen en me daar na de chemo te komen halen. Omdat ze zeker wilden zijn dat ik nog in staat was om te rijden na een chemo, en de beste manier daarvoor was me te brengen met mijn wagen, en me daar dan ook mee te komen halen. Zonder wagen rijdt je niet ver natuurlijk...
Mijn vader stond klaar toen ik toekwam, en samen reden we naar Leuven. Met mijn wagen, en mijn vader opgelegd achter het stuur. Ik wou hem overtuigen van het gemak van een automatische transmissie, want ze hadden een nieuwe wagen besteld, maar nog steeds handgeschakeld.
Door mijn vader steevast de sleutel van mijn automaat te geven en hem te dwingen hiermee te rijden, hoopte ik dat zijn cent zou vallen en hij zou inzien dat rijden met een automaat echt wel comfortabeler en veiliger was.
Uiteindelijk heb ik hem en mams kunnen overtuigen, en hebben ze hun bestelling gewijzigd naar een automaat.
Rond kwart voor acht waren we in Leuven, en ik sprak af, zoals gewoonlijk, dat ik drie kwartiertjes voor ik klaar was paps zou bellen om me te komen halen. Wat die dag meeviel, want om vier uur zat het erop. De chemo's waren binnen, en ik parkeerde de misselijkheid, want ik wou asap naar Brasschaat. Hanne zou na haar werk komen en me helpen met het inpakken.
Rond een uur of zeven was ik terug in Brasschaat, en Hanne was al daar en aan het inpakken. Het helpen inpakken werd trouwens 'inpakken', want ze stond me niet toe haar bij te staan. En eerlijk gezegd was ik er ook niet echt toe in staat. De chemo sloeg behoorlijk hard toe, en mijn fut was ver te zoeken.
Rond een uur of tien gaven we er de brui aan, en keken we samen nog wat naar de televisie. Een uurtje later kropen we onder de wol. Hanne moest er vroeg uit, want ze wou voor alle files in Gent zijn, en ze zou dan vroeg op haar werk zijn, waardoor ze wat vroeger kon stoppen, en ze voor de avondspits begon zou kunnen vertrekken naar Brasschaat om verder in te pakken.
Ik was haar zo dankbaar voor haar hulp, en vooral om haar gestructureerde aanpak in de 'inpak'.
Zonder haar hulp had ik dat nooit klaar gekregen. Wat een schatje...