woensdag 14 september 2016

Eventjes spannend.

Woensdag 14 september 2016, kwart over één 's nachts.

Er zijn zo van die terugkerende dingen in het leven, constanten die je leven structuur geven. Op tijd opstaan om aan een nieuwe werkdag te beginnen, of in het weekend eens niet opstaan omdat het weekend is en voor de meesten onder ons dit vrije tijd betekent.
Iedereen heeft van die bakens in het leven, die een bepaald stramien determineren wat ons een gevoel van zekerheid geeft.
Voor mijn schoonbroer bijvoorbeeld is dit onder andere op zaterdag als eerste opstaan, voor mijn zus alive and kicking is, naar beneden sluipen, een verkwikkende douche nemen, en dan naar de bakker trekken om een ontbijt op tafel te zetten waarmee je alleen maar goedgezind aan het weekend kan beginnen.
Voor mijn vrouw is dit onder meer elke werkdag ten laatste rond een uur of half elf 's avonds onder de wol kruipen, om de ochtend erna uitgerust op te kunnen staan om kwart over zes en aan een nieuwe werkdag te beginnen.
Voor mij liggen er ook van die constanten.
Van die dingen die steeds terugkeren en waar je niet altijd even blij mee bent, maar die wel een zekere continuïteit geven aan je leven, een soort van houvast.
Chemo op maandag bijvoorbeeld. Het is altijd een beetje dubbel. Je wil die chemo eigenlijk niet hebben, omdat het je algemeen welzijn toch wel ondergraaft, maar als je de chemo niet mag hebben omdat je bijvoorbeeld een flink ontstoken mond hebt, dan steekt ineens een lichte vorm van paniek de kop op.
Het vertrouwde ritme wordt doorbroken, de gevestigde zekerheden zijn plots niet zo zeker meer.
Het doorbreken van een repetitief terugkerend patroon doet wel wat met een mens.
We willen allemaal de sleur uit ons leven mijden, maar als plots die sleur wordt doorbroken is het paniek.
Contradictio in terminis heet dat in het Latijn. Als je het even filosofisch wil benaderen natuurlijk.
De voorbije anderhalve week waren voor mij een aaneenschakeling van contradictio in terminis.
De boodschap vorige week maandag dat ik de chemo niet kreeg, omdat mijn mond te ontstoken was en dit eerst moest genezen bijvoorbeeld. Chemo krijgen zou op dat ogenblik de mondontsteking alleen maar uitvergroten, eventueel zelfs andere, nog meer gemene ontstekingen kunnen uitlokken, wat wat me alleen maar verder van huis zou brengen.
Enerzijds was ik wel opgelucht dat de chemo niet werd gegeven, maar aan de andere kant was er ook zoiets van 'ik heb die chemo wel nodig, als ik tegen die kanker wil blijven vechten'.
Ik voelde me als een soldaat aan het front, met een geweer, maar zonder munitie. Of met munitie, maar zonder geweer.
Beide situaties brengen je dan als soldaat in een lastig parket. Zonder munitie kan je proberen om met de kolf van je geweer je vijand de kop in te slaan, maar als je vijand over én een geweer én munitie beschikt zijn je overwinningskansen zo goed als nul.
Zonder geweer kan je proberen met je munitie naar de vijand te gooien, maar uiteindelijk zet dat ook geen zoden aan de dijk en ga je het pleit verliezen.
Je kan je ook terugtrekken in je loopgraaf, en wachten tot de bevoorrading hopelijk voor het te laat is je voorziet van het nodige om terug strijdvaardig het oorlogstoneel te betreden.
Uiteindelijk is dat zelfs de meest verstandige keuze.
In de hoop dat die loopgraaf niet je graf gaat betekenen wanneer de bevoorrading te lang op zich laat wachten.
Ik werd dus vorige week maandag terug naar huis gestuurd, zonder chemo omdat mijn mond te ontstoken was.
Er werd een stramien doorbroken wat eigenlijk al gedurende 14 maanden mijn houvast was.
Op het ogenblik dat je een gegeven als vanzelfsprekend gaat beschouwen gebeurt er wel iets dat je terugfluit, en je zegt dat niets vanzelfsprekend is, en er geen verworven rechten bestaan.
De chemo werd dus uitgesteld. Tot maximaal donderdag volgend.
Als dan de mondontsteking onvoldoende genezen zou zijn drong zich een permanente dosisverlaging van de chemo op.
Slik.
Om de vergelijking met de soldaat even door te trekken komt het eigenlijk er op neer dat de bevoorrading langs komt en je tien kogels geeft om dertig vijanden om te leggen.
Terwijl je er eigenlijk vijftig nodig hebt, wat je schiet er al wel eens naast, of hier en daar zit er een taaie vijand tussen die niet van bij de eerste voltreffer neer gaat. Waar je een kogel of drie moet in pompen voor hij blijft liggen.
Donderdag was dus eigenlijk een spannend moment voor me.
Krijg ik kogels?
En als ik kogels krijg, krijg ik er dan genoeg?
Uiteindelijk bleek de mondinfectie donderdag voldoende genezen te zijn om de uitgestelde chemo zonder dosisaanpassing te geven, en drong er zich ook geen blijvende dosisaanpassing op.
Ik mocht dus de volle lading vergif terug krijgen.
Dubbel gevoel, want die volle lading maakt je terug ziek, maar zonder die volle lading geef je de kanker kansen die je liever niet geeft.
Het weekend, wat normaal gezien, bij een chemo op maandag dient om terug een beetje 'op je plooien' te komen, was voorbije weekend eigenlijk vechten tegen alle bijwerkingen.
De chemo werd drie dagen later gegeven, dus de uitwerking ervan kwam ook drie dagen later.
In't weekend.
Normaal gezien ben ik op donderdag compleet gaar gekookt, maar heeft niemand daar last van, want mijn vrouw is de deur uit voor ik wakker ben, en komt pas thuis als ik die nevenwerkingen grotendeels heb uitgezweet.
In het weekend ligt dat anders. Op zaterdag is mijn vrouw thuis, de hele dag, en heb ik dan maar de bijwerkingen zo goed en zo kwaad als ik kon onder de mat geschoven.
Omdat ik haar weekend niet wou verprutsen.
En ben ik naar een trouwfeest van goede vrienden geweest, omdat ik er per sé bij wou zijn. Ondanks de chemo die me probeerde onderuit te halen.
En met dank aan mijn vrouw trouwens, die op zondag een lazy Sunday instak, niet zozeer omdat zij daar nood aan had, maar omdat ze zag dat ik er nood aan had.

Daar alleen kan liefde wonen
daar alleen is het leven goed
waar men vrij en ongedwongen
alles voor elkander doet

Die lazy Sunday heeft me de ruimte gegeven om voldoende te recupereren tegen maandag. Niet omdat er terug een chemo lag aan te komen, want deze week is mijn 'rustweek'.
Wel om bloedwaarden neer te zetten die de staf van oncologie, de prof en zijn adjudanten dus, een beetje met verbazing achter lieten.
Geen permanente dosisverlaging voor deze jongen. Tegen alle verwachtingen in. Genoeg kogels voor mij om de vijand terug een tijdje op afstand te houden.

Voorbije maandag stond er ook terug een CT scan op de agenda. Na twee maanden.
Het blijft telkens spannend.
Ook al voelde ik wel aan elke lichaamsvezel dat de kanker 'slaapt' dank zij de chemo, je bent maar gerustgesteld als de beeldvorming dat ook bevestigt.
Met andere woorden, als de resultaten van de scan je vermoeden bevestigen.
Ik kreeg dus goed nieuws.
"Alles onder controle" was de boodschap.
Met een kanker die door de band genomen je op vijf maanden velt, is dit anderhalf jaar na de diagnose inderdaad goed nieuws.
Aan de andere kant zou echt goed nieuws betekenen dat ze niks meer terugvinden van de tumors, nergens, en ze me zouden vertellen dat ik op miraculeuze wijze genezen zou zijn.
Utopia, ik weet het.
Het blijft tijd kopen.
Met dit 'goede nieuws' heb ik mezelf weer twee maanden extra gekocht.
Dat is niet niks als je weet dat ik volgens de statistieken eigenlijk al meer dan een jaar voltooid verleden tijd had moeten zijn.
Twee maanden extra.
Weeral.
Daar wil ik nu eens echt een constante van maken.
Ook al begint de behandeling zijn tol te eisen.
Omdat de mondontstekingen elke chemo cyclus manifester worden, en me telkens veroordelen om stilzwijgend een dikke week te overleven op melk, omdat praten of kauwen te pijnlijk is.
Of omdat stappen lastiger wordt. Want de zenuwen in mijn voeten zijn eraan, en de zenuwen in mijn onderbenen beginnen het stilletjes aan ook op te geven.
Stappen is voor mij vandaag een beetje als de cake walk doen, een kermisattractie uit mijn jeugd die een loopje neemt met je evenwichtsgevoel, en je contact tussen voeten en ondergrond.
Of omdat elk onbeduidend buikkrampje me naar een toilet dwingt, gewoon omdat ik niet meer kan vertrouwen op mijn 'buikgevoel'. Wat aanvoelt als 'een windje lossen', kan me bij een inschattingsfout naar de douche leiden, en daarna naar de kleerkast.
Dus zoeken we bij die 'krampen' een toilet op waar een inschattingsfout kan doorgespoeld worden.

Maar ik neem het er allemaal graag bij.
Omdat ik intussen al meer dan een jaar langer dan de statistieken me gegeven hebben elke ochtend wakker word.
Om te kunnen zien dat het zonnetje schijnt, of dat het regent, of sneeuwt, of stormt, of onweert.
Ook een constante in ieders leven. De zon komt op, en brengt licht na duisternis.
Elke dag opnieuw.
Vanzelfsprekend?
Niet voor mij.
Maar ik ben wel dankbaar.
Voor elke ochtend dat ik wakker word.
Omdat elke dag opnieuw een geschenk is.
Zelf met een mond vol aften, zwemvliesvoeten en buikkrampen tegelijk.
En een zwaard van Damocles onder de vorm van een agressieve longkanker boven mijn hoofd.
Ik sta op met een lach.
Omdat ik opnieuw mocht wakker worden, en het daglicht mocht zien.
En omdat een dag niet gelachen een verloren dag is.
Ik heb geen dagen genoeg meer om ergens een dag verloren te laten gaan.
Niemand trouwens.
Elke dag kan je laatste zijn.
Dat is voor iedereen zo.
Ik leef elke dag alsof het mijn laatste is.
Het zou zo maar eens de laatste moeten zijn...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten