maandag 31 oktober 2016

In the end I always...

It’s there again. The urge to write. Met vierentwintig uur vertraging deze keer, maar na een familiesauna dag, met drie opgietsessies op het palmares was mijn kaars gisteren ook klein. Niet uit maar klein. De cortisone deed zijn werk weer, maar werd danig ondergraven door de uitputtingsslag van de opgietsessies.
Vandaag ziet die cortisone zijn kans schoon, en houd me wakker. Mijn geest draait tegen 200 in’t uur, is haarscherp, en eerder war - minded, doordat er hier en daar mensen zijn die fundamentele afspraken niet hebben nageleefd en daardoor mij in een lastig parket brengen om door mij gemaakte afspraken na te leven. Ze gaan me vinden met de oorlogsschoenen aan, en ik kan je garanderen, daar gaat niemand vrolijker van worden. De kruik gaat zolang te water tot ze barst. I don’t get mad anymore, I get even. Triple.
Terwijl ik me aan de andere kant doodmoe voel.
Niet zo vreemd na de derde nacht op de bank, met telkens een paar uren slaap, (de laatste nacht anderhalf uur) omdat ik mijn vrouw niet wil wakker houden met mijn gewoel, en onze flat maar één slaapkamer heeft.
Stilaan tijd misschien om iets ruimer oorden te gaan opzoeken, met een logeerkamer, waar ik onze tweede televisie kan installeren, en de slapeloze nachten iets comfortabeler kan doorbrengen dan op de zetel. En misschien, na een paar uur woelen zonder mijn vrouw wakker naast me wakker te houden wel de genade kan vinden van een paar uur diepe slaap.
Ik heb nooit echt veel slaap nodig gehad, maar acht uurtjes op drie nachten is voor mij ook te weinig van het goede. Het mochten er vijftien of zestien zijn geweest.
Je kan er je klok op gelijk zetten intussen, de uitvergroting van de nevenwerkingen die bij de chemobehandeling horen en samen met het cumulatief effect van die behandeling zich ook exponentieel manifesteren.
Deze week is het week drie van de behandelingscyclus, en ik weet nu al dat die gaat aankomen. Ik weet wat me te wachten staat, en begin vrouwen te begrijpen die mega opkijken tegen de eveneens vier wekelijkse cyclus compleet met ongemakken en nevenverschijnselen. Al kan je de nevenwerkingen van een chemo als enige wapen tegen een kleincellige kanker in niets vergelijken met die eigen aan een menstruatie.
Aftose is coming. Ik ga weer drie, vier dagen rondlopen met een compleet ontstoken mond, aangevuld met aften met grootheidswaanzin, op en onder de tong, op de lippen en de binnenkant van de wangen. Dapper bijgestaan door een mondbeslag dat eveneens op de tong, de wangen en het gehemelte tiert en dat je hetzelfde gevoel geven als wanneer je een zak van een kilo zuurtjes hebt weggewerkt en het gevoel hebt daarna op bloot vlees te zitten. Da’s dus weer drie, vier dagen radio silence, zorgvuldig je voeding kiezen, melk drinken, want daar zit toch nog iets van voedingswaarde in, en de rit uitzitten.
De zwemvliesvoeten en bijbehorende goosewalk zijn ook weer in aantocht. Wat me blikken gaat opleveren van ‘wat is er mis met u kerel’, en waar de staarder zich op dun ijs gaat begeven omdat mijn tolerantievermogen op een uiterst laag pitje gaat staan, en een bitsig woord van mijn kant niet ver weg is. 
Och, zolang ik de grijns niet van die paljas of trut zijn/haar gezicht mep, en mijn zelfbeheersing kan bewaren ben ik allang blij. Volgende week een pint gaan drinken doe ik beter in het gezelschap van mijn vrouw, die zoiets intussen van op een kilometer ziet aankomen en me tijdig terugfluit.
Fester Adams gaat zich weer meester maken van mijn uiterlijk, en de futloosheid, want vermoeidheid kan je het niet echt noemen, gaat ook weer laten weten dat ze er is.
Zweten bij vriestemperaturen en bevriezen bij een kamertemperatuur van 26° C horen er ook weer bij. Pijn aan het haar dat ik niet meer heb (fantoompijn noemen ze dat), zullen het feestje ook weer vervoegen. Wijn gaat weer een paar dagen naar stront smaken, en van stront weet ik niet hoe die smaakt want dat heb ik ondanks alles nog niet op het menu gezet. Ik zal mijn speculaas wel soppen in de koffie, dat komt in de buurt, visueel dan toch. 
Je wordt inventief in de keuze van wat je eet met een bakkes dat aanvoelt als één grote open wonde.
Week drie van de chemo. Different week, same shit. En deze keer niet in het idyllische Curaçao, waar het allemaal een heel stuk beter te dragen was.
Soms heb ik zo iets van, het hoeft niet meer. Houd uw zaksje vergif en uw pillen. Maar dan zie ik mijn vrouw, mijn familie en mijn vrienden en vind ik de kracht om door te zetten, want voor mij hoeft het dan in die momentopname niet meer, maar die mensen verdienen beter. Ik moet voor hun blijven vechten, punt.
En de pijngrenzen verleggen zich ook naarmate de behandeling vordert, en de chemo dosissen zich blijven opstapelen.
Smeet dit anderhalf jaar geleden naar mijn hoofd, en ik zou als een kleuter om mijn moeder geroepen hebben, doorgedraaid zijn, en de handdoek geworpen hebben.
Alles went zeker. Ook pijn en vervelende nevenwerkingen. Want na week drie komt week vier. Zonder chemo, en dan verdwijnen die nevenwerkingen even snel als ze kwamen opzetten. 
Ik voel me dan weer even de Peter van vroeger, zolang ik de confrontatie met de spiegel vermijdt. Want die zet je dan weer zonder enig medelijden met de twee voeten op de grond. Dus kijken we niet in de spiegel, en teren op het ‘gezonde gevoel’, en is het leven weer even mooier. Ik lach dan met de duistere gedachten van de week ervoor, vind mezelf een idioot dat ik dat doemdenken toch even toeliet, vind mezelf een sukkel omdat ik vond dat ik pijn had. Want als de pijn weg is, vergeet je heel snel wat die met je deed. De veerkracht van een mens als het even wat beter gaat is fenomenaal. Zonder te willen pochen, ik sta soms van mezelf te kijken.
Naderhand toch, als de strijd weer is geleverd, en de pijn is geleden.
In de euforie van de pijnloze dagen, wars van al de nevenwerkingen, lijkt de pijn eerder op pijntjes, en het gedag van me tijdens het ondergaan van die pijntjes eerder kleinzerig dan heldhaftig. Ik kan weer de hele wereld aan, heb energie en goesting.
Totdat het cumulatief effect van de opstapelende chemo weer van zich laat horen. Dan gaan we weer naar het begin van dit stukje. Voor de zeventiende keer intussen.
En dan naar de achttiende, en de negentiende. Hopelijk ook naar de honderdste keer. Omdat mijn vrouw, mijn familie en mijn vrienden het verdienen. Niet zozeer voor mezelf. Maar voor hun.
Om hun niet te ontgoochelen.
En om de degenen die me liever vandaag dood zien dan morgen te pesten.
Want uit pesten haal je ook kracht en doorzettingsvermogen, geloof me. 
Zolang het subtiel blijft en het bij hun grenzeloze frustraties opwekt waaraan ik me kan voeden. Gewoon door te blijven leven.
‘Eat it succers’ gaat er dan door mijn hoofd.
En ook omdat de vraagtekens bij de geleerde bollen die 'mijn blijven volharden' opwekken me plezieren. De onbegrijpelijke gelaatsuitdrukkingen op hun hoofden waar heelder universitaire bibliotheken aan boekenkennis in schuilen en die niet zien of vatten waar deze Abraham zijn mosterd haalt doen me genieten.
Gemeen, ik weet het, maar ze lazen de verkeerde boeken blijkbaar. En ik put daar kracht uit. Telkens opnieuw.
Omdat ik mijn stilzwijgen langer ga volhouden dan hun vragen van ‘leg eens uit ajb’. Ik moet dit maximum nog drie jaar uithouden. 
Van een pot assen moet je niet veel antwoorden meer verwachten.
Geen eigenlijk.
Zij hebben daarna nog twintig, dertig of zelfs een enkeling(e) hier en daar nog veertig jaar om het juiste boek te zoeken en te lezen.
En het licht te zien.
‘Let the light shine on me.’
Niet met mijn zaklamp. Ik heb geen reserve batterijen meer, en ben redelijk karig met dat licht aan te steken om voor derden de geest te verlichten. Zeker niet als ze niet tot de groep van echtgenote, familie of echte vrienden horen.
Wat baten kaars en bril, als de uil niet zien en lezen wil.
En intussen dorst deze boer noestig verder. Soms met volle kracht, en soms met flut slagen. Maar ik blijf wel dorsen.
Tot spijt van wie het benijdt.
In the end, I always get what I want.
Op de valreep dikwijls, maar dat is goed genoeg.
In dit project, knokken tegen kanker, ga ik way over deadline. Voor de eerste keer, en volledig bewust. En over budget. 
Het budget van de sponsor van de studie. 
Die zit nu al met een rood dossier. Omdat ik het vertik van dood te gaan.
Het brengt een glimlach op mijn gezicht.
There is always someone who beats your contractual terms.
Pain in the ass?
The pleasure of signing your contract was all mine…
In de ruimste zin van de betekenis, en voor eender welke contractant.
De CT scan van volgende week brengt het verhaal van de voorbije anderhalf jaar.
Stabiel.
Eat your hat, and then your shoe, sponsor...
Als je een contract met me tekende dat je de behandeling blijft betalen zolang ze baat en ik leef, en er op rekende dat dit na vijf maanden over and out zou zijn, wrong bet.
Aan de andere kant, als je me geld moet, ga je betalen. Punt. Afspraak is afspraak.
Zodat ik mijn afspraken ook kan blijven nakomen.
Eerder laat ik mijn kaars niet uitblazen.
De dingen zullen geregeld zijn zoals ik die wil geregeld hebben.
Ik herhaal: In the end I always get what I want. And when I have every thing I wanted, it's time to die.
Er staat nog heel wat op de verlanglijst, en dat gaat nog veel, heel veel tijd vragen.
Jaren...
Tot vreugde van enkelen, en spijt van velen. 
ik ga er niet nog slechter van slapen.
Integendeel.

donderdag 20 oktober 2016

Afscheid nemen bestaat wel.

Het is weer zo ver. I feel the urge to write.
Al wou ik er vandaag niet aan toegeven.
Zo zalig als de huwelijksreis was, zo hard sloeg de realiteit terug deze week.
Drie mensen gingen heen. Veel te vroeg.
De zoon van een goede vriendin van me kwam om in een verkeersongeval. 25 jaar werd de jongen.
Een jongedame van 29 waar ik een dikke maand geleden nog een geanimeerd gesprek mee had is er ook niet meer. Astma aanval waar ze niet meer doorkwam, hartfalen, gedaan...
En de vader van een goede vriend van me overleefde een operatie niet.
Het zet me aan tot nadenken.
Het zou iedereen moeten aanzetten tot nadenken.
Zoals een andere goede vriend van me zei, there is no God. Only the good one dies...
Het leven kent geen medelijden. Net als je denkt dat je alles in kannen en kruiken hebt gebeurt er wel wat dat plots alles terug op losse schroeven zet.
Story of my life.
En van zovelen anderen.
The unbearable lightness of being.
Afscheid nemen bestaat  dus wel. Het moet, want als je weigert om afscheid te nemen creëer je je eigen hel. Kiss goodbye and go on. Hard, keihard, maar realiteit.
Je wordt geboren, je leeft je leven, en ergens, niemand weet wanneer, ga je dood. Geboren worden impliceert dat je zal sterven.
Ik ben een beetje bevoorrecht, In die optiek dat ik weet dat mijn dood korter bij is dan dit normaal zou moeten gebeuren. Wat niet wegneemt dat het morgen ook kan gedaan zijn. Maar dat het geen dertig jaar meer duurt is wel duidelijk. Zelfs geen vijf jaar meer, of geen twee.
Je gaat anders met je leven om dan. Plannen op lange termijn doe je niet meer. De cadeautjes die met kerst worden uitgewisseld zijn ineens niet meer zo relevant. Anderzijds wordt het ineens een echte opgave om die cadeautjes te bedenken. Want het laatste cadeautje dat je kreeg van iemand wordt ineens een cadeautje met diepgang. Kerstmis halen op zichzelf wordt een uitdaging. Een uitdaging die er nog ligt voor mij, wat niet het geval is voor de drie mensen waarover ik het hierboven had.
Ook ik heb iets van 'dit is niet rechtvaardig'. Deze mensen moesten niet gaan.
Soms bekruipt me het gevoelen dat ik een plaats blijf innemen die me niet toekomt. Ik zou zo ruilen met die jongen van 25, of met de vrouw van 29. Zelfs met de papa van 77.
Wanneer je een heengaan ziet aankomen is dat toch nog altijd wat anders dan dat een geliefde gewoon weggerukt wordt, zonder meer.
Het verdriet om het verlies is er niet minder om, maar misschien wel wat makkelijker te hanteren en te plaatsen.
Iedereen weet intussen dat mij geen lang leven meer is beschoren. Iedereen heeft intussen een manier gezocht om daar mee om te gaan.
Er liggen geen vragen meer, het waarom is allang ingevuld.
Bij een plots heengaan blijven die vragen open en onbeantwoord.
Mijn gedachten gaan uit naar de mensen die achterbleven.
In stilte neem ik afscheid van deze mensen.
Omdat ik moet.
Omdat het leven verder gaat.
Het leven geeft en neemt.
Neem wat je krijgt, aanvaardt wat het neemt.
Er is maar één ding zeker als je geboren wordt.
Vroeg of laat ga je dood.
En dat is de enige zekerheid die er ligt.
Al de rest is koffiedik kijken.

maandag 17 oktober 2016

Terug naar de realiteit

Maandag, tien uur 's avonds.

Na twee weken vakantie, al voelde het niet aan als een verdiende vakantie want ik werk niet meer, of toch niet officieel, een schitterende huwelijksreis en het nagenieten in eigen land gisteren, was het vandaag terug de confrontatie met de werkelijkheid en de witjassen.
Vorige vrijdag werd de bloedafname genomen die normaal de maandag ervoor moest genomen worden, maar bij uitzondering eens wat later mocht om me de gelegenheid te bieden om op reis te gaan.
Zoals ik al verwachtte waren de resultaten van de hematologie ronduit slecht.
Het bewees nog maar eens, voor de zoveelste keer dat mijn standpunten over de verbanden tussen de werking van cytostatica en hun impact op het beenmerg onlosmakelijk verbonden zijn met de glycemie en het gebruik van insuline.
Op lang aandringen van zowel het oncologisch team  als het Endo Crino team is me gevraagd op reis de nodige aandacht te besteden aan de bloedsuikerwaarden en deze zeker niet te hoog te laten komen op onze huwelijksreis met betrekking tot verhoogd infectiegevaar door een verhoogde bloedsuikerspiegel.
Ik begreep hun bezorgdheid wel, en heb dus hun adviezen gevolgd.
Het resultaat hiervan was dat ik een uitbraak van aftose kreeg, (aften in de mond en op en onder tong) die drie, eigenlijk vier dagen van onze huwelijksreis vergalden, omdat eten een straf was en praten al helemaal niet binnen de haalbare mogelijkheden lag. Verplaats deze uitbraak dan nog eens in een setting met een resort dat vijf uitstekende restaurants biedt in een all inclusive formule en de straf is uitvergroot.
De bloedresultaten op vorige vrijdag waren dan ook niet direct de beste. Toch de hematologische niet.
De bloedchemie zat netjes binnen alle marges, glucose en bicarbonaten zeker, zoals ik had beloofd door daar de nodige aandacht aan te besteden. De hematologische waarden waren om te panikeren. De witte bloedcellen in het algemeen lagen veel te laag om gemeten te worden op bijna het einde van een rustweek (chemoloze week), en brachten eigenlijk de chemo van vandaag binnen de randwaarden om toegediend te mogen worden. Er zat dus een risico in dat de chemo vandaag niet mocht gegeven worden omwille van de meting vrijdag.
Het is dan ook de laatste keer dat ik de gezamenlijke adviezen van  Oncologie en Endo Crino nog ter ore neem, laat staan opvolg.
Ik had sedert vorige vrijdag dus nog amper twee dagen tijd om de bloedwaarden op basis van mijn deducties en mijn eigen studie daarrond op te krikken tot waarden die toedienen van de chemo meer dan verantwoordden en wat ik dan ook deed. Al was het koeken en suikers vreten geblazen.
Ik hanteerde mijn eigen normen in het gebruik van insuline, en paste de bloedsuikerwaarden toe die me in hematologische waarden terug ver boven de gevraagde minima bracht. De glucose waarden bracht ik daarmee ook ver boven de gevraagde maxima, maar dat was en is me een worst.
Een stijging in de neutrofielen van 1600 naar 6900 op twee dikke dagen is een tour de force.
Ze kunnen er nu echt niet meer rond. Vandaar ook de delegatie aan witjassen die mijn box passeerden vandaag. Met felicitaties omwille van de 'zeer snelle recuperatie', maar over de onderliggende oorzaak hiervan werd met geen woord gerept. Omdat ze materie niet beheersen, wel begrepen hebben dat ik niet te weerleggen causale verbanden heb geduid, maar niet echt met de billen bloot willen gaan.
Ook dat zal me intussen een worst wezen. Ik pak die chemo toch weer maar mooi, omdat alle voorwaarden rond hematologie en mogelijke infecties ver binnen het vooropgestelde protocol liggen, en met de wetenschap dat aften me de eerste twee weken geen parten gaan spelen, of vermoeidheid, of andere nevenwerkingen.
Dat ik 's nachts eens moet opstaan om een keertje meer te gaan plassen, omdat die suikers via de nieren er dan wat uit moeten neem ik er graag bij. Veel liever dan een nacht wakker liggen met een mond vol aften die continu pijn doen.
Het is eigenlijk spijtig dat die witjassen niet verder dan hun specialisatie willen zien. Ze ondernamen dan vandaag ook een poging om me toch binnen de voor hun aanvaardbare waarden te houden van de glucosewaarden.
Door een Pet Scan op de agenda te zetten. Hiervoor mogen je bloedsuikers, de glucose dus, niet hoger liggen dan 120. Als je weet dat ik 200 meer dan aanvaardbaar vind in mijn situatie, met in week drie van een chemocyclus waarden tot 280 dan zegt hun poging wel wat.
Ik heb die dan ook vakkundig getorpedeerd door hun te zeggen dat als ik drie dagen op voorhand wordt geïnformeerd van de Pet Scan, ik hun de bloedsuikerwaarden zou geven die hiervoor noodzakelijk zijn, tot tien minuten na de scan. Dan breng ik de waarden terug naar mijn normen.
Die Pet scan dient om eventuele uitzaaiingen die niet zichtbaar zijn op een traditionele CT scan op te sporen. Ik heb nu al nieuws voor ze.
Ze gaan niks vinden.
Ik voel wat ik voel. De stijgende tumormarkers, die hun verontrusten ligt eerder aan de gemakzucht van enkele mensen die dat bloedstaal liever opsturen met een bumpy buizenpost, dan wel dit persoonlijk te gaan afgeven in het labo. Het bloedstaal dat voor de bepaling van de markers wordt genomen moet immers zo min mogelijk worden dooreengeschud, om een representatief resultaat te krijgen.
Ik heb dan ook gevraagd dit staal, specifiek voor het bepalen van mijn tumormarkers niet meer met de buizenpost te verzenden, maar gaan af te geven zonder met dat zakje slazwierder te spelen, en ik dan terug geloof zal hechten aan de resultaten.
Ik kreeg stilzwijgende en een verzameling idiote smoelen als antwoord...
Op mijn vraag of ik dit moest motiveren kreeg ik wel een antwoord.
Neen, ik moest dat niet motiveren, ik had zeker een sterk punt, maar het verbaasde hun dat ik dit wist.
Ze kennen me nog altijd niet blijkbaar, na meer dan anderhalf jaar.
Ik heb droog geantwoord dat ik nog wel meer wist. Wat dan weer werd beantwoord met een grote stilte.
Pain in the ass? Misschien wel, maar het gaat om mijn leven en ik determineer zelf wel hoe ik dat zo lang mogelijk rek in acceptabele omstandigheden.
Vroeg of laat verlies ik van die kanker, dat besef ik ook wel.
Nothing is endless.
Maar nieuwjaar wil ik opnieuw vieren, en mijn verjaardag ook nog eens.
Dank zij een verhoogde glucose en/of het aangepaste gebruik van synthetische insuline.
Dank zij mijn eigen deducties, en het wel begrijpen van de onderliggende biochemische processen.
En als ik door de verhoogde glycemie dan toch eens een luchtweginfectie opscharrel, dan duw ik die eronder met meer dan voldoende neutrofielen, bijgestaan door een breed spectrum antibiotica. Waarvan ik twee doosjes in huis heb.
En preventief zal innemen bij elke verontrustende temperatuursverhoging. 38° C + dus.
Maar met voldoende neutrofielen en voldoende cytoblasten om de rommel op te kuisen gaat zich dat niet manifesteren. En een voldoende hoge glycemie.
Als de witjassen dat nu ook eens zouden willen toegeven, want ze zien het wel. De resultaten liggen er. Daar kunnen ze intussen niet meer rond.
Nog een tijdje rond de pot draaien, dat zouden ze wel kunnen, al helpt hun en andere lotgenoten in mijn situatie dat niet.
Face it, investigate it. Zoals ik dat doe.
Ik ben intussen te koppig geworden om mijn bevindingen te grabbel te gooien. Dat ze zelf maar eens nadenken, en de grijze massa in hun hoofd gebruiken.
Back to reality vandaag dus. Voor mij.
Maar vooral voor de witjassen.
Ik pakte de chemo. Met glans en glorie. Dat hadden die witfrakken niet verwacht.
Big mean smile on my face.
Try to get it off.
En ik zal die chemo blijven pakken.
Tot de kanker er een omweg rond vindt. Maar er hield er geen enkele het lang genoeg uit om die conclusie te trekken. Al mijn voorgangers in deze studie, en dat zijn er 1966, moesten afhaken omdat het beenmerg het opgaf, niet omdat de tumor een weg rond de behandeling vond.
Ik heb mijn beenmerg onder controle. Ik heb dus een dikke stap voor.
Tot uiteindelijk de kanker er een weg rond vind. Wat komt. Maar ik ga dat zo lang als mogelijk rekken.
Nog een paar jaar... En God weet welke verdere behandelingen er dan misschien liggen.
De aften, als het dan echt moet, neem ik er wel bij. Net als al de rest.
Ik wordt elke ochtend wakker naast een pracht vrouw, krijg elke dag een gevulde dag aangeboden, met hele diverse interpellaties, tussenkomsten en agendapunten.
En ik kan neen zeggen tegen vragen of voorstellen, omdat ik kanker heb.
De dodenmars uitstappen zit er niet meer in. Maar moet dat?
Want daar zeg ik bijvoorbeeld neen tegen. De lat ligt bij mij op andere vlakken hoger dan de mediale mens die legt.
Ik zei het ooit al eens, er zijn er teveel die me onder de zoden willen zien.
Ik gun die dat niet.
Nu niet, volgende week of maand niet, en volgend jaar ook niet.
En als ik dan toch ooit moet gaan, dan vind ik wel een manier om vanuit de andere kant me te blijven moeien.
Subtiel, maar wel onmiskenbaar.
En pesterig, met mijn morbide humor.
Mijn glucose staat intussen terug op 241. Da's acceptabel, voor mij en voor de witjassen.
En morgen breng ik die naar +/- 200.
Voor mijn neutrofielen is dat meer dan voldoende.
Wil je me lager, overtuig me dan.
Met hout snijdende argumenten.
Mijn tegenargumenten liggen klaar. En je krijgt er geen speld tussen.
Er zijn een paar witjassen die dat vandaag nog maar eens mochten ondervinden.
Markante resultaten krijg je niet. Die moet je verdienen.
Door na te denken, door te vorsen, door te concluderen, en vooral door af te wijken van de geijkte paden.
De witfrakken hun geijkte paden eindigen in een kist, die dan weer eindigt in de grond of in een oven.
Neen, dank je.
Nog niet.
Nog lang niet.

vrijdag 14 oktober 2016

Life can be great.

Donderdag 13 oktober, ergens rond middernacht..

We zijn terug thuis van onze huwelijksreis,
Hanne en ik.
Het is altijd leuk terug thuis te komen, alleen hadden we beiden liever in een iets gematigder temperatuur gearriveerd. Als je minima van 26° C bij zonsopgang gewoon bent geworden, en je wordt dan in 6° C gekatapulteerd, dan krijg je goose bumps, oftewel kippenvel. Ook al kan ik dat principieel niet meer hebben, want om kippenvel te krijgen heb je lichaamsbeharing nodig en die heb ik niet meer. Maar ik kreeg wel kippenvel.
Tour de force dus, dat kippenvel.
Het was een zalige reis, onze huwelijksreis. Hanne zowel als ik hebben er met volle teugen van genoten. Dit nemen ze ons in elk geval al niet meer af.
En de jet lag die zich morgen ongetwijfeld zal laten voelen nemen we er graag bij.
Onze reis heeft nog maar eens bewezen dat er op liefde en elkaar graag zien geen leeftijd staat.
Het totale plaatje klopte.
Er zijn zoveel kleine dingen die de reis maakte to wat ze is geworden.
Hanne die erin geslaagd is om bij het inpakken voor de heenreis haar valies met de allures van een 40 voet zeecontainer toch binnen de opgelegde gewichtsbeperkingen te houden, en ik die erin geslaagd ben om mijn valies die eerder leek op een beauty case met pretentie voor drie kwart vol te krijgen.
Om dan op dinsdag 4 oktober om half vier in de ochtend op te staan, die koffers in de bagageruimte van de auto te hijsen en richting Amsterdam te bollen.
Zonder ochtendhumeur
Een beetje zwijgzamer op zulk een on - katholiek uur dan we gewoonlijk in de ochtend zijn, dat wel. Maar goedgeluimd.
Na een vlucht van bijna de klok rond werden we als vorsten ontvangen in het resort.
Ze hadden hun best gedaan, daar bij Sunscape in Curaçao. En rekening gehouden met de info die we op voorhand gaven. Rond ons huwelijk en mijn ziekte.
De mensen hadden ons een junior suite waarvan het terras uitgaf op het strand toegewezen, op het gelijkvloers. Omdat trappen lopen voor mij wel eens net iets teveel kan zijn. Ze hebben er zo vier, van die junior suites op het gelijkvloers. Weldoordacht gaven ze ons een kamer die niet op het uiteinde van het resort ligt, maar ergens halverwege, weg van de drukte en toch op twee minuten stappen van de 'core zone', waar de restaurants, zwembaden, poolbar en randanimatie lagen.
We werden uitgenodigd voor een feestje met nog enkele andere hotelgasten om onze huwelijksreis te vieren, en Hanne's vroege verjaardag, compleet met cadeautjes, lekkere hapjes en ingekleed met enkele leuke foto's van ons beiden.
We werden ook uitgenodigd voor een heerlijk en romantisch diner op het strand, samen met enkele andere gasten.
De mensen van Sunscape hebben hun uiterste best gedaan om ons verblijf daar een persoonlijke toets te geven, en ons 'thuis' te laten voelen.
Waar ze glansrijk in geslaagd zijn, en waarvoor we hun echt wel dankbaar zijn.
Een reis om in te kaderen.
Hanne nam duiklessen, die ik aan me voorbij moest laten gaan door de kanker, maar die ik haar echt wel gunde, en waar ze honderduit over babbelde na de eerste en tweede duik. Ik gaf haar een goed duikmasker met snorkel, en ze heeft uren lang rondgedreven in de zee, en me heel enthousiast rapport uitgebracht over haar onderwateravonturen en alles wat ze mocht zien en beleven rond de lokale zeefauna en flora.
We hebben ook een paar uitstapjes gedaan. Naar Willemstad, een kleurrijke stad met zalige marktjes en pleintjes, naar Mambo Beach, the place to be op Curaçao, naar het Sea Aquarium met baby dolfijntjes, Flamino's en haaien.
En een eiland tour, die ons alle hoeken van Curaçao liet ontdekken.
Strandzetel, parasols, cocktails @ the beach en goede boeken waren nooit ver weg.
Hanne die ik hier in ons kikkerlandje op een vrijde dag nooit voor tien uur boven water krijg, was daar elke ochtend ten laatste om half zes present. Uitgerust en goedgeluimd.
We namen samen een douche, en terwijl Hanne in de gym haar dag begon op de loopband, nam ik een koffie in de koffiebar die om vijf uur al open was en las de krant on line bij een café latte.
Na haar uurtje sporten zocht Hanne me op in die koffiebar, genoten we samen van nog een koffietje, en gingen we ergens rond half acht ontbijten.
Om dan aan de dag te beginnen.
Ik zocht wat schaduw op met een goed boek, want chemo - behandeling en volle zon zijn geen goede vrienden,
Hanne ging gewoonlijk eerst even zwemmen of snorkelen, om dan in de zon op een zetelbed op te drogen bij haar boek en een eerste glaasje bubbels.
Zelfs de aften die me genadeloos pakten op onze reis konden de pret niet bederven.
Ik was wat zwijgzamer, en keek een beetje uit met wat ik at, dat wel.
En Hanne hield rekening met die aften. Drie dagen hebben ze me parten gespeeld, en drie dagen lang toonde mijn vrouw begrip voor mijn zwijgzaamheid, gewoon omdat praten dan net iets te pijnlijk is.
Of kozen we voor het Italiaans restaurant, omdat daar pasta's op de kaart stonden die ik kon eten zonder pijnlijke grimassen te trekken.
Rond een uur of half elf gingen we slapen, gewoon omdat we flink moe waren van een goedgevulde dag.
Om dan weer vroeg in de ochtend vol energie wakker te worden, al gebiedt de eerlijkheid me te zeggen dat 'vol energie' voor Hanne net iets meer betekende dan voor mij.
We zijn op huwelijksreis geweest, Hanne en ik.
Dat alleen al is een tour de force. Voor mij toch.
We hebben ervan genoten.
Van onze huwelijksreis. Met volle teugen.
En we hebben onszelf iets beloofd. Elk jaar dat ik er extra kan aanbreien gaan we vieren.
Met een weekje Sunscape resort.
Op Curaçao.
In dezelfde kamer.
Op het gelijkvloers, ergens halverwege het resort.
We hopen dat we nog dikwijls samen mogen gaan.
En terug thuis komen.
Want na een vakantie terug thuis mogen en kunnen komen is even leuk als vertrekken.
Dank je wel Hanne, mijn vrouw, mijn soulmate, mijn beste vriendin.
Dank je wel om samen 'op reis' te mogen gaan
Dank je wel om te mogen 'thuiskomen'.