dinsdag 27 september 2016

Aftellen naar de huwelijksreis.

Maandagavond, tien over twaalf.
Hanne slaap al eventjes, na een drukke werkdag met wat griep onder de leden.
Ik ben net thuis van een avondje keuvelen met een goede vriend.
En ik realiseer me net dat vandaag over één week het een korte nacht zal zijn. We moeten volgende week dinsdag ochtend rond zes uur in Schiphol zijn, willen we onze vlucht halen.
Er wacht ons nog een drukke week.
Ik heb nog wel wat te doen rond de scriptie die ik schreef, en eindelijk eens wil afwerken. Op Oncologie worden de artsen echt wel nieuwsgierig en ik wil ze met een wetenschappelijk onderbouwd dossier tegen de oren slaan. Dus de kleine details allemaal nog eens verifiëren, de laatste testcasus deze week starten om definitief mijn bevindingen te staven aan de voorspelling van de bloedwaarden die ik volgende maandag ga neerzetten in functie van de 'aanpassingen' die ik deze week zal doorvoeren in voornamelijk de bloedchemie. Om de impact op de bloed hematologie nog maar eens een laatste keer in de verf te zetten. Weldoordacht natuurlijk, want ik wil het vertrek van onze reis niet hypothekeren door waarden beneden alle waarden neer te zetten.
Hanne heeft nog een razend drukke week voor de boeg, de afsluiting van het derde kwartaal, met lange werkdagen.
De reis is dus zeker welkom en iets waar we beiden halsreikend naar uitkijken.
Ik heb me ook geëngageerd om een vriend zijn bedrijf te helpen structureren, en belofte maakt schuld. Dus voor we op reis vertrekken wil ik hem graag van voldoende stof voorzien om de tien dagen dat Hanne en ik eventjes 'unplugged' gaan te kunnen overbruggen met alles wat ik hem heb voorbereid. Om er dan na de reis weer keihard tegen aan te gaan. Zowel Hanne in haar job, als ikzelf in de strijd tegen kanker, en alle andere engagementen die ik tegenover mezelf of anderen aanging.
Zo lang al mogelijk hier blijven rondlopen bijvoorbeeld, mijn leven rekken zo lang ik kan, tot vreugde van sommigen en tot ergernis van velen.
Of enkele goede vrienden met raad en daad bijstaan, met de expertise van een gezond boerenverstand met dertig jaar professionele training, en waarbij ik altijd trouw ben gebleven aan de onweerlegbare eenvoudige boerenlogica met pragmatische en dikwijls out of the box thinking aanpak.
De valiezen maken zal iets voor het weekend zijn, En we mogen wel wat meenemen.
12 kg handbagage elk, en nog eens 23 kg cargobagage elk. Acht onderbroeken, een jeans of twee, enkele T shirts, vijf zwembroeken, een paar schoenen, en een paar teenslippers, enkel shorts, drie paar kousen en dan zal ik er wel ongeveer zijn. En een boek of vier. Ik ga moeten zoeken om 12 van de 23 kg bij elkaar te krijgen. In de handbagage voorzie ik mijn laptop, een boek en een halskussen om wat makkelijker te zitten, hangen, liggen op de vlucht. Ook geen 12 kg...
Hanne gaat wat meer moeite hebben om zich aan de gewichten te houden, wat zoals altijd een onbedwingbare glimlach op mijn gezicht gaat toveren, hoezeer ik me ook ga voorbereiden op de spreekwoordelijke pokerface. Haar valies gaat propvol zitten, en drie vierde komt ongedragen maar wel strijkrijp mee terug.
De ervaring heeft me geleerd me niet te bemoeien, want dat komt op vakantie als een boemerang recht in mijn gezicht terug.
'Liefje, dat kleedje dat ik volgens jou niet mee hoefde en niet mee heb, zou nu wel mooi geweest zijn'. Ik ga dat vermijden en haar haar gang laten gaan. Bij overgewicht op haar valies is er nog altijd de mijne om dat te ondervangen. Op de luchthaven, met de nodige stress, maar de mogelijkheid is er wel.
Eens buiten aan de luchthaven van Curaçao is het sleuren met die bagage niet meer mijn probleem, maar een probleem dat ik graag en vakkundig delegeer naar de taxichauffeur en de kruiers van het resort. Uitpakken zal voor mij een kwestie van tien minuutjes zijn, en dan ga ik richting strandbar voor de eerste cocktail. In zwembroek of short.
Wanneer Hanne daar zal arriveren is een beetje een slag in het duister.
Ik gebruik twee laden van de dressoir, al de rest van de kasten en laden is voor Hanne.
Ik ben er al eens geweest, in dat resort, en de kastruimte is best wel impressionant. Ik hoop dat het voldoende zal zijn.
Heel het resort trouwens is impressionant. Je kan het zo zot niet bedenken of het is er. Van voeding, over drankjes, naar facilitaire voorzieningen tot een wondermooie en perfect onderhouden omgeving. En het is allemaal betaald. Dat is het leuke aan die all inclusive VIP formule. Er is niks, maar dan ook niks dat je moet bijbetalen. Tenzij je een gok wil wagen in het casino natuurlijk. Of je een bijkomende massage met happy ending wil boeken in de welness. Het gebruik van de welness is inclusive, de extra massages niet. Begrijpelijk.
Aan elke all inclusive formule zijn ergens grenzen.
We kijken er naar uit. Negen dagen en acht nachten volstrekte ontspanning, waarbij niks moet, alles mag.
Eens langs het wereldbefaamde Mambo beach wandelen, de Salsa avondjes meepakken, eens tot in Willemstad bollen met het pendelbusje (een avontuur op zich, dat pendelbusje) een bezoekje brengen aan het sea life center, en verpleegsterhaaien voederen, er zijn zoveel dingen om te doen.
Ik zou het drie weken kunnen volhouden, maar dat laat de behandeling en het studieprotocol niet toe. Dit is zo ongeveer het maximum dat ik weg kan, een dag of tien, zonder mijn kanker kansen te geven die ik niet wil geven.
Maar iets is beter dan niks.
Het kort af. En zelfs al staan mijn neutrofielen op nul komma nul, dan nog vertrek ik. Deze keer hebben ze me niet liggen.
Maar ik zal er wel voor zorgen dat de neutrofielen een stuk boven het vereiste minimum van achthonderd ligt.
We zijn dan ook intussen een jaar verder, en een jaar kennis ter zake rijker.
Ze weten dat intussen ook wel op Oncologie, en gaan gewoon niet in discussie. Laat het ons zo stellen dat ze me onderhand ook al wel wat 'kennen', en het me echt gunnen.
Hoe dan ook, de kanker reist mee, en ik zal er wat rekening mee moeten houden.
Maar dat is intussen al meer dan anderhalf jaar zo, ik sleep die rotziekte overal mee naar toe, elke minuut van de dag. En laat het intussen niet meer aan mijn hart komen. Ik zit ermee opgescheept, ik moet ermee verder. Er is geen andere weg.
En het heeft me ook wel één en ander bijgebracht, die rotziekte. Op de ene of de andere manier maakte het een beter mens van me. Met meer, veel meer geduld, een stevige portie zelf-relativisme, en een andere, mildere kijk op dingen. Het is alsof de essentie van het bestaan ineens een stuk duidelijker is geworden, en ik ben me daar naar gaan gedragen. In al zijn hardheid heeft de ziekte me gevormd, me levenslessen bijgebracht die die ik zonder deze kanker nooit zou geleerd hebben. Kanker is niet leuk, dat klopt. Je hebt dat liever niet. Kanker ondergraaft je fysieke wel voelen, en begrenst je fysieke mogelijkheden drastisch. Kanker doet je er ineens uiterlijk totaal anders uit zien.
Maar als je dat aanvaard, en de toch wel exuberante nevenwerkingen van de behandeling accepteert, dan kan kanker je ook wel echt dingen leren, en bijbrengen.
Want een huwelijksreisje plannen wordt een complex project, en is ineens niet meer vanzelfsprekend.
Je voelt je dankbaar dat je het nog mag en kan. Ook al moet ik het diepzeeduiken aan me voorbij laten gaan, omdat ik dat fysiek niet meer aankan, en het mijn bloedwaarden ook niet dadelijk het meest goede idee is. Wat niet wegneemt dat ik eens zo meer geniet van mijn vrouw haar verhalen, die deze kans moet grijpen om daar te gaan duiken en me haar avonturen 's avonds bij het live teppanyaki koken uitgebreid zal vertellen. De jaloezie die ik in het begin wel eens voelde van 'ik kan dit niet meer' ben ik allang gepasseerd en heeft plaats gemaakt voor het hartelijk gunnen aan anderen wat ik niet meer kan. Want het kan snel keren, en dan heb je spijt dat je vroeger de kansen niet hebt gegrepen.
Geef mij intussen maar een goed boek en een zetel onder een palmboom, met een lekker drankje op het tafeltje naast mij. Quality time krijgt een diepere betekenis en andere dimensie als je dagen geteld zijn.
Ik ben allang blij dat ik het allemaal nog mag meemaken.
Dikwijls als toeschouwer, soms als participant.
Het is me allemaal ok. Ik leef in geleende tijd, snap je? Elke nieuwe dag is een extraatje, principieel had ik allang, al meer dan een jaar, onder de zoden moeten liggen.
Carpe Diem, elke dag opnieuw, maar wel met een plan, een agenda en actiepunten. Want zo is de aard van dit beestje. Ik weet wat ik morgen op de agenda heb. Wat haalbaar is. Ervaringsdeskundigheid intussen. En in plaats van gefrustreerd rond te lopen over wat ik allemaal niet meer kan, ben ik dankbaar voor de dingen die ik wel nog kan. En dat is best nog wel wat. Misschien wat langzamer als vroeger, fysieke dingen dan toch, maar geestelijk ben ik nog nooit zo helder geweest. De 'testbeeld achter de ogen' dagen niet meegerekend dan. Maar die zijn gelukkig beperkt tot enkele dagen per maand.
Over het algemeen sta ik geestelijk zeer scherp, denk nog sneller dan vroeger, ben heel erg analytisch ingesteld en zie veel makkelijker de causale verbanden tussen-  en de coherentie van een geheel.
Een vreemde ervaring, maar door kanker verandert je perceptie, zijn dingen scherper en duidelijker afgetekend, en komt de essentie bovendrijven op de massa futiliteiten waar je 'gezonde' medemensen in verloren lopen.
Zoals je doodergeren dat het mangosapje eventjes op is aan de strandbar. Neem dan een appelsapje, en daarna een mangosapje... Flauw voorbeeld, maar het zegt wel wat. Ik kan een glimlach niet onderdrukken als ik iemand zich zie druk maken in die futiliteiten. Ooit was ik ook zo. Voor de kanker, en da's uiteindelijk nog niet zo heel lang geleden.
Ik probeer alles wat ik vandaag onderneem van de eerste keer goed te doen. Omdat er eigenlijk geen tijd meer is om dingen twee of drie keer over te doen voor het gewenste resultaat bereikt is.
Want een lijk kan niks meer...
Ik probeer mijn ervaringen, en de innerlijke rust die ik vond na de aanvaarding van de diagnose en de gevolgen van die kanker over te dragen aan de mensen rondom mij. In de hoop dat ze dat licht zien branden zonder door de hel van kanker te gaan.
De zin van wat een zinloze ziekte lijkt.
Alles heeft een bestaansreden. Ook kanker. Het is maar wat je er mee doet.
Het kwam op mijn pad. Ik was er niet blij mee, en ben dat nog altijd niet.
Maar ik probeer er wel iets zinvols mee te doen. Voor mezelf, maar vooral voor de mensen rondom mij.
Kanker zet je bruusk met je twee voeten op de grond, en geeft je intussen gelijk een gezond je m'en foutisme mee. Een subtiel evenwicht dat ik zonder de kanker waarschijnlijk nooit had gevonden.
Dus ben ik dankbaar dat ik toch nog op huwelijksreis kan, met de vrouw van mijn leven, en op een moment dat iedereen me allang had opgeven.
Want als ik een jaar geleden tegen de oncologen had verteld dat ik aanstaande dinsdag zou vertrekken naar de Caraïben had me dat ongetwijfeld een collectie smoelen opgeleverd waar het medelijden en het 'Peter, stop dit wishfull thinking' vanaf droop.
We vertrekken, Hanne en ik. Aanstaande dinsdag, om een uur of half vijf in de ochtend, met de wagen, richting Schiphol. Om daar om kwart over acht op te stijgen richting Curaçao.
Waar een wil is, is een weg. Dat heb ik ook geleerd. Altijd wel al geweten hoor, maar sedert de kanker ook echt geleerd.
Ik ga voor het eerst in mijn leven met de vrouw van mijn leven op huwelijksreis. Naar een klein idyllisch eiland, met hagelwitte stranden en azuurblauw helder zeewater. Samen genieten. Van alles wat de vakantie te bieden heeft. Genieten. Ook al ga ik de eerste dagen een bakkes vol aften hebben. Je m'en fou. Chivas 12 years is daarvoor een goed ontsmettingsmiddel. Vrij verkrijgbaar. Inbegrepen.
Als je daar niet dankbaar voor kan zijn ben je een verbitterde azijnpisser.
Azijn dient om ramen te lappen, zuurzoete sausjes te maken, of een saladedressing, niet om zo te drinken en daarna uit te pissen...
Om te lachen heb je een achttal spieren nodig.
Om een zuur gezicht te trekken meer dan dertig...
Vermoeiend...
Er zijn plezantere manieren om moe te worden.
Denk ik dan zo...

donderdag 15 september 2016

Dank je wel lezers.

Woensdagnacht, of donderdagochtend, half twee 's nachts.

Het is weer stil in huis. Mijn vrouw Hanne slaapt, na een intense werkdag, die ze afrondde met een work out in de gym, en een glas wijn samen met mij en enkele vrienden in onze stamkroeg.
Ikzelf had een leuke dag vandaag.
Voormiddag heb ik wat opgeruimd, vanmiddag ben ik een stukje gaan eten met een vriend, namiddag heb ik voor een andere vriend wat functieomschrijvingen gemaakt, en een draft uitgewerkt van wat de processflow moet worden van zijn projectenbeheer.
Om een uur of vijf in de namiddag ben ik in de keuken aan de slag gegaan, en heb ik een steak tartaar klaargemaakt. Artisanaal natuurlijk, zonder blender.
Het heeft geen haar gescheeld of ik moest het leven verder zetten met een flink ingekorte linker wijsvinger.
Een steak herleiden tot een steak tartaar met keramisch mes en snijplank houdt wel degelijk risico's in. Er is nog werk aan mijn snijtechnieken.
Maar het was wel lekker, en ik heb mij best geamuseerd met de bereiding.
Na het avondeten op ons terrasje trok mijn vrouw naar de gym, en ik naar de kroeg, waar ze me zou vervoegen na de work out.
Het is wat later geworden dan we hadden voorzien, dus toen we thuiskwamen is Hanne gelijk onder de wol gekropen. Ze is onmiddellijk in slaap gevallen.
Ik voelde me niet vermoeid, totaal niet, en ben achter het klavier gekropen.
En heb eventjes de statistieken van deze blog bekeken. Ik ben daar niet zo mee bezig. Het was eigenlijk maanden geleden dat ik die statistieken nog eens bekeken had.
En ik was toch wel behoorlijk gechoqueerd door wat die statistieken me vandaag vertelden.
1380 pageviews van deze blog alleen vandaag, een verpulverend record.
Met meer dan 8000 regelmatige lezers over heel de wereld.
Ik was me er niet van bewust dat zoveel mensen mijn publicaties lezen.
Het heeft me eventjes stil gemaakt.
En ik heb eventjes moeten slikken. Ik was erdoor aangegrepen.
Wanneer je plots beseft dat je stukjes door zoveel mensen worden gelezen, heb je wel iets van 'wauw'.
Het heeft bij mij ook wel wat vragen losgemaakt.
Wat vinden mensen zo waardevol in mijn schrijfsels?
Waarom deint het lezerspubliek van deze blog zo sterk uit?
Want als ik mijn schrijfsels vergelijk met wat anderen op papier gezet krijgen, dan kan ik alleen maar concluderen dan ik nog heel wat te leren heb.
Aan de andere kant heb ik ergens wel een vermoeden wat mijn lezers boeit.
Ik breng mijn verhaal ongezouten, vanuit mijn hart en 'guts'.
Ik schrijf wat ik voel, hoe ik de dingen zie en beleef.
Eerlijk en zonder franje.
Misschien dat dit mensen wel ergens raakt.
Het zou kunnen.
Of de therapeutische werking die deze blog voor me heeft zou zich misschien wel eens kunnen doorzetten naar mijn lezers.
Mijn klavier is mijn therapeut. Schrijven helpt me dingen plaatsen. Misschien dat mijn lezers, jij dus, in mijn schrijfsels ook wel een stukje therapie vinden.Door mijn andere, controversiële kijk op het leven.
Het blijft wat koffiedik kijken voor me. Ik heb geen sluitend antwoord op bovenstaande vragen.

1380 pageviews op één dag is indrukwekkend voor me.
En geloof me vrij, ik ben niet zo snel onder de indruk van iets.
Ik vind het dan ook gepast om jou, lezer van deze blog, persoonlijk te bedanken.
Omdat je tijd wil maken om deze blog te lezen.
Mijn oprechte en welgemeende dank hiervoor.

Ik heb zo'n ritueel dat ik sedert de diagnose van kanker me elke avond voor het slapengaan opleg. Hoe laat het ook is.
Ik sluit even de ogen, of kijk soms zelfs in de spiegel, letterlijk, en ga een gesprekje met mezelf aan.
En ik stel mezelf vier vragen die ik ook beantwoord.

Wat deed ik goed vandaag?
Wat deed ik vandaag dat ik beter anders had aangepakt?
Wat deed ik vandaag niet wat ik beter wel had gedaan?
Wat deed ik vandaag dat ik beter gewoon niet had gedaan?

Die vier vragen helpen me om de voorbije dag even onder de loep te nemen en helpen me om te groeien en een beter mens te worden.
Ik beantwoord die vragen ook in alle eerlijkheid. Anders strooi ik mezelf zand in de ogen, en ligt er geen leermoment.

Vandaag de eerste vraag beantwoorden brengt een beetje een dilemma.
Wat deed ik goed vandaag?
Met zoveel lezers van deze blog stel ik me de vraag of wat ik schrijf inderdaad goed is. En dan bedoel ik niet vormtechnisch, maar wel inhoudelijk.
Ik wil immers geen onzin brengen voor zo een grote groep mensen.
En ik neem dan ook de vrijheid om op basis van de blogstatistieken te concluderen dat mijn stukjes inhoudelijk wel goed zitten.
Pure logica.
Als wat je schrijft niet raakt, dan laten lezers je blog links liggen, en zouden de statistieken me een downhill verhaal vertellen.

Ik heb mijn kijk op dingen. En die schrijf ik neer.
Ik blijf dat doen.
Voor mezelf.
Voor jullie.

woensdag 14 september 2016

Eventjes spannend.

Woensdag 14 september 2016, kwart over één 's nachts.

Er zijn zo van die terugkerende dingen in het leven, constanten die je leven structuur geven. Op tijd opstaan om aan een nieuwe werkdag te beginnen, of in het weekend eens niet opstaan omdat het weekend is en voor de meesten onder ons dit vrije tijd betekent.
Iedereen heeft van die bakens in het leven, die een bepaald stramien determineren wat ons een gevoel van zekerheid geeft.
Voor mijn schoonbroer bijvoorbeeld is dit onder andere op zaterdag als eerste opstaan, voor mijn zus alive and kicking is, naar beneden sluipen, een verkwikkende douche nemen, en dan naar de bakker trekken om een ontbijt op tafel te zetten waarmee je alleen maar goedgezind aan het weekend kan beginnen.
Voor mijn vrouw is dit onder meer elke werkdag ten laatste rond een uur of half elf 's avonds onder de wol kruipen, om de ochtend erna uitgerust op te kunnen staan om kwart over zes en aan een nieuwe werkdag te beginnen.
Voor mij liggen er ook van die constanten.
Van die dingen die steeds terugkeren en waar je niet altijd even blij mee bent, maar die wel een zekere continuïteit geven aan je leven, een soort van houvast.
Chemo op maandag bijvoorbeeld. Het is altijd een beetje dubbel. Je wil die chemo eigenlijk niet hebben, omdat het je algemeen welzijn toch wel ondergraaft, maar als je de chemo niet mag hebben omdat je bijvoorbeeld een flink ontstoken mond hebt, dan steekt ineens een lichte vorm van paniek de kop op.
Het vertrouwde ritme wordt doorbroken, de gevestigde zekerheden zijn plots niet zo zeker meer.
Het doorbreken van een repetitief terugkerend patroon doet wel wat met een mens.
We willen allemaal de sleur uit ons leven mijden, maar als plots die sleur wordt doorbroken is het paniek.
Contradictio in terminis heet dat in het Latijn. Als je het even filosofisch wil benaderen natuurlijk.
De voorbije anderhalve week waren voor mij een aaneenschakeling van contradictio in terminis.
De boodschap vorige week maandag dat ik de chemo niet kreeg, omdat mijn mond te ontstoken was en dit eerst moest genezen bijvoorbeeld. Chemo krijgen zou op dat ogenblik de mondontsteking alleen maar uitvergroten, eventueel zelfs andere, nog meer gemene ontstekingen kunnen uitlokken, wat wat me alleen maar verder van huis zou brengen.
Enerzijds was ik wel opgelucht dat de chemo niet werd gegeven, maar aan de andere kant was er ook zoiets van 'ik heb die chemo wel nodig, als ik tegen die kanker wil blijven vechten'.
Ik voelde me als een soldaat aan het front, met een geweer, maar zonder munitie. Of met munitie, maar zonder geweer.
Beide situaties brengen je dan als soldaat in een lastig parket. Zonder munitie kan je proberen om met de kolf van je geweer je vijand de kop in te slaan, maar als je vijand over én een geweer én munitie beschikt zijn je overwinningskansen zo goed als nul.
Zonder geweer kan je proberen met je munitie naar de vijand te gooien, maar uiteindelijk zet dat ook geen zoden aan de dijk en ga je het pleit verliezen.
Je kan je ook terugtrekken in je loopgraaf, en wachten tot de bevoorrading hopelijk voor het te laat is je voorziet van het nodige om terug strijdvaardig het oorlogstoneel te betreden.
Uiteindelijk is dat zelfs de meest verstandige keuze.
In de hoop dat die loopgraaf niet je graf gaat betekenen wanneer de bevoorrading te lang op zich laat wachten.
Ik werd dus vorige week maandag terug naar huis gestuurd, zonder chemo omdat mijn mond te ontstoken was.
Er werd een stramien doorbroken wat eigenlijk al gedurende 14 maanden mijn houvast was.
Op het ogenblik dat je een gegeven als vanzelfsprekend gaat beschouwen gebeurt er wel iets dat je terugfluit, en je zegt dat niets vanzelfsprekend is, en er geen verworven rechten bestaan.
De chemo werd dus uitgesteld. Tot maximaal donderdag volgend.
Als dan de mondontsteking onvoldoende genezen zou zijn drong zich een permanente dosisverlaging van de chemo op.
Slik.
Om de vergelijking met de soldaat even door te trekken komt het eigenlijk er op neer dat de bevoorrading langs komt en je tien kogels geeft om dertig vijanden om te leggen.
Terwijl je er eigenlijk vijftig nodig hebt, wat je schiet er al wel eens naast, of hier en daar zit er een taaie vijand tussen die niet van bij de eerste voltreffer neer gaat. Waar je een kogel of drie moet in pompen voor hij blijft liggen.
Donderdag was dus eigenlijk een spannend moment voor me.
Krijg ik kogels?
En als ik kogels krijg, krijg ik er dan genoeg?
Uiteindelijk bleek de mondinfectie donderdag voldoende genezen te zijn om de uitgestelde chemo zonder dosisaanpassing te geven, en drong er zich ook geen blijvende dosisaanpassing op.
Ik mocht dus de volle lading vergif terug krijgen.
Dubbel gevoel, want die volle lading maakt je terug ziek, maar zonder die volle lading geef je de kanker kansen die je liever niet geeft.
Het weekend, wat normaal gezien, bij een chemo op maandag dient om terug een beetje 'op je plooien' te komen, was voorbije weekend eigenlijk vechten tegen alle bijwerkingen.
De chemo werd drie dagen later gegeven, dus de uitwerking ervan kwam ook drie dagen later.
In't weekend.
Normaal gezien ben ik op donderdag compleet gaar gekookt, maar heeft niemand daar last van, want mijn vrouw is de deur uit voor ik wakker ben, en komt pas thuis als ik die nevenwerkingen grotendeels heb uitgezweet.
In het weekend ligt dat anders. Op zaterdag is mijn vrouw thuis, de hele dag, en heb ik dan maar de bijwerkingen zo goed en zo kwaad als ik kon onder de mat geschoven.
Omdat ik haar weekend niet wou verprutsen.
En ben ik naar een trouwfeest van goede vrienden geweest, omdat ik er per sé bij wou zijn. Ondanks de chemo die me probeerde onderuit te halen.
En met dank aan mijn vrouw trouwens, die op zondag een lazy Sunday instak, niet zozeer omdat zij daar nood aan had, maar omdat ze zag dat ik er nood aan had.

Daar alleen kan liefde wonen
daar alleen is het leven goed
waar men vrij en ongedwongen
alles voor elkander doet

Die lazy Sunday heeft me de ruimte gegeven om voldoende te recupereren tegen maandag. Niet omdat er terug een chemo lag aan te komen, want deze week is mijn 'rustweek'.
Wel om bloedwaarden neer te zetten die de staf van oncologie, de prof en zijn adjudanten dus, een beetje met verbazing achter lieten.
Geen permanente dosisverlaging voor deze jongen. Tegen alle verwachtingen in. Genoeg kogels voor mij om de vijand terug een tijdje op afstand te houden.

Voorbije maandag stond er ook terug een CT scan op de agenda. Na twee maanden.
Het blijft telkens spannend.
Ook al voelde ik wel aan elke lichaamsvezel dat de kanker 'slaapt' dank zij de chemo, je bent maar gerustgesteld als de beeldvorming dat ook bevestigt.
Met andere woorden, als de resultaten van de scan je vermoeden bevestigen.
Ik kreeg dus goed nieuws.
"Alles onder controle" was de boodschap.
Met een kanker die door de band genomen je op vijf maanden velt, is dit anderhalf jaar na de diagnose inderdaad goed nieuws.
Aan de andere kant zou echt goed nieuws betekenen dat ze niks meer terugvinden van de tumors, nergens, en ze me zouden vertellen dat ik op miraculeuze wijze genezen zou zijn.
Utopia, ik weet het.
Het blijft tijd kopen.
Met dit 'goede nieuws' heb ik mezelf weer twee maanden extra gekocht.
Dat is niet niks als je weet dat ik volgens de statistieken eigenlijk al meer dan een jaar voltooid verleden tijd had moeten zijn.
Twee maanden extra.
Weeral.
Daar wil ik nu eens echt een constante van maken.
Ook al begint de behandeling zijn tol te eisen.
Omdat de mondontstekingen elke chemo cyclus manifester worden, en me telkens veroordelen om stilzwijgend een dikke week te overleven op melk, omdat praten of kauwen te pijnlijk is.
Of omdat stappen lastiger wordt. Want de zenuwen in mijn voeten zijn eraan, en de zenuwen in mijn onderbenen beginnen het stilletjes aan ook op te geven.
Stappen is voor mij vandaag een beetje als de cake walk doen, een kermisattractie uit mijn jeugd die een loopje neemt met je evenwichtsgevoel, en je contact tussen voeten en ondergrond.
Of omdat elk onbeduidend buikkrampje me naar een toilet dwingt, gewoon omdat ik niet meer kan vertrouwen op mijn 'buikgevoel'. Wat aanvoelt als 'een windje lossen', kan me bij een inschattingsfout naar de douche leiden, en daarna naar de kleerkast.
Dus zoeken we bij die 'krampen' een toilet op waar een inschattingsfout kan doorgespoeld worden.

Maar ik neem het er allemaal graag bij.
Omdat ik intussen al meer dan een jaar langer dan de statistieken me gegeven hebben elke ochtend wakker word.
Om te kunnen zien dat het zonnetje schijnt, of dat het regent, of sneeuwt, of stormt, of onweert.
Ook een constante in ieders leven. De zon komt op, en brengt licht na duisternis.
Elke dag opnieuw.
Vanzelfsprekend?
Niet voor mij.
Maar ik ben wel dankbaar.
Voor elke ochtend dat ik wakker word.
Omdat elke dag opnieuw een geschenk is.
Zelf met een mond vol aften, zwemvliesvoeten en buikkrampen tegelijk.
En een zwaard van Damocles onder de vorm van een agressieve longkanker boven mijn hoofd.
Ik sta op met een lach.
Omdat ik opnieuw mocht wakker worden, en het daglicht mocht zien.
En omdat een dag niet gelachen een verloren dag is.
Ik heb geen dagen genoeg meer om ergens een dag verloren te laten gaan.
Niemand trouwens.
Elke dag kan je laatste zijn.
Dat is voor iedereen zo.
Ik leef elke dag alsof het mijn laatste is.
Het zou zo maar eens de laatste moeten zijn...

maandag 5 september 2016

Back to life, back to reality...

Zondagnacht 4 september 2016, 00.30 uur.

Er zijn zo van die constanten in een mens zijn of haar leven. Dingen die steeds weer terugkomen. Zoals de inspiratie die mij telkens op onzalige nachtelijke uren overkomt, als bijna iedereen slaapt, en het stilletjes is.
Al is er voor de slapeloosheid in mijn geval een duidelijk omlijnd wetenschappelijk kader.
De cortisone die ik wekelijks op zondagavond en maandagochtend neem als voorbereiding op de aankomende chemo is met voorsprong de schuldige in deze.
De medicatie zorgt ervoor dat de kansen van misselijkheid na het toedienen van de chemo aanzienlijk verkleinen, maar geeft ook een energie boost vanjewelste.
Het is een beetje dubbel. Kiezen uit twee slechten. Je kiest dan maar voor de minst slechte.
De medicatie niet nemen leidt gegarandeerd tot een week mottig rondlopen, compleet met overgeven en buikloop.
Het alternatief is twee nachten rechtop zitten, klaarwakker, letterlijk de rit uitzwetend.
Maar is nog altijd aantrekkelijker dan letterlijk kotsmisselijk zijn.
Desalniettemin waren de voorbije twee weken er twee om in te kaderen.

Om te beginnen ben ik getrouwd. Op zich al een happening van formaat voor ieder die trouwt, maar voor mij toch wel sterk uitvergroot.
Ik trouwde immers met mijn beste vriendin, mijn soulmate, mijn alles en toeverlaat.
"Dat hoort zo", zie ik er velen nu als bedenking naast plaatsen, en ze hebben gelijk. Al ligt het in mijn geval toch wel enigszins anders. Om te trouwen moet je met twee zijn. En moet je met twee trouwen met je beste vriend/vriendin en soulmate, je alles en toeverlaat.
Klopt.
Maar als je beste vriend een kwarteeuw ouder is, kanker heeft en hiervoor een zware behandeling ondergaat die de levenskwaliteit, ook de gezamenlijke levenskwaliteit, op duizend en één vlakken ondergraaft, dan ligt de keuze om te huwen toch wel niet zo voor de hand. En dan bedoel ik de keuze die Hanne maakte.
Ons huwelijk werd bezegeld met een geweldig trouwfeest, waarbij Hanne en ik omgeven waren van allemaal familie en goede vrienden die er samen een onvergetelijke avond van maakten.
Aangevuld met een mini honeymoon, een roadtrip van vier dagen en drie nachten in de zuiverste betekenis van wat een roadtrip wil duiden.
Bonny and Clyde, zonder het criminele kantje.

De voorbije week bracht ook een milestone.
Er ligt terug een opdracht voor me.
Business modelling, waarbij de voorbije achtentwintig jaren ervaring nog eens omgezet worden in doelgerichte bedrijfsprocessen en een zorgsysteem dat een quasi ongebreidelde groei borgt, consolideert en documenteert. Zodat die groei niet gaat hypothekeren.
Het geeft me na anderhalf jaar op de bank zitten terug de added value die iedereen nodig heeft het leven.
Het gevoel van nuttig te zijn, in plaats van alleen maar een issue dat de maatschappij en ziekteverzekering sloten geld kost.
Het is dan ook nog eens een opdracht die ik aankan, zonder de voor mij nu letterlijk dodelijke stress van een technisch project dat tegen een deadline aan hokt.
Waarvoor dank Dave.
En Stijn, die de zakelijke kant van deze opdracht aflijnt voor me.

Deze week bracht me ook een andere reminder.
De 'back to life, back to reality' wake up call.
Hoe graag ik ook de kanker en de behandeling ervan naar de achtergrond wil dringen, voor mezelf en voor mijn omgeving, er zijn zo van die momenten dat ik daar toch hard aan herinnerd wordt.
Door bloedsuikerwaarden die een ingrijpen van mij opdrongen, gewoon omdat ze te gevaarlijk hoog kwamen, en een ketoacidose in de steigers aan het zetten waren, wat alleen kan gekeerd worden met het toedienen van insuline.
Het is een beetje kwaad met kwaad bestrijden, want insuline voorkomt dan wel de ketoacidose, die onbehandeld dodelijk kan zijn. Maar diezelfde insuline met de daarmee gepaard gaande dalende bloedsuikerwaarden grijpt in op de werking van de cytostatica die dan weer noodzakelijk zijn voor de behandeling van de kanker. En die eveneens onbehandeld dodelijk is.
Het is dus dansen op een slappe koord.
De chemo zag zijn barrière naar de gezonde weefsels opgeheven, en sloeg toe. Met als gevolg een zeer pijnlijke uitbraak van aftose in de mond, vochtophopingen in de onderbenen en voeten, en buikloop.
En vermoedelijk een behoorlijke daling van de neutrofielen in het bloed, al zal de bloedanalyse van morgen hierover pas uitsluitsel kunnen geven.

Morgen zullen we ook eens overleggen met het oncologisch team hoe we de koord weer strak gaan trekken. Want geef nu toe, dansen op een slappe koord is vermoeiend, en heeft geen enkele acrobatische toegevoegde waarde.