donderdag 21 juli 2016

Cold feet, the sequel. Of wat een naderend huwelijk doet met mindset.

Het is 21 juli, en de dag voelt aan als een gezapige zondag.
Vreemd gevoel voor een donderdag.
Ik ben wakker geworden tegen een uur of elf, wat voor mij een gat in de dag betekent.  Als je om half vijf pas in je bed bent gekropen is dat niet zo vreemd. Zesenhalf uur slapen is voor de gemiddelde mens over het algemeen niet genoeg. Voor mij is dat een prestatie van formaat. Het was dan ook een hele leuke avond, op de Gentse Feesten, in gezelschap van drie dames die feesten verheffen van een banale zuip bacchanalen tot een avond vol met intelligente kwinkslagen, scherp humoristische opmerkingen en relativeren. Een verademing in deze zwaarbeladen tijden van angst, terrorisme in al zijn vormen en de daarbij behorende dreiging.
Het was even nodig.
Eventjes alles vergeten, opgaan in het feestgedruis zonder jezelf daarbij te verliezen in de alcohol en fast food.
Ik heb dus goed geslapen. Het heeft trouwens tot half één geduurd voor ik echt wakker was.
Hanne had ook wat moeite met op dreef te geraken.
So what?
Ik maakte een aardappel slaatje, en een tomaten vinaigrette, zwierde twee Irish rumsteaks en twee varkensfiletjes in de pan en na een half uurtje stond er wat te eten op de terrastafel.
Buiten eten, bij aangename temperaturen, zonder trui en regenpak, maar even vrolijk zonder het gevoel dat als kon je kon je je vel zou uittrekken omwille van de Savanna temperaturen. Met een glas frisdrank, omdat de rosé toch nog niet echt aangewezen was.
Rustig, gezapig. Zonder saai te zijn.
Go with the flow. Het was al even geleden.
Namiddag hebben we een stevige wandeling gemaakt, in de natuur, even weg van het feestgedruis, en afgerond met een Westmalle tripple. Wandelen, samen met Hanne, zonder een concreet gespreksonderwerp, dikwijls in stilte. Elk een beetje verzonken in eigen gedachten, Niks mis mee.
De eigen gedachtestromen wat kanaliseren, efkes reflecteren. Het was nodig.
De voorbije drie maanden waren dan ook bewogen.
Ik stelde begin april aan Hanne de grote vraag. Een vraag die er lag aan te komen, maar waarvan we beiden de impact wat hadden onderschat. Een vraag die wat rose was gekleurd door romantiek. Een vraag die volmondig door mij werd gesteld en door Hanne volmondig met een ja werd beantwoord.
Om dan te beginnen aan een periode van hectiek, zakenreizen voor Hanne en scripties schrijven voor mij, met te weinig tijd om stil te staan bij de impact van een huwelijk.
Er waren tig andere dingen die ons even bezig hielden, met drie weken van fysieke afstand. Een week 600 km en twee weken 9000 km.
Begin mei verdween de fysieke afstand, doordat de business trips van Hanne achter de rug waren.
Het langverwachte weerzien was iets koeler dan we beiden verwacht hadden. Blij om elkaar terug te zien, dat wel, maar er was ogenschijnlijk een stukje warmte verloren gegaan.
Het gewone leven hernam zich, Hanne ging werken, in haar nieuwe job met alle uitdagingen die daar lagen, en ik ging verder in de oorlog tegen mijn grootste vijand kanker. Het huwelijk vroeg dat we toch wel met enige spoed een aantal dingen zouden op poten gaan zetten, maar er waren wel altijd andere zaken die onze aandacht opeisten.
Zonder het echt goed te beseffen verzandden we elk in onze eigen patronen, en ons huwelijk kreeg niet de aandacht die een nakend huwelijk zou moeten krijgen.
Geen van ons beiden had het lef om dit aan te kaarten, maar we voelden allebei dat er ergens fundamenteel wel wat veranderd was.
Er waren muizenissen, in ieders hoofd en die niet dadelijk konden worden geduid.
De focus lag niet waar die eigenlijk moest liggen. De spontane lieve knuffel bleef wat uit, en als er toch een knuffel kwam voelde die wat geforceerd aan.
Het is een gekend fenomeen. En het heeft een naam.
Cold feet.
Koude voeten.
Twijfels die toeslaan. Is huwen echt wel het beste idee?
En voor een stelletje zoals Hanne en ik liggen er nog wel wat meer penetrante vragen op de plank dan dit het geval is voor een 'gewoon' koppel.
En zelfs een 'gewoon' koppel kunnen last hebben van cold feet. Bij ons liggen er enkele bonus vragen.
Ons leeftijdsverschil bijvoorbeeld. 24 jaar is niet niks. En mijn kanker, die vandaag nog steeds een doodsvonnis betekent. Levensverlengende behandelingen, geen levensreddende behandelingen.
Of de trajecten die elk van ons hebben afgelegd, en waar we beiden vanuit onze levenservaringen het idee hebben opgevat dat we nooit ('meer', in mijn geval) zouden huwen.
De accenten van de vragen liggen bij elk van ons wat verschillend.
Bij Hanne leefden er andere twijfels dan bij mij.
Ikzelf stelde onder meer de vraag of ik het recht had om een jonge vrouw te huwen, wetende dat ze veel te vroeg een weduwe zou worden.
En of ik het recht had iemand van zevenentwintig te binden aan mij. Een jonge vrouw, boordevol energie, met hopen plannen, timmerend aan haar beginnende carrière die een niet onbelangrijk deel van haar tijd en vooral vrije tijd vroeg. Tijd die ik niet meer heb. In een dynamiek die ik omwille van de kankerbehandeling en de nevenwerkingen ervan niet altijd meer heb. Zelfs dikwijls niet meer heb. Gewoon omdat de chemo alle energie uit me haalt, en ik meer moe dan vitaal ben.
Omdat Peter die Hanne leerde kennen vandaag niet meer dezelfde is. Er zijn genoeg stelletjes die gelukkig zijn en blijven waar ook een leeftijdsverschil van meer dan twintig jaar ligt, maar daar is kanker geen stoorzender.
De korte termijn van het leven dat mij nog rest, en wat Hanne en mezelf deden besluiten om de tijd die ons nog rest samen door te brengen, vormt nu vreemd genoeg een barrière. Vragen die ook bij mij zijn gaan leven.
Hoe moet het verder als ik op de ene of de andere miraculeuze wijze toch die onoverwinbare kanker zou overwinnen, en er mij nog veertig jaar zijn gegund?
Er is een fundamenteel verschil tussen een engagement voor twee jaar, of in het beste geval drie, en anderzijds een engagement voor veertig jaar.
Wat als ik zelf mijn pensioenleeftijd haal, en kan gaan genieten van vrije tijd na decennia hard werken, terwijl mijn vrouw nog 24 jaar moet werken? Hoe pakken we dat aan? En hoe gaan we er mee om dat als mijn vrouw kan gaan genieten van haar pensioen ik zelf mijn laatste adem ga uitblazen?
Bij Hanne leefden er gelijkaardige vragen. Ze ervaart nu bijvoorbeeld regelmatig de beperkingen van mijn fysieke kunnen omwille van de chemobehandeling.
Ook bij haar leven er vragen.
Begrijpelijk.
Sporten samen met haar partner is quasi onmogelijk. Een flinke wandeling in een aangepast tempo kan, tennis, squash of zelfs maar tien kilometer joggen niet.
Festivals waar de muziek van haar generatie wordt gebracht veroorzaken alleen maar hoofdpijn bij hem.
Gaan backpacken voor een maand of twee samen met haar partner kan niet.
Niet omdat ik daar fysiek niet meer in staat toe ben, maar omdat mijn behandeling geen twee maanden onderbreking toe laat. Fysiek zou ik dat wel kunnen, mits behoorlijke inspanningen en niet willen toegeven. Maar twee maanden zonder behandeling zijn vandaag gelijk aan zelfmoord.
Hanne die gelet op haar jeugdige leeftijd, wel eens behoefte heeft aan een avondje stappen met vriendinnen, en ik zelf die dat allemaal al gehad heeft, en het minder noodzakelijk vind om met 'the guys' er nog eens in te vliegen.
En anderzijds ikzelf die me soms een stukje ontheemd voel, doordat ik logischerwijze verhuisd ben naar de omgeving van Gent omdat Hanne haar professionele wereld hier ligt, en haar sociale wereld ook.
Mijn roots liggen 120 km ver van Gent. Een avondje stappen met de vrienden moet dan flink op voorhand gepland worden... De spontaniteit van de impuls is verdwenen.
Cold feet dus, bij mezelf en bij Hanne.
Het is uiteindelijk uitgemond in enkele diepgaande gesprekken, waarbij de wederzijdse vragen en twijfels werden geduid en doorgesproken.
En een aantal van de twijfels werden weggenomen. Een aantal. Niet allemaal.
Sommige vragen hebben het recht er te zijn, zonder een duidelijk antwoord.
Sommige vragen mogen open blijven.
We zijn er intussen uit. Samen, en ergens ieder voor zich.
We zien wel waar het pad toe leidt.
En voor elk probleem is er een oplossing. Je moet die alleen willen zien.
De basis is er. We zien elkaar graag. Heel erg graag.
De rest is bull shit.
Yought meets age. And age meets yought.
Verruimend en niet verlammend.
Je moet het alleen willen zien.
19 augustus zeggen we ja tegen elkaar.
Niet evident. Hanne haar 'ja' zeker niet.
Daar ben ik me ten zeerste van bewust.
Ik zal geen runaway bridegroom zijn.

1 opmerking: