maandag 26 oktober 2015

Op insuline...

Donderdag 14 mei, iets na twaalf 's nachts.

De nachtverpleegster kwam mijn kamer in, om mijn bloedsuikerwaarden te meten, en de insuline pomp eventueel bij te stellen. Ik had intussen de tijd gehad om uit te zoeken hoe die insulinepomp werkte, maar ik had nog geen eigen glucose meter. Ik zou daar de dag erna via de diabetenliga eens werk van maken. Met een eigen glucose meter, liefst een accu check, en de nodige kennis van de pomp zou ik mijn suikerwaarden redelijk snel goed hebben. Ik had wel wat ervaring met insuline, zowel Lantus als Novorapid, en dat wisten ze op deze dienst niet. De nachtverpleegster prikte en de waarden zaten nog 'way to high', na twee bijstellingen. Het was duidelijk dat ze op oncologie hospitalisatie niet echt ervaren waren met insuline, ook de joekel van een glucosemeter was een opdracht voor de lieve nachtverpleegster. Ze wou weer met één eenheid per uur bijstellen. Ik was er intussen achter dat ze om de twee uren kwam controleren, en dat zou zo de nacht doorgaan, en concludeerde dat er nog niet werd gewerkt met de basis insuline, Lantus, de langwerkende, maar ze aan het proberen waren om met snelwerkende insuline, Novorapid die op een half uur piekte en dan nog anderhalf uur degressief doorwerkte, mijn spiegel goed te krijgen. Aan dit tempo lag ik hier over drie weken nog aan die pomp. Ik gaf mezelf 22 uur de tijd om mijn spiegel op 90 tot 110 te krijgen, dan zou ik van die pomp verlost zijn, en op pennen gezet worden. Freedom!!!!
Ik zocht de werkingscurve van de Novorapid op met mijn laptop, weerom met dank aan Astrid die me een log on code had gegeven voor een jaar die op heel de campus werkte. Volgens de curve stelde ik de pomp bij en gaf me vier eenheden bij over twee uren. Vlak voor de verpleegster terug kwam stelde ik de pomp terug naar één eenheid, en toen ze binnen kwam voor controle stond ik volgens haar verbazing goed, op 93. Ze zette de pomp naar een halve eenheid over twee uur, en ging buiten. Ik wist dat mijn lever aan de slag zou gaan, en stelde bij naar een halve eenheid op een uur, zette mijn wekker tien minuten voor de volgende controle en ging maffen... Het hele verhaal vertellen zou dit bericht veel te lang maken, maar ik was ze telkens een stapje voor en hield mijn spiegel rond de negentig. De nachtverpleegster was heel opgetogen over de resultaten, die ze niet begreep, en ook de prof de dag erna duidelijk niet begreep en me indringend aankeek. Hij vroeg me op de man af of ik wist hoe de pomp werkte, en zo ja, of ik de werkelijke toegediende waarden en het tijdframe wilde meegeven, kwestie van over de juiste informatie te beschikken. Hij keek naar de plunjer die in de pomp zat, telde de eenheden die ik volgens het elektronisch dossier zou gehad hebben, en keek toen naar de werkelijk ingespoten waarden. Er zat een opmerkelijke discrepantie op beide waarden. Met andere woorden, de inventaris klopte niet. Hij besloot om me van de pomp te halen, en me op pennen te zetten. Nog gemakkelijker voor me, die kon ik zelf inspuiten. Mission accomplished, ik was van die fucking pomp af op minder dan tien uren.Maar in mijn dossier kreeg ik weer een kanttekening. "well informed, and inventive".
Ik kreeg mijn eigen glucose meter, een prehistorisch ding dat ik na wat zeuren vervangen kreeg door een hypermodern geval.  Hier kon ik tenminste mee aan de slag.
Om half twaalf kreeg ik mijn pretedicatie tegen misselijkheid voor de komende chemo, twee flinke dosissen cortisone, onder de naam Emend en Medrol, en ik wist dat deze mijn glucosespiegel zouden beïnvloeden, maar ik had er geen idee van hoe. Ik zocht dus de tabellen op het net op, stak ze in een Excel, maakte er een draaitabel van, en na wat sukkelen had ik vrij nauwkeurig de dosissen insuline voor mezelf bepaald. Ik wou weten wat mijn eigen pancreas nog leverde, dus at een zoete koek, en zonder insuline, maar wel onder de cortisone, en keek wat mijn pancreas nog deed. De mediale curves van de beide cortisone preparaten mbt de suikerspiegels had ik ook al van het net geplukt en na een meting voor de insulinetoediening wist ik wat mijn eigen pancreas nog klaarkreeg. Even extrapoleren naar eenheden per lichaamsgewicht, bij in de draaitabel, en zie, daar lagen de juiste dosissen .Dat tabelleke zou me later, in de tweede lijn behandeling nog helpen... Maar dat wist ik toen nog niet. Ik wou het niet te hard laten opvallen, en zette mijn spiegel rond de 150, wat een geweldig resultaat was onder de cortisonen. De dag - verpleegster had me door, maar liet me samenzweerderig mijn gang gaan. Na anderhalve dag was mijn suikerspiegel onder controle. De endocrino prof kwam nog eens langs, feliciteerde mij met de 'opmerkelijke' resultaten, zo snel was er nog niemand op peil geweest, en als deze resultaten zouden handhaven mocht ik maandagochtend, na de RX thorax beschikken.
De resultaten handhaafden...
Ik was maandag 18 mei om tien uur in de ochtend de pist in. Nadat Knäkebröd me meedeelde dat hij me in het vizier had en zou houden. Hij deed maar. Mijn lijf, mijn leven, and in love and war there are no rules... Fighting cancer is a war, ook de bloedsuikerspiegels waren daar onderdeel van geworden, dus voor mij telde geen regels... Eat it Knäckebröd...

Die donderdag de veertiende mei is mijn vriendin inderdaad met de trein naar Diest gegaan, niet in de ochtend, zoals eigenlijk was afgesproken, maar tegen de middag. Ze pikte mijn wagen op bij mijn ouders, en reed eerst naar haar moeder, die in de buurt van Leuven woonde, en kwam tegen vijf uur in de namiddag toe op mijn kamer, vergezeld van haar moeder. Ik had op dat moment bezoek van mijn zus en schoonbroer.
Haar moeder had een cadeautje bij, en ik maakte de ludieke opmerking: 'leuk, een uitgesteld verjaardagscadeau'. Nogal kort van stof werd me uitgelegd dat dit niet voor mij was, maar voor een hele goede vriendin van haar moeder, ook gehospitaliseerd in het UZ, en die ze om half zes samen gingen bezoeken. Mijn vriendin gaf me twee onderbroeken en mijn pyjama af in een carrefourzak samen met mijn tandenborstel, tandpasta, mijn aftershave en scheergerief. Ik kreeg geen zoen, er werd me niet gevraagd hoe ik me voelde, en na 25 minuten vertrokken ze, mijn zus en schoonbroer totaal gechoqueerd achterlatend. Zus stak van wal, en vroeg me hoe lang ik dit nog zou blijven nemen. Ik haalde de schouders op. Eerlijk gezegd had ik andere katten te geselen. Om zeven uur vertrokken zus en schoonbroer, met de belofte zaterdag te komen. Mama en papa zouden komen op vrijdag, kort na de middag.
Ik belde Hanne om half acht, en deed haar kort het relaas dat je hierboven kon lezen. Ze was gecharmeerd over mijn aanpak met de bloedsuikers, en mateloos boos over de houding van mijn vriendin. Of ik nu es eindelijk mijn ogen wilde openen. Mijn ogen waren intussen open, en na het belletje met Hanne belde ik mijn vriendin, rond een uur of acht. Of ik haar nog terug mocht verwachten. Neen dus, want ze was intussen bij haar moeder, en zat daar aan tafel te aperitieven. Ineens begon het bij mij over te koken. Ik vroeg haar wanneer ik haar zou terugzien, en ze antwoordde me dat ze maandag, na haar lessen die eindigden om zeventien uur, me wel wilde komen
halen. Vrijdag had ik al bezoek van mijn ouders, zaterdag van mijn zus terug, en zondag van mijn ouders, dus waarom zou zij moeten komen? Ze had in het weekend op zaterdag afgesproken met haar kinderen, en dus geen tijd, en zondag was blokdag... Studeren dus. Ik vertelde haar droog dat twee onderbroeken wel heel erg weinig was om het van donderdag tot maandag te trekken... Geen antwoord... Ze haakte in.
Ik fietste wat rond op de televisie, vond een leuke film, en viel in slaap. Deze nacht geen controle om de twee uren, en ik sliep vast tot half zeven,  wanneer de ochtendverpleegster me wekte om de bloedsuikerwaarden op te nemen.
Het was intussen vrijdag 15 mei...
Ik hield me bezig met wat te surfen, en om een uur of twee kwamen mijn ouders toe. Papa keek eens rond in de kamer, en vroeg waar mijn vriendin was. Ik vertelde hem het relaas van de dag ervoor, en hij kreeg alle kleuren van de regenboog. Ik zweeg wijselijk. Om een uur of vier gingen mams en paps naar huis, en ik was terug alleen. Om half zes kreeg ik telefoon van mijn vriendin. Ze was helemaal overstuur. Ze had een hele harde telefoon gehad van mijn vader, dat ze mijn auto was mogen komen halen om er voor mij te zijn, en dat haar dat duidelijk was gemaakt maar ze dat vierkant aan haar laars lapte. Dat hij niet begreep dat ze me pas maandag, na twintig uur zou kunnen komen halen, terwijl ik in de voormiddag naar huis zou mogen. Dat ze mijn wagen zaterdagochtend voor tien uur terug bij mijn vader op de oprit moest zetten, en zo niet, mijn vader aangifte zou doen van diefstal van mijn wagen. Dat ze die niet had meegekregen om met haar kinderen rond te rijden, maar om er voor één keer voor mij te zijn. En ze riep in de telefoon wie mijn vader wel dacht dat hij was, om haar zo aan te gaan. Ik heb haar droog geadviseerd mijn wagen voor tien uur af te leveren want dat om één minuut na tien de klacht zou liggen, mijn vader kennende. Ze wou erover praten, maar ik was toen koud in mijn hart, ijskoud. Ik gebood haar naar Leuven te komen, direct, voor zeven uur, en ik zou met haar praten. Ze is gekomen... Om half acht kwam ze toe. Ik voelde niks meer, het was koud in mijn hart... Ze stak van wal. Wat ik en mijn familie wel niet dacht, haar zo te vernederen. Ze deed niks fout, ze had haar eigen leven, en mijn kanker was mijn gevecht. Als ik haar nodig had was ze er toch, ze was de dag voordien toch ondergoed komen brengen. Het was me discussie niet waard, dus gaf ik haar gelijk, en deze had zij nu es niet zien komen. Ik gaf toe dat ik mijn fouten en haar perfectie inzag, en dat deze impasse volledig aan mezelf lag. maar dat ik ook wel begreep dat het kalf verdronken was, en dat ik door mijn houding alle bruggen had opgeblazen, en begreep dat door mijn houding de relatie was stukgelopen. Dat ik haar drie jaar lang onheus had behandeld, en veel meer had moeten doen dan alleen maar de rekeningen van de samenwoning kosten volledig voor mijn rekening te nemen. Dat ik begreep dat ik haar de middelen had moeten gunnen om zichzelf te ontplooien, en nooit had mogen verlangen dat ze van haar inkomen af en toe wat zou spenderen in de samenleving. Dat ik haar die 1000 € per maand had moeten gunnen om haar leven te leiden. Plots werd ze rustig, keek me aan en zei me dat ze blij was dat ik dit uiteindelijk wilde inzien, dat alle schuld bij mij lag, en dat ik haar onheus had behandeld. Dat ik tevreden had moeten zijn met haar inspanningen, een zak tomaten en twee kroppen salade per maand, want dat ze niet meer kon. Ze had haar geld nodig om voor zichzelf en haar kinderen te zorgen... Mijn antwoord dat ik voor de rekeningen van haar kinderen ook opdraaide werd afgestraft met een intense blik, en het antwoord dat ze hoopte dat ik het geheel zag... Ik zweeg, alles was goed om haar vandaag te doen aanvaarden dat het genoeg was geweest. Als dat betekende dat ik in haar ogen alle schuld op mij moest nemen, dat ik volgens haar niet genoeg had gedaan, dan was dat maar zo. Ik wou van haar af en wel direct. Ik bood haar aan dat ze tot einde augustus de tijd kreeg, dan kon ze nog in alle rust studeren, haar examens en tweede zit afleggen. Ze bood toen zelf aan om die laatste maanden huur van de woning te betalen, want ze zag wel dat ik tot dan alles had betaald, en ze wou niet als profiteuse afgeschilderd worden. Ik aanvaardde haar aanbod... Het ging hem om nog drie maanden, geen drieduizend euro... Toen ik haar vroeg of ze dat geld had, zei ze me fijntjes dat ze haar studiebeurs daaraan zou besteedden, in de hoop me met een schuldgevoelen op te zadelen. Ik liet het niet aan mijn hart komen, rondde het gesprek af, begeleidde haar naar mijn auto, drukte haar op het hart die bij mijn ouders af te leveren de dag nadien, en we namen afscheid. Ze gaf me een knuffel, zei me nogmaals dat ze blij was dat ik eindelijk inzag dat ik en ik alleen hier schuld aan had, en dat de kanker me God zij dank milder had gemaakt, en tot inzichten had gebracht. Het was me allemaal eender... Ik was van haar af. Dacht ik...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten