Vrijdagavond
18 augustus 2017, tien minuutjes voor elf ’s avonds.
Hanne is net
slapen en na een hele tijd is ie er weer, the urge to write…
Het is al
even geleden dat ik op deze blog wat neerschreef. Er moet dan ook wel wat te
vertellen zijn.
Vandaag is
er wel wat te vertellen.
Hanne en ik
zijn net terug thuis van onze vakantie.
Enerzijds
met spijt dat ze gedaan is, anderzijds blij dat we terug thuis zijn.
Het eeuwige
cliché trouwens. We kijken een heel jaar uit naar het moment dat we alles even
achter ons kunnen laten en onbekende of minder gekende oorden kunnen opzoeken,
als het even kan onder een stralende zon, maar we zijn aan de andere kant
telkens weer blij als we de voordeur van onze thuis terug kunnen openen.
Ook al
regent het thuis pijpenstelen.
Hier was het
niet anders.
Al lijken
Hanne en ik een koppel dat in alles afwijkt van wat ‘de standaard’
voorschrijft, eigenlijk zijn we net zoals iedereen.
Het spel
kaarten is iets anders geschud, dat geef ik graag toe, maar op het eind van de
rit is het gesneden koek. Zoals die voor iedereen gesneden is.
En toch…
Op vakantie
gaan, hoe leuk dat ook is, de kanker reist met je mee. Tot frustratie van
beiden.
Ik die
leerde dat de lucht in de bergen echt wel ijler is en gelogeerd zijn op de
tweede verdieping van een hotelletje dat 2000 meter boven de zeespiegel ligt
ineens een opdracht wordt omdat die twee verdiepingen trappen lopen daar er
twee te veel zijn, of Hanne die zag dat er tig leuke wandelpaden haar
uitdaagden en waarvan ze wist dat die niet binnen de gezamenlijke mogelijkheden
lagen omdat ik die gewoonweg niet meer aankon.
De berg af,
geen enkel probleem. Vijf kilometer afdalen manifesteerde zich voor mij de
dag erna in pijnlijke kuiten en kontkaken, zoals dit trouwens voor elke
ongeoefende bergwandelaar is.
Maar de berg op
was echt wel een probleem. Een helling op van pakweg een procent of 8 à 10 %
moest ik na dik tweehonderd meter opgeven. De zuurstof die ik nodig had om die
klus te klaren krijgen mijn longen niet meer voor elkaar. Met als resultaat dat
ik in zuurstofnood kwam, kortademig werd en prikkelhoestaanvallen kreeg waar ik
bijna niet meer uit kwam.
De bergen,
hoe zeer ik er ook van houd, laat ik de volgende keer aan me voorbij gaan.
Hanne heeft
dat probleem trouwens op magistrale wijze opgelost.
Elk (berg)stadje
dat we bezochten en waar we de mogelijkheid hadden om de wagen boven te
parkeren deden we dat ook. Zodat we alleen downhill moesten gaan. Samen.
Eens beneden
stapte Hanne fluks heel die klim terug naar boven, pikte de wagen op, reed tot
onderaan waar ik op haar wachtte en zetten we samen onze weg verder.
Of wandelde
ik verder downhill tot aan het hotelletje waar Hanne even later met de wagen
arriveerde.
Het was een
zalige vakantie.
Toscane en
Umbrië samen wat verkend, inclusief de bergen.
En daar waar
we niet met de wagen tot boven konden rijden namen we er onze tijd voor, stapte
ik op een tempo dat ik aankon ( en dat is elke honderd meter even blijven staan
op terug op adem te komen) rustig tot boven.
Onder het
wakend oog van Hanne die me steeds een stap voor was en er zorg voor droeg dat
ik niet ‘over mijn grenzen heen ging’.
Ik wou haar
Toscane in al haar facetten laten zien, en Hanne wou niet dat ik teveel van
mezelf vroeg.
One team.
De roadtrip
bracht ons in zoveel leuke plaatsen, in fantastische en minder fantastische
hotelletjes en B&B’s, maar nooit in een plaats waarvan we beiden iets hadden
van ‘hier nooit meer’.
We zijn dan
ook niet echt veeleisend, Hanne en ik.
De geplande
twaalf dagen roadtrip hebben we beiden na rijp maar kort beraad ingekort tot
tien dagen.
Om een heel
erg goede reden. Morgen zijn we een jaar getrouwd en die dag wilden we geen van
beiden in de wagen doorbrengen.
Die willen
we allebei in onze vertrouwde omgeving vieren, met een etentje in het
restaurant waar we een jaar geleden met onze familie en getuigen aan tafel
schoven. Om de dag af te sluiten met een pintje samen in onze staminee.
Een jaar
getrouwd.
Lijkt niks,
maar in ons geval is dit echt wel een mijlpaal.
Omdat ik
strikt genomen de tijd niet meer gekregen had van de oncologen om zelfs
maar met Hanne te trouwen, laat staan een jaar huwelijk op het palmares te
kunnen schrijven.
Morgen blikken
we samen terug op dat jaar.
Al weet ik
nu al wel hoe ik erover denk.
Voor geen
geld van de wereld zou ik dat jaar willen gemist hebben.
Als ze me vandaag
komen vertellen dat ik kan genezen van die kanker, maar dat ik er Hanne voor
moet laten staan, dan bedank ik daar per direct voor.
Nope, ik
neem die kanker er bij, maar Hanne achterlaten, nooit.
Liever zes
maanden samen met haar, dan dertig jaar zonder haar.
Al hoop ik
uiteraard dat ik nog wat meer dan zes maanden krijg.
Daar weet ik
aanstaande woensdag wat meer over, dan ligt er terug een scan die ons gaat
vertellen of de chemo die ik nu krijg nog steeds werkt.
Al wil ik daar
nu even niet mee bezig zijn.
Morgen zijn
Hanne en ik een jaar gehuwd.
Daar wil ik
nu mee bezig zijn.
En met niks
anders.
Even de
struisvogel uithangen.
Niks mis mee
denk ik dan zo…
Er staat een
uitstekende fles champagne koud.
Eentje die
ik voor een hele speciale gelegenheid bewaarde.
Morgen gaat
die eraan.
Terecht.
Op een fantastisch
jaar huwelijk, op bijna vijf geweldige jaren dat we elkaar kennen. Op iets meer
dan twee jaar samen als een stelletje.
En op de
tijd samen die ons nog gegund is.
Het leven is
mooi, ik heb het al een aantal keer gezegd en geschreven.
Je moet het
alleen willen zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten