zaterdag 11 februari 2017

Resultaten van de CT scan.

2.54 uur geeft de klokt aan, gat in de nacht en weeral klaarwakker.
Hanne slaapt, al eventjes. Ze heeft het uitgehouden tot een uur of één, en toen was de kaars uit.
Slaap lekker lieve schat. De nachtrust is je gegund.

Het was dan ook een bewogen dag. Na een korte nacht gisteren werd ik eens niet wakker voor de wekker.
Uitzonderlijk.
En toen de wekker afliep was ik gelijk ook klaarwakker. Nog voor mijn linkeroog volledig open was realiseerde ik me dat vandaag die o zo belangrijke scan op de agenda stond.
Het rechteroog volgde onmiddellijk, samen met het weeë gevoel van een maag die samentrekt.
De scan. Om elf uur.
De wekker stond om kwart voor negen, en het was dus ook kwart voor negen toen ik me ineens realiseerde dat over twee uurtjes de beeldvorming op de agenda stond die me later op de dag zou vertellen hoe ik er nu eigenlijk voor stond, en of de volgende verjaardag van me nog een haalbare kaart zou zijn.
Hanne was nog ver in dromenland, en toen ik naar haar keek schoot mijn gemoed gelijk vol.
"Een emo Peter vandaag blijkbaar", doorkruiste mijn gedachten.
Met een zoen heb ik haar wakker gemaakt.
"Liefje, het is stilletjes aan tijd om op te staan."
Ik kreeg een lieve blik, een warme knuffel, tot ook het Hanne daagde dat die scan nu heel kort bij kwam.
Ik las de onzekerheid in haar blik, die ze probeerde te verbergen.
Ook voor haar zou deze dag echt wel een beproeving zijn.
Eventjes dacht ik:"mijn God wat zie ik die vrouw graag, en wat doe ik haar aan?".
Het zoentje op mijn neus en de heldere blik die ik kreeg parkeerde onmiddellijk het naargeestige gevoel, en gezwind stond ze op.
Nu moet je weten dat Hanne normaliter een diesel is in de ochtend. Ze heeft tijd nodig om 'op gang te komen'.
Vanochtend was ze meer een formule 1 motor die op kerosine loopt met nitro injector.
Het deed me wel wat.
Een dikke twintig minuten laten waren we beiden fris gewassen klaar om naar het UZ in Leuven te vertrekken.
Ruim op tijd waren we in het UZ, was ik ingeschreven voor de scan zowel als voor de raadpleging met de prof, en trokken we naar het cafetaria.
We kozen een tafeltje uit en installeerden ons elk met de laptop in aanslag.
Zowel Hanne als ik konden wat verstrooiing gebruiken door wat op het net rond te surfen.
De scan verliep vlot, zoals gewoonlijk. Tien minuutjes neemt dat in beslag, meer niet.
Mijn poortkatheter werd aangeprikt, de contrastvloeistof werd erin gepompt, ik kreeg de intussen gekende metaalsmaak in de mond en werd wat warm vanbinnen, de foto van de thorax werd gemaakt, gevolgd door de scan van diezelfde thorax, met inbegrip van het abdomen tot aan het bekken.
De naald werd na de scan uit de poortkatheter verwijderd, en ik kon beschikken.
De scan stond om vijf over elf op de planning, maar het verliep allemaal wat vlotter en om vijf voor elf stond ik terug op de gang.
Ik zocht mijn vrouw op in het cafetaria, en realiseerde me dat ik wel een hongertje had. Hanne ook trouwens.
We kochten een broodje en een frisdrankje, en toen was het wachten op en zoeken naar vijftien uur, want 'vanaf' vijftien uur stond de raadpleging met professor Knäckebröd op de agenda.
Het begrip 'de tijd kruipt' wordt op zulk een moment uitvergroot. De spanning ook.
Hanne hield zich erg sterk en straalde een zelfverzekerde 'coolness' uit, maar ik wist wel beter. Inwendig was ze even zenuwachtig als ik.
En als ik zenuwachtig wordt omdat ik niet duidelijk weet wat ik te horen ga krijgen wordt ik een vervelend ventje en begin me te storen aan dingen die me anders nooit zouden irriteren.
Zoals de vent die samen met zijn gezin plaats naam aan het tafeltje vlak naast ons, een dragende stem had, met zo een irritante nasale bijklank, en dan ook nog eens geen twintig seconden na elkaar kon zwijgen. In eerste instantie probeerde ik die man zijn luidruchtige geluidsvervuiling met humor te benaderen, maar na drie kwartier begon de moordlust op te komen.
Hanne bleef er rustig onder. Sterk van haar. Heel sterk.
Aan het tafeltje achter me nam een jonge kerel plaats, die het nodig vond om stelselmatig zijn stoel tegen mijn stoel aan te schurken, waar ik uit uit elementaire beleefdheid op reageerde door mijn stoel weer wat korter richting eigen tafeltje te schuiven. Tot ik mijn mijn buik tegen ons eigen tafeltje zat en het voor die gast blijkbaar nog niet genoeg gepikte ruimte was.
Toen ik een stoemp kreeg van die uit de kluiten gewassen (lees obese) jongeman, was de maat vol en snauwde ik hem toe: 'Hey kerel!!!!'.
"Oei sorry" was het antwoord, en dat ventje samen met zijn gezelschap krasten op.
Hanne bleef meesterlijk kalm en wist het allemaal correct te kaderen. Ze kent me intussen door en door.
Het werd uiteindelijk dan toch kwart voor drie. Logisch, want tijd gaat altijd gestaag voort.
We begaven ons richting raadpleging, waar ik me mentaal al voorbereid had om minstens tot twee uren te moeten wachten op een oncomfortabele stoel. De ervaringen uit het verleden hadden me dat geleerd.
Professor Knäckebröd heeft zichzelf overtroffen, want slechts veertig minuten later dan gepland was het aan ons. Hanne en ik stonden op, en mijn strot werd eerlijk gezegd toegeknepen op dat moment. Hanne de hare ook, al heeft ze dat weerom meesterlijk verborgen.
Het moment van de waarheid was aangebroken. Zou ik 'de green mile' moeten lopen, of lag er nog wat extra tijd voor me?
Geloof me, je voelt je heel klein op zulk een moment.
Na een verontschuldiging van de prof dat hij me had laten wachten was het zover.
Tromgeroffel in mijn achterhoofd.
Hanne heb ik toen niet echt geobserveerd. Het koud zweet stond op mijn voorhoofd.
Het verdict viel.
'Alles onder controle'.
De chemo deed zijn werk, en het doemscenario kon worden geschrapt.
Ik voelde ineens 100.000 ton van mijn schouders schuiven.
De opluchting die ik voelde was immens, en al even intens.
Ik kreeg een uitgebreide uitleg, met de beeldvorming erbij op het scherm over hoe de zaken ervoor stonden.
Dat een andere patiënt van hem het 32 kuren van drie weken had uitgehouden in het chemo schema dat ik nu ook had.
Flash in my mind: "Ik doe dat beter en maakt daar een nieuw record van. 57 kuren of zoiets, of misschien wel 320."
Ook bij Hanne zag ik opluchting.
Er werd nog wat heen en weer gepraat over hoe ik de chemo verdroeg, vooral rond de nevenwerkingen dan, en dik twintig minuten later stond ik terug op de gang met mijn vrouw.
Nog eens tien minuten later zaten we in de auto richting Gent. Veel is er niet meer gezegd.
Mijn vrouw viel in slaap. Met het verdwijnen van de spanning vond de vermoeidheid zijn weg blijkbaar.
Het is haar gegund.
En ik?
Ik voelde me licht en vrolijk.
Magere Hein staat weer op square one.
De fles champagne staat intussen bij het leeggoed.
Die hebben we gekraakt.
De gigantische entrecote die ik wegwerkte samen met mijn vrouw op restaurant is aan het verteren.
En morgen staat er een feestje bij mijn zus op de agenda.
Mijn schoonbroer gaat koken.
Hij is een goede kok.
De verwachtingen zijn hooggespannen.
Hanne en ik kijken er naar uit.
En nu, nu is het bedtijd.
Ik denk dat ik nu wel zal kunnen slapen.
Life goes on.
Letterlijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten